Wanneer een vennootschap op 31 december het boekjaar afsluit, moet het een provisie aanleggen voor het vakantiegeld dat de vennootschap het volgende jaar aan de werknemers dient uit te betalen. Dat is uiteraard niet onlogisch aangezien dit vakantiegeld steeds wordt gebaseerd op de prestaties van het vorige jaar. Jaarlijks publiceren het VBO en de FOD Financiën de fiscaal aanvaarde percentages. Deze percentages zijn niet onbelangrijk, omdat overschrijdingen niet aftrekbaar zijn.

Wat is het vakantiegeld?

In België hebben zowel werknemers als bedienden recht op vakantiegeld, hoewel de berekening ervan verschilt. Hoe dan ook zal men bij de berekening van het vakantiegeld rekening houden met de prestaties en de lonen van het vorige jaar. De betaling van het vakantiegeld gebeurt tussen 2 mei en 30 juni.

Hoe boek ik de voorziening voor het vakantiegeld?

Het betaalde vakantiegeld is fiscaal aftrekbaar. Bovendien mag op het einde van het kalenderjaar een aftrekbare voorziening worden aangelegd. In de praktijk zal er dus een aanleg (op het moment van de eindbalans) en een aanwending (op het moment van de beginbalans) van het vakantiegeld zijn. Hierbij is de maximaal aanvaarde voorziening beperkt (situatie aanslagjaar 2019).

Voor bedienden gaat het om een beperking tot 18,2% van de vaste en veranderlijke toegekende bezoldigingen. Het aanvullende vakantiegeld dat reeds werd toegekend, moet daarvan in mindering worden gebracht. Bovendien dient enkel rekening worden te gehouden met de normale en periodieke bezoldigingen. De eindejaarspremie en het vakantiegeld zijn uitgesloten.

Voor arbeiders en leerlingen gaat het om 10,27% van 108% van de toegekende lonen.

Opgelet: eventueel toegekend flexiloon moet niet in rekening worden gebracht omdat het flexivakantiegeld samen met het flexiloon wordt uitbetaald.

Voorbeeld: boeken van de voorziening vakantiegeld voor arbeider

Stel bijvoorbeeld dat een onderneming met 1 arbeider in dienst op het einde van het boekjaar een creditbedrag van € 8.500,- op de rekening 4562 Vakantiegeld arbeiders heeft staan. In het daaropvolgend jaar heeft de arbeider een brutoloon van € 40.000,-.

Journaalpost aanwending vakantiegeld arbeider op beginbalans

Het vakantiegeld dat zich op rekening 4562 Vakantiegeld arbeiders bevindt, wordt op het moment van de beginbalans aangewend.

D 4562 Vakantiegeld arbeiders € 8.500,-
C 62512 Terugneming vakantiegeld arbeiders € 8.500,-

Journaalpost aanleg vakantiegeld arbeider op eindbalans

Op het moment van de eindbalans wordt er opnieuw vakantiegeld aangelegd voor het volgend boekjaar. Eerst moet de berekening van het vakantiegeld worden gemaakt. Omdat het hier om een arbeider gaat, nemen we 10,27% van 108% van het toegekend loon van € 40.000,- oftewel € 4.436,64.

D 62502 Toevoeging vakantiegeld arbeiders € 4.436,64
C 4562 Vakantiegeld arbeiders € 4.436,64

Voorbeeld: boeken van de voorziening vakantiegeld voor bediende

Stel nu dat de onderneming niet één arbeider maar één bediende in dienst heeft op het einde van het boekjaar. Ook hier heeft de onderneming op het einde van het boekjaar een creditbedrag van € 8.500,- op de rekening 4561 Vakantiegeld bedienden staan. In het daaropvolgend jaar heeft de bediende een brutobezoldiging van € 40.000,-.

Journaalpost aanwending vakantiegeld bediende op beginbalans

Ook hier wordt het vakantiegeld op de rekening 4561 Vakantiegeld bedienden aangewend.

D 4561 Vakantiegeld bedienden € 8.500,-
C 62511 Terugneming vakantiegeld bedienden € 8.500,-

Journaalpost aanleg vakantiegeld bediende op eindbalans

Bij de aanleg van het vakantiegeld is de berekening anders. In dit geval wordt een percentage van 18,2% toegepast op de bezoldiging van de bediende. In dit geval gaat het met andere woorden om een bedrag van € 7.280,-. De vennootschap mag voor de bediende een grotere provisie aanleggen.

D 62501 Toevoeging vakantiegeld bedienden € 7.280,-
C 4561 Vakantiegeld bedienden € 7.280,-