Wat is afschrijven en hoe werkt het?

Investeringen mogen niet gewoon integraal ingeboekt worden, maar worden op een langere termijn afgeschreven. Dat is logisch, omdat ze veel langzamer hun waarde verliezen. Dit afschrijven is een vorm van boekhoudkundige waardevermindering van een actief en dit gedurende een bepaalde periode. Zowel de vennootschap als de eenmanszaak moet investeringen afschrijven. Het afschrijven van een investering wordt al snel ingewikkeld omdat er veel regels van toepassing zijn. Bovendien wijzigt een en ander in 2020.

De verschillende variabelen

Vooraleer we tot het afschrijven over kunnen gaan, moeten we eerst de verschillende variabelen bepalen. Uiteraard is er in de eerste plaats de af te schrijven waarde, maar denk ook aan de restwaarde en de afschrijvingsperiode. Hieronder zijn de verschillende variabelen toegelicht. Verder volgt de praktische uitwerking.

Af te schrijven waarde

In de eerste plaats dien je de af te schrijven waarde te bepalen. De af te schrijven waarde is gelijk aan de aanschafprijs die eventueel te herwaarderen is. De kosten van verwerving worden bovendien mee in rekening gebracht. Het kan bijvoorbeeld gaan om een administratieve toeslag of om verzendingskosten. Maar denk bijvoorbeeld ook aan de registratie- en notariskosten bij de aankoop van een onroerend goed.

Hierbij speelt echter ook de restwaarde een rol. Sommige goederen behouden immers een minimale verkoopwaarde het eind van hun levensduur. Zo zal zelfs het wrak van een auto nog steeds een metaalwaarde hebben. Enkel het verschil tussen de aanschafprijs (incl. kosten van verwerving) en de restwaarde kan worden afgeschreven.

Opgelet: er gelden wel een aantal uitzonderingen. Zo kan je bij gronden enkel de kosten van verwerving afschrijven, omdat zo’n gronden hun waarde behouden. De restwaarde is hier met andere woorden even hoog als de aanschafprijs excl. kosten van verwerving. En in sommige gevallen moet je de aanschafprijs herwaarderen. Soms zelfs in positieve zin, hoewel de wetgever heeft aangegeven komaf te willen maken met de 120%-regeling. Denk in negatieve zin onder andere aan het privégebruik.

De afschrijvingsperiode

De investering (incl. de kosten van verwerving) dient te worden afgeschreven gedurende de waarschijnlijke nuttigheids- of gebruiksduur. In principe moet er dus steeds een schatting worden gemaakt waarbij technische en economische slijtage in rekening worden gebracht. Het is hierbij niet onlogisch dat een smartphone sneller zal worden vervangen dan een wagen, die op zijn beurt een beperktere levensduur heeft dan een gebouw. De fiscus bekijkt de situatie heus wel door een praktische blik. Anders zouden we allemaal nog op een typemachine tokkelen.

Ter bepaling van de afschrijvingsperiode werden diverse richttermijnen naar voren geschoven. De fiscale controleur zal deze regels steeds als uitgangspunt hanteren, maar gemotiveerde afwijkingen blijven mogelijk.

  • Kantoren en gebouwen: 33 jaar
  • Nijverheidsgebouwen: 20 jaar
  • Meubilair, machines en materieel: 10 jaar
  • Goodwill: 5 jaar
  • Rollend materieel: 4-5 jaar
  • Klein materieel en computermateriaal: 3 jaar
  • Oprichtingskosten: 1 jaar of 5 jaar.

Opgelet: Afschrijven kan enkel gedurende de periode van de beroepswerkzaamheden. Wanneer de beroepsactiviteit wordt stopgezet, verliezen de activa hun beroepsmatig karakter en kunnen zij niet verder worden afgeschreven.

De te hanteren afschrijvingsmethode

Nu zijn de af te schrijven waarde en de afschrijvingsperiode reeds gekend. Echter dient ook de afschrijvingsmethode te worden nagegaan. Er bestaan immers verschillende manieren om de af te schrijven waarde gedurende de afschrijvingsperiode af te schrijven. De meest eenvoudige manier is de zogenoemde lineaire afschrijvingsmethode.

