Wil je een onderneming starten? Dan wordt al eens gezegd dat de overname van een lege doos financieel interessant is. En ook via gespecialiseerde websites vind je vaak dergelijke lege dozen of lege vennootschappen terug. Maar wat is zo’n lege doos nu net en is het in het kader van het gewijzigde vennootschapsrecht wel nog interessant? Een pasklaar antwoord is er niet. Veel is immers afhankelijk van de praktische omstandigheden en van de vraagprijs.

Wat is een lege doos of een lege vennootschap?

Bij een zogenaamde lege doos of een lege vennootschap gaat het om een vennootschap die geen activa meer bezit. Aan de passivazijde is er meestal wel nog een en ander terug te vinden. En vooral daar is het opletten geblazen. In het ideale geval gaat het enkel om fiscale passiva, zoals een over te dragen verlies of een openstaande rekening-courant.

Een lege vennootschap en geen startkapitaal

Voor verschillende vennootschapsvormen is er sprake van een minimaal startkapitaal. Deze verplichting geldt echter enkel indien het gaat om een op te richten vennootschap. Wanneer een vennootschap wordt overgenomen, moet je met andere woorden niet verplicht over het startkapitaal beschikken. Voor zij die over een beperkt budget beschikken, kan zo’n lege vennootschap dus een interessante piste zijn. In het ander geval komen ze immers automatisch uit bij ondernemingsvormen met een onbeperkte aansprakelijkheid. En dat is voor sommige activiteiten nu eenmaal niet geschikt.

Met het wijzigen van het vennootschapsrecht is dit voordeel echter gedeeltelijk komen te vervallen. Veel lege dozen zijn immers besloten vennootschappen of bv’s (de vroegere bvba of de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid). In het kader van de hervorming van het vennootschapsrecht hoeft zo’n bv echter niet langer over een minimaal startkapitaal te beschikken. En dan is een lege vennootschap niet automatisch interessant. Voor andere vennootschapsvormen zoals de naamloze vennootschap (nv), waar er wel nog steeds sprake is van een minimaal startkapitaal, kan een lege vennootschap wel nog interessant zijn.

Geen oprichtersaansprakelijkheid bij lege doos

Ook bij een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid zoals de bv, is er toch nog steeds sprake van een zogenoemde oprichtersaansprakelijkheid. Dat is niet zo aangenaam, want indien er sprake is van een oprichtersaansprakelijkheid kan het privévermogen nog steeds worden aangesproken. Dit is met name het geval voor de besloten vennootschap (bv), de naamloze vennootschap (nv) en de commanditaire vennootschap (cv).

Echter beperkt de oprichtersaansprakelijkheid zich enkel tot de eerste drie jaar na de oprichting van de vennootschap en heeft het enkel betrekking op verdachte faillissementen. Indien je een lege vennootschap overneemt met meer dan 3 jaar op de teller, hoef je je met andere woorden geen zorgen te maken over de oprichtersaansprakelijkheid.

Openstaande rekening-courant

Aan de passivazijde van de lege doos vinden we soms ook een openstaande rekening-courant terug. De rekening-courant is een balansrekening waarop de persoonlijke tegoeden aan de vennootschap en de schulden van de vennootschap ten aanzien van de bedrijfsleider worden geboekt. Omdat dit een aantal fiscale gevolgen heeft, kan een openstaande rekening-courant soms fiscaal interessant zijn. Hoewel er ook een aantal nadelen aan verbonden zijn.

Bovendien is het ook opletten geblazen, want bij een wijziging van de controle van de vennootschap zijn niet alle verliezen zomaar overdraagbaar. In de praktijk laat je daarom maar beter een en ander uitpluizen door jouw accountant.

Oplopende kosten bij een lege doos

Over het algemeen is het overnemen van een lege vennootschap nog steeds financieel interessant. Bovendien vergt het ook veel minder formaliteiten. Toch komen er nog steeds een aantal kostenposten bovenop de aankoopsom. Zo moet je bijvoorbeeld de statuten van de lege vennootschap aanpassen in functie van jouw activiteiten. En dat is uiteraard niet gratis.

Let in het kader van de hervorming van het vennootschapsrecht ook goed op: bij de aanpassing van de statuten is het aangeraden om jouw vennootschap al meteen af te stemmen in functie van de nieuwe vennootschapswetgeving. En ook dat kan extra kosten opleveren.

Let op voor onaangename verrassingen

Aan de overname van een lege doos is nog steeds een belangrijk risico verbonden. Het is immers niet omdat de passivazijde er goed lijkt uit te zien, dat dat in de praktijk ook het geval is. Facturen kennen immers een lange verjaringstermijn, waardoor zelfs jaren later onbetaalde leveranciers nog steeds bij jou aan kunnen kloppen. En als nieuwe eigenaar neem je zowel de activa als de passiva over, waardoor jij er vervolgens voor op moet draaien. Hetzelfde geldt voor fiscale schulden. Dergelijke fiscale schulden ontstaan soms pas na de overname van de lege vennootschap. Zo kan een belastingcontroleur soms jaren terugkijken. Ook hier is de overnemer de dupe.

Het belang van een goede overnameovereenkomst

De overname van een lege doos kan nog steeds interessant zijn, maar toch is het opletten geblazen. De jaarrekeningen zeggen immers niet alles, de rekening-courant is soms minder interessant dan het lijkt en bovendien moet je nog steeds een aantal kosten maken. En dan is het nog eens hopen dat de fiscus niet met fiscale schulden op de proppen komt.

Via een goede overnameovereenkomst kan je je echter tegen dergelijke risico’s indekken. Zo kan de overnameovereenkomst aangeven dat je de overlater kan aanspreken indien er oude schulden opduiken of indien de jaarrekeningen uiteindelijk niet blijken te kloppen. Natuurlijk moet je dan nog steeds hopen dat dat niet in een juridische procedure resulteert en dat de overlater ook solvabel is. Een bankwaarborg kan dan redding bieden.

In de praktijk kan de overname van een lege vennootschap interessant zijn, indien je een en ander zowel fiscaal als juridisch op punt laat stellen. Je zal dus beroep moeten doen op zowel een accountant als een jurist. En ook dat resulteert natuurlijk in oplopende kosten…