Wanneer vennoten beslissen om een vennootschap te ontbinden, blijft de vennootschap nog even bestaan voor de vereffening ervan. Tijdens de vereffening worden de activa van de onderneming te gelde gemaakt. Met de opbrengsten hiervan worden uitstaande schulden voldaan. Het saldo gaat vervolgens naar de aandeelhouders.

Geen definitieve uitkeringen tijdens het vereffeningsproces

Om te voorkomen dat de rechten van schuldeisers worden aangetast, is het door het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen verboden om de aandeelhouders te betalen voor de betaling van alle schulden of voor de consignatie van de nodige gelden om die schulden te voldoen. Tijdens de duur van het vereffeningsproces mogen er dus geen definitieve uitkeringen aan de aandeelhouders of vennoten gebeuren.

Met het CBN-advies 2010/22 heeft de Commissie voor Boekhoudkundige normen hier een advies over uitgebracht. In het advies staat onomwonden dat de aandeelhouders of vennoten wel voorschotten mogen krijgen op het netto-actief, daar de wetgever enkel de definitieve uitkeringen verbiedt. Echter, het is wel zo dat deze voorschotten niet rechtstreeks of via de resultatenrekening aan de desbetreffende posten van het eigen vermogen mogen worden toegerekend. Wettelijk gezien mogen de rekeningen van de vereffening dan ook pas na de vereffening worden goedgekeurd.

De CBN beveelt aan om het bedrag van het toegekende voorschot op zichtbare wijze af te trekken van het eigen vermogen (zonder ze aan de betrokken posten toe te wijzen). Hiervoor gebruik je rekening 19 Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het netto-actief en dit zonder een onderscheid te maken naargelang ze betrekking hebben op de reserves, de uitgiftepremies of het maatschappelijk kapitaal.

Boekhoudkundige verwerking van voorschotten aan vennoten op de verdeling van het netto-actief

Wanneer een onderneming beslist om een voorschot op de verdeling van het netto-actief toe te kennen, boekt de onderneming:

19 Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het netto-actief
489 Andere diverse schulden

Voor de betaling moet er rekening mee worden gehouden dat er meestal roerende voorheffing verschuldigd is. Er gelden wel uitzonderingen wanneer het gestort kapitaal deel zou uitmaken van de inbreng of wanneer het gaat om tegoeden die via de bijzondere aanslag naar de liquidatiereserve werden overgebracht. Omdat we echter het een en ander niet toewijzen aan de betrokken posten, zal de rekening 453 al dan niet moeten worden gebruikt.

489 Andere diverse schulden
453 Ingehouden bedrijfsvoorheffing
550 Bank

 

Op het moment van de afloop van de vereffening verrekenen we het voorschot. Nu kunnen we wel rekening houden met de betrokken posten:

100 Geplaatst kapitaal
11 Uitgiftepremies
13 Reserves
14 Overgedragen winst
19 Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het netto-actief