De taks tot vergoeding der successierechten, vaak ook de patrimoniumtaks genoemd, is een jaarlijkse belasting die in België geldt voor verenigingen zonder winstoogmerk (VZW’s), internationale VZW’s (IVZW’s) en private stichtingen. Deze taks is bedoeld als een compensatie voor de vrijstelling van successierechten die deze organisaties genieten en wordt berekend op basis van hun vermogen. Sinds 1 januari 2024 gelden nieuwe regels voor deze taks, waardoor de boekhoudkundige verwerking ervan extra aandacht verdient.
Hoe wordt de taks tot vergoeding der successierechten berekend?
De patrimoniumtaks wordt geheven op het totale vermogen van een VZW of stichting, ongeacht waar de bezittingen zich bevinden. Dit vermogen wordt bepaald op basis van de verkoopwaarde van de bezittingen op 1 januari van het kalenderjaar. Dit betekent dat niet de boekwaarde, maar de realistische marktwaarde als basis dient voor de berekening. Het betreft een progressief tarief, wat betekent dat hoe hoger het vermogen is, des te hoger het belastingtarief dat wordt toegepast zal zijn. Een eerste schijf van 50.000 euro is vrijgesteld, waardoor kleinere organisaties minder zwaar worden belast.
Wanneer wordt de taks tot vergoeding der successierechten geboekt?
De aangifte van de patrimoniumtaks moet jaarlijks uiterlijk op 31 maart worden ingediend. De betaling moet gebeuren voor het verstrijken van deze termijn. Volgens de Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN) moet de taks echter al in de boekhouding worden opgenomen op basis van de situatie op 1 januari van datzelfde jaar. Dit betekent dat als een boekjaar samenvalt met het kalenderjaar (van 1 januari tot 31 december), de kost van de taks in datzelfde jaar wordt geboekt. Voor boekjaren die niet samenvallen met het kalenderjaar, bijvoorbeeld een boekjaar van 1 februari tot 31 januari, wordt de taks geboekt in het boekjaar dat de datum 1 januari bevat.
Hoe wordt de taks tot vergoeding der successierechten geboekt?
Voor organisaties die een dubbele boekhouding voeren, wordt de taks geboekt als een bedrijfskost onder de rubriek ‘Andere bedrijfskosten’ op de rekening 640 Bedrijfsbelastingen. Dit betekent dat de taks tot vergoeding der successierechten niet wordt beschouwd als een belasting op het resultaat, maar als een exploitatiekost. Hierdoor heeft de taks tot vergoeding der successierechten een impact op de financiële resultaten van de organisatie, wat belangrijk is voor de opmaak van de jaarrekening. Het correct boeken van de patrimoniumtaks is cruciaal om ervoor te zorgen dat de jaarrekening een realistisch beeld geeft van de financiële situatie van de organisatie. Aangezien de taks is gebaseerd op de verkoopwaarde van het vermogen, is het belangrijk dat deze waardebepaling zorgvuldig wordt uitgevoerd.
Besluit
De hervorming van de patrimoniumtaks bracht een aantal belangrijke wijzigingen met zich mee voor de boekhoudkundige verwerking ervan. Organisaties moeten ervoor zorgen dat ze de juiste waarde van hun vermogen rapporteren, de taks op het juiste moment boeken en deze correct verwerken als een bedrijfskost. Door deze regels goed te volgen, kunnen VZW’s en stichtingen zich in regel stellen met de wetgeving en vermijden ze fiscale problemen. Voor verdere details en richtlijnen wordt verwezen naar het volledige CBN-advies 2024/05.