Als je als zelfstandige arbeidsongeschikt wordt, heb je recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dit ligt wellicht lager dan wat je eerder verdiende. Het is goed om te weten dat het soms mogelijk kan zijn om te blijven werken tijdens je arbeidsongeschiktheid. In dit artikel geven we een overzicht van wat je moet regelen als je wilt werken tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid, welk werk je mag doen en wat de gevolgen zijn voor je uitkering.

Wat moet je regelen als je wilt werken tijdens arbeidsongeschiktheid?

Als je wilt werken tijdens arbeidsongeschiktheid, moet je eerst toestemming vragen aan de mutualiteit of aan het ziekenfonds waarbij je bent aangesloten. Zonder deze toelating mag je het werk niet hervatten. Het is de adviserend arts van het ziekenfonds die bepaalt of je het werk mag hervatten en wat je al dan niet mag doen. Ten vroegste vanaf de tweede dag van de arbeidsongeschiktheid is het toegestaan om het werk te hervatten. In de praktijk duurt dit echter altijd langer, omdat de adviserend arts eerst nog de arbeidsongeschiktheid moet erkennen en zijn toestemming moet verlenen.

Welk werk mag je doen en voor hoelang?

Uiteraard mag de werkhervatting niet schadelijk zijn voor je gezondheid. Ook mag het werk niet te zwaar zijn en moet het binnen je beperkingen passen. Soms kan je de vroegere zelfstandige activiteit deels hervatten, soms mag je een andere zelfstandige activiteit opnemen. Het is de adviserend arts die dit geval per geval zal bekijken.

Als het toegelaten werk het doel heeft om het werk volledig te hervatten, mag de werkhervatting tijdens arbeidsongeschiktheid maximaal zes maanden duren. Nadien dien je het werk te hervatten. Deze termijn kan wel worden verlengd tot een maximum van achttien maanden. Als het toegelaten werk niet het doel heeft om het werk volledig te hervatten, is er in principe geen maximumtermijn. Wel kan de adviserend arts de periode beperken.

Gevolgen voor de uitkering

Als je werkt tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid kan dit invloed hebben op je uitkering. Het kan resulteren in een verlaging van de uitkering of zelfs om een volledige schorsing van de uitkering. Vanaf de dag van de werkhervatting tot het einde van maand zes neemt de uitkering niet af. Vanaf maand zeven verlaagt de uitkering met tien procent. Vanaf het begin van het vierde jaar volgend op het beginjaar zal het ziekenfonds de uitkering elk jaar opnieuw bekijken en rekening houden met het beroepsinkomen van drie jaar geleden. Het is aan te raden om je ziekenfonds te contacteren om na te gaan of je uitkering wordt geschorst of verminderd.

Mogelijk zal je ook nog een vergoeding krijgen van een aanvullende verzekering, indien je dit hebt afgesloten. Het gaat dan niet alleen om een arbeidsongeschiktheidsverzekering, het kan bijvoorbeeld ook gaan om een sociaal VAPZ. Een sociaal VAPZ biedt namelijk een extra vorm van sociale bescherming, bijvoorbeeld bij een ernstige ziekte, moederschapsrust of arbeidsongeschiktheid. Wat je krijgt, is afhankelijk van de polisvoorwaarden. Neem deze goed door voor meer informatie hieromtrent.