Eerder hadden we het al over het boeken van waardeverminderingen op handelsvorderingen. Hierbij kozen we voor een vereenvoudigde weergave waarbij we de gevolgen voor de btw-administratie achterwege lieten en geen rekening hielden met een aantal bijzondere situaties. Een van die bijzondere situaties is wanneer de handelsvordering wordt gedekt door een kredietverzekering. In dit artikel lichten we die situatie toe, andermaal zonder rekening te houden met de bijzonderheid van de btw-administratie die we later zullen toelichten.

Kredietverzekering voor risico op niet-betaling

Als ondernemer kan je je verzekeren tegen het risico op een niet-betaling door de klant. De kredietverzekering zal dan een schadevergoeding toekennen ten belope van het bedrag van de handelsvordering of ten belope van een bepaald percentage ervan, al dan niet met de aftrek van een eigen risico. De exacte modaliteiten zijn afhankelijk van het verzekeringscontract. Dit geldt ook voor de uitbetalingsmodaliteiten: de meeste verzekeraars keren automatisch uit bij insolventie, maar in andere situaties gelden er andere voorwaarden.

Meestal zal de verzekeraar een afgesproken aantal maanden na de vervaldag tot uitbetaling overgaan en vervolgens in de rechten treden van de verzekerde om zelf de vordering na te jagen. De te betalen premie is over het algemeen afhankelijk van een solvabiliteitsonderzoek. Bovendien wordt er een maximaal kredietlimiet per klant vooropgesteld.

Schadevergoeding door de verzekeringsmaatschappij

Wanneer de verzekeraar een schadevergoeding toekent, moet dit als een opbrengst worden geboekt. Het CBN-advies 2011/15 legt uit hoe dit boekhoudkundig moet verlopen. Hiervoor verwijst het naar de Diverse bedrijfsopbrengsten die zich onder de rekeningen 743 tot 749 bevinden. Hierbij moet er bovendien rekening worden gehouden dat de rechten op de handelsvordering verloren gaan en worden overgedragen op de verzekeringsmaatschappij. De vordering zal met andere woorden uit de boekhouding van de onderneming verdwijnen. In onderstaand voorbeeld leggen we uit hoe je dit boekhoudkundig dient te verwerken.

Boekhoudkundige verwerking van de waardevermindering op handelsvorderingen die door een kredietverzekering worden gedekt, bij niet-betaling door de klant

Stel dat je een handelsvordering hebt op een klant ten belope van 10.000 euro. De klant blijkt insolvabel te zijn en gaat niet over tot betalen. Je spreekt hiervoor de verzekeringsmaatschappij aan die een schadevergoeding toekent van 60% van de vordering. Hieronder vind je alle boekingen met betrekking tot deze factuur, zonder rekening te houden met de btw-administratie.

In eerste instantie boek je de verkoopfactuur in:

400 Handelsdebiteuren 10.000
700-707 Verkopen en dienstprestaties 10.000

 

Bij een abnormale vertraging zal je de factuur overboeken naar de dubieuze debiteurenrekening:

407 Dubieuze debiteuren 10.000
400 Handelsdebiteuren 10.000

 

Wanneer de betaling uitblijft en je de factuur ter incasso overdraagt aan de kredietverzekeraar, moet je een waardevermindering inboeken ten belope van het niet-gedekte gedeelte van de vordering. In dit geval gaat het om 40% van de vordering of 4.000 euro.

6340 Waardeverminderingen op handelsvorderingen op ten hoogste één jaar: toevoeging 4.000
409 Handelsvorderingen: geboekte waardeverminderingen (-) 4.000

 

Vervolgens boek je de schadevergoeding die door de kredietverzekeraar wordt toegekend:

550 Kredietinstellingen: R/C 6.000
743-749 Diverse bedrijfsopbrengsten 6.000

Hierbij treedt de verzekeraar echter in de rechten van de verzekerde. De verzekeraar kan nu zelf de vordering trachten te claimen bij de klant en jij verliest je rechten ten aanzien van de vordering. Hierdoor zal de vordering ook definitief uit de eigen boeken verdwijnen en moet je deze afboeken. De regularisatie van de btw lieten we hier dus achterwege.

409 Handelsvorderingen: geboekte waardeverminderingen (-) 4.000
642 Minderwaarden op de realisatie van handelsvorderingen 6.000
407 Dubieuze debiteuren 10.000

 

Boekhoudkundige verwerking van de waardevermindering op handelsvorderingen die door een kredietverzekering worden gedekt, bij gedeeltelijke betaling door de klant

In bovenstaand voorbeeld namen we aan dat de klant helemaal niet tot betalen overging. Het is echter ook mogelijk dat de klant wel een deelbetaling uitvoerde nog voor de vordering aan de verzekeraar werd overgedragen. Stel bijvoorbeeld dat de dubieuze debiteur 1.000 euro voldeed. We boeken opnieuw eerst de verkoopfactuur:

 400 Handelsdebiteuren 10.000
700-707 Verkopen en dienstprestaties 10.000

 

Bij een abnormale vertraging zal je de factuur overboeken naar de dubieuze debiteurenrekening:

407 Dubieuze debiteuren 10.000
400 Handelsdebiteuren 10.000

De dubieuze klant voldoet nu echter 1.000 euro:

550 Kredietinstellingen: R/C 1.000
407 Dubieuze debiteuren 1.000

Voor het resterend bedrag van 9.000 euro spreek je nu alsnog de verzekeraar aan. Ook in dit geval zal de verzekeraar 40% van de oorspronkelijke vordering (4.000 euro) niet dekken en moet je een waardevermindering inboeken:

6340 Waardeverminderingen op handelsvorderingen op ten hoogste één jaar: toevoeging 4.000
409 Handelsvorderingen: geboekte waardeverminderingen (-) 4.000

 

Bij uitbetaling van het resterend bedrag van 5.000 euro door de verzekeraar, boek je dit als een bedrijfsopbrengst:

550 Kredietinstellingen: R/C 5.000
743-749 Diverse bedrijfsopbrengsten 5.000

 

Door de subrogatie zal de verzekeraar opnieuw in je rechten treden en verdwijnt het resterend gedeelte van de vordering definitief uit de boeken:

409 Handelsvorderingen: geboekte waardeverminderingen (-) 4.000
642 Minderwaarden op de realisatie van handelsvorderingen 5.000
407 Dubieuze debiteuren 9.000