Van zodra een handelsvordering ontstaat, moet je het boekhoudkundig als een inkomst verwerken. Hierdoor zal het deel uitmaken van de belastbare grondslag, ongeacht de vraag of de klant al dan niet betaalde. Het is echter ook mogelijk dat je onderweg nooit een betaling ontving of dat je van de curator slechts een deelbetaling krijgt toegewezen. De waarde van de handelsvordering neemt met andere woorden af. Zo’n waardevