Naast de maatschappelijke benaming waarmee je ook in de Kruispuntbank van Ondernemingen wordt opgenomen, is het mogelijk om een afwijkende commerciële naam of handelsnaam aan te nemen. Dat is dan de naam waaronder je bij het publiek bekend bent en die je op officiële documenten vermeldt. Ook voor de eenmanszaak, wiens maatschappelijke benaming steeds gelijk is aan de familienaam, is het dus mogelijk om een andere bedrijfsnaam aan te nemen. Daarbij moet je echter wel rekening houden met een aan aantal aandachtspunten.

Een goede bedrijfsnaam kiezen

Een bedrijfsnaam moet kort zijn en makkelijk te onthouden of op te schrijven zijn. Het moet voldoende onderscheidend en origineel zijn. Daarnaast is het belangrijk dat de bedrijfsnaam enigszins moet vertellen wat het bedrijf doet. Wanneer je daarentegen aan een sterk merk bouwt en veel investeert in naamsbekendheid, is dit minder belangrijk. Iedereen weet per slot van rekening dat Colruyt een grootwarenhuis is en niet je ruiten zal herstellen.

Geen rechten van derden schenden

In principe kan je de commerciële naam van je zaak vrij kiezen, maar daarbij mag je geen rechten van derden schenden. Nog vaak meent men dat alleen geregistreerde merknamen bescherming genieten, maar niets is minder waar. Van zodra iemand openbaar een commerciële benaming gebruikt, geniet hij al bescherming. De vermelding van een commerciële naam in de Kruispuntbank van Ondernemingen kan dan ook al volstaan. Deze bescherming is echter beperkt tot het handelsgebied waarin de naam bekend is, waardoor een kleinschalige bakker in Genk in principe een gelijkaardige commerciële naam mag aannemen als een lokale bakker in Knokke. Ga in elk geval vooraf na of je bedrijfsnaam al door een ander bedrijf wordt gebruikt en of je die naam wel mag aannemen.

Laat een bedrijfsnaam je niet beperken

Wanneer je een bedrijfsnaam bedenkt, zit je ondernemingsplan waarschijnlijk nog maar in een prille fase of start je net als zelfstandige. Toch moet je al rekening houden met wat de toekomst zal brengen. Wat vandaag een kleinschalig vertaalbureau is, kan morgen uitgroeien tot een full-service tekstbureau dat actief is in twaalf landen. En ook dan moet de bedrijfsnaam nog steeds passen. Daarom is het aangeraden om het meteen ruim te formuleren. Zo houd je dan ook best meteen al rekening met een multilinguale context. Een Nederlandstalige bedrijfsnaam die dus ook goed klinkt in Wallonië en Brussel. En misschien later wel in Duitsland, Spanje en Marokko.

Check of de domeinnaam vrij is

Wanneer je een bedrijfsnaam kiest, is het net zo handig dat je meteen ook een domeinnaam aanschaft. Echter, soms is de domeinnaam al bezet en dan wordt het voor websitebezoekers vaak erg lastig. Vaak zien we dat er in een latere fase onderhandelingen worden opgestart om de domeinnaam over te kopen, waarbij vaak grote sommen gemoeid zijn. Het is aangeraden om meteen te controleren of de domeinnaam vrij is en deze direct te registreren. Zo zit je safe.

Houd rekening met wettelijke beperkingen

Dat je bedrijfsnaam niet mag schelden met ziekten of verborgen lichaamsdelen is duidelijk, maar let er ook op dat je bedrijfsnaam geen racistische weerklank heeft. Een bedrijfsnaam mag nooit kwetsend zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval voor het bedrijf Picnic, een online supermarkt die producten aan huis levert. Ze hielden er geen rekening mee dat het woord picknick bij Afro-Amerikanen een negatieve connotatie heeft door de vermeende historische achtergrond (afkorting van “pick a nigger”, het gebeuren waarbij men tijdens een buitenlunch een zwarte koos die werd verhangen; afkomstig van “pick-a-nig”, de feestelijkheden die in de zeventiende en achttiende eeuw plaatsvonden na het sluitingsuur op de slavenmarkt). Hoewel dit in de praktijk eerder een broodjeaapverhaal is, is de racistische ondertoon blijven hangen. Onderzoek dus zeker of je bedrijfsnaam in andere talen niet zo’n racistische weerklank heeft en of je erdoor niet in de problemen kan komen.

Onthoud vervolgens dat een bedrijfsnaam niet misleidend mag zijn. Als lokale slager mag je dus geen bedrijfsnaam als “International Meat Export” aannemen. Zo’n misleidende bedrijfsnaam kan zowel misleidende reclame zijn als een schending uitmaken op de Wet op de Marktpraktijken.

Ten slotte kunnen ook andere benamingen tegen wettelijke beperkingen aanlopen. Dat is bijvoorbeeld het geval voor het predicaat “Koninklijk”. Enkel bepaalde eerbiedwaardige officiële instellingen mogen het predicaat dragen, zoals het Koninklijk Conservatorium of het Koninklijk Atheneum. Een vereniging die het predicaat wil aannemen moet minstens 50 jaar bestaan, een niet-winstgevend doel hebben en goed worden beheerd. Ook andere predicaten als “Eregouverneur” of “hofleverancier” zijn voor specifieke bedrijven, verenigingen en instellingen voorbehouden.