Lineaire afschrijvingsmethode

Bij de lineaire afschrijvingsmethode schrijft men gelijkmatig af. Hierbij houdt men rekening met de tijdseenheden of met de bedrijfsdrukte. Onderstaande twee voorbeelden verduidelijken een en ander.

Voorbeeld

  • Lineaire afschrijving volgens vaste tijdseenheden: Een freesmachine, aangekocht voor €95.000,- en aan te vullen met €5.000,- verwervingskosten, heeft een verwachte levensduur van 10 jaar. De restwaarde wordt buiten beschouwing gelaten. De lineaire afschrijvingsannuïteit bedraagt hier €10.000,- (€100.000,-/10).
  • Lineaire afschrijving volgens bedrijfsdrukte: Een bedrijf koopt een 3D-printer met een waarde van €30.000,-. De restwaarde wordt buiten beschouwing gelaten. Het bedrijf verwacht 150.000 3D-modellen te kunnen maken. Per 3D-model bedraagt de afschrijvingswaarde met andere woorden €0,20 (€30.000,-/150.000). Wanneer er in één jaar 10.000 modellen worden gemaakt, wordt er €2.000,- afgeschreven (10.000 x €0,20).

Degressieve afschrijvingsmethode

Bij de degressieve afschrijvingsmethode neemt men aan dat het eerste gebruik een grotere economische impact heeft dan het verdere gebruik van het goed. Het is gestoeld op de redenering dat een eerste gebruik een grotere impact heeft op de waarde van een goed. Zo zal de waardedaling van een wagen die zijn eerste 10.000 kilometer heeft gereden veel groter zijn dan wanneer het gaat om de overgang van 190.000 naar 200.000 kilometer.

Daarom gaat men bij de degressieve afschrijvingsmethode aanvankelijk sneller afschrijven om vervolgens steeds minder snel af te schrijven. Deze keuze moet wel uitdrukkelijk worden gemaakt en een melding via opgave 328K dringt zich op.

  • Verdubbeling van het lineair af te schrijven bedrag in het eerste jaar
  • Afschrijvingspercentage is gelimiteerd tot 40%
  • Wanneer het bedrag van de lineaire afschrijving groter zou zijn dan de degressieve afschrijving, wordt het bedrag van de lineaire afschrijving overgenomen

Voorbeeld

Een computer werd op 1 januari 2019 aangekocht voor €1.900,-. De leveringskosten bedroegen €50,- en er is een geschatte restwaarde van €300,-. De computer wordt afgeschreven over een periode van 3 jaar.

In het geval van de lineaire afschrijving wordt de computer afgeschreven á rato van €550,- per jaar. Het gaat om een afschrijvingspercentage van 33,33…% en dit toegepast op het bedrag van €1.650,-.

 Lineaire afschrijving
Jaar Termijn Jaarlijkse
afschrijving
Cumulatief
afgeschreven
Nog af te
schrijven
Boekwaarde
2019 1 € 550,00 € 550,00 € 1 100,00 € 1 400,00
2020 2 € 550,00 € 1 100,00 € 550,00 € 850,00
2021 3 € 550,00 € 1 650,00 € 0,00 € 300,00

Bij de degressieve afschrijving wordt het afschrijvingspercentage verdubbeld. Omdat het dan 66% zou bedragen, wordt het echter beperkt tot 40%. Dit afschrijvingspercentage van 40% wordt toegepast op het bedrag van €1.650 en resulteert in een af te schrijven bedrag van €660,-. Er is nog €990,- af te schrijven.

Degressieve afschrijving
Jaar Termijn Jaarlijkse
afschrijving
Cumulatief
afgeschreven
Nog af te
schrijven
Boekwaarde
2019 1 € 660,00 € 660,00 € 990,00 € 1 290,00
2020 2 € 550,00 € 1 210,00 € 440,00 € 740,00
2021 3 € 440,00 € 1 650,00 € 0,00 € 300,00

In het tweede jaar wordt in het begrensde afschrijvingspercentage van 40% toegepast op het nog af te schrijven bedrag van €990,-. Dit zou resulteren in een afschrijving van €396,-. Daar dit minder is dan het lineair af te schrijven bedrag van €550,- wordt dit tot dat bedrag opgetrokken. In het laatste jaar wordt het saldo van €440,- tot slot integraal afgeschreven.

Opgelet bij aankoop in de loop van het boekjaar

Bovenstaande uiteen zetting klopt indien de af te schrijven investering wordt aangekocht op 1 januari. Het gaat dan ook om vereenvoudigde voorbeelden. In de praktijk zal de investering vaak tijdens de loop van het jaar worden afgeschreven. Niet elke onderneming mag dan zomaar de volledige annuïteit afschrijven (zoals het hierboven wel werd toegepast). Daarom maken we een onderscheid tussen een kleine en een grote onderneming.

Afschrijving eerste annuïteit kleine onderneming

Bij een kleine onderneming stelt er zich in principe geen probleem en mag je in de eerste annuïteit gewoon afschrijven, zonder rekening te houden met de aankoopdatum. Stel bijvoorbeeld dat de eerder aangehaalde computer werd aangekocht op 1 juni 2019, dan zou de afschrijvingstabel er nog steeds uitzien zoals het eerder werd weergegeven. De kleine onderneming mag echter wel zelf beslissen om alsnog pro rata af te schrijven. Soms is dat immers fiscaal interessanter.

Afschrijving eerste annuïteit grote onderneming (pro rata afschrijven)

Gaat het daarentegen om een grote onderneming, dan zijn de regels anders. Dan is pro rata afschrijven verplicht. De eerste annuïteit kan met andere woorden niet integraal worden afgeschreven. Indien de aangehaalde computer op 1 juni 2019 werd gekocht, zouden de afschrijvingstabellen er met andere woorden als volgt uitzien. Het valt vast op dat het effect van de degressieve afschrijving hier minder sterk aanwezig is.

Lineaire afschrijving – Pro rata
Jaar Termijn Jaarlijkse
afschrijving
Cumulatief
afgeschreven
Nog af te
schrijven
Boekwaarde
2019 1 € 322,47 € 322,47 € 1 327,53 € 1 627,53
2020 2 € 550,00 € 872,47 € 777,53 € 1 077,53
2021 3 € 550,00 € 1 422,47 € 227,53 € 527,53
2022 4 € 227,53 € 1 650,00 € 0,00 € 300,00

 

Degressieve afschrijving – Pro rata
Jaar Termijn Jaarlijkse
afschrijving
Cumulatief
afgeschreven
Nog af te
schrijven
Boekwaarde
2019 1 € 386,96 € 386,96 € 1 263,04 € 1 563,04
2020 2 € 550,00 € 936,96 € 713,04 € 1 013,04
2021 3 € 550,00 € 1 486,96 € 163,04 € 463,04
2022 4 € 163,04 € 1 650,00 € 0,00 € 300,00

Wijzigingen vanaf 1 januari 2020

Bovenstaande regels zijn van toepassing tot 31 december 2019. Nadien wijzigt immers een en ander aan de afschrijvingsregels. Zo zullen kleine ondernemingen ook pro rata moeten afschrijven en zullen nieuwe aangekochte activa niet langer degressief kunnen worden afgeschreven.

Lineair en pro rata afschrijven wordt met andere woorden de regel.

Het belang van een geschikt boekhoudprogramma

Wanneer je zelf jouw boekhouding doet, loont het de moeite om steeds de fiscaal gunstigste afschrijvingsmethode te bepalen. Zo kan pro rata afschrijven voor een kleine vennootschap soms interessanter zijn, net zoals de degressieve afschrijvingsmethode.

Te veel boekhoudprogramma’s blijven echter hangen bij het pro rata lineair afschrijven, daar dat altijd een wettelijke optie is. Zeker met de verwachte wijzigingen in 2020, investeren zij niet in de aanpassing van hun software. En dat terwijl het fiscaal net kan lonen om nu nog even een investering te doen en op de andere waarderingsregels te rekenen. Dat het kiezen van een goed boekhoudprogramma cruciaal is, is andermaal bewezen.

Om jou te helpen met het vinden van een goed boekhoudprogramma, stelden wij voor jou een overzicht met boekhoudprogramma’s samen. Zo vind je eenvoudig een boekhoudprogramma met oog voor fiscale optimalisatie. Zoals het hoort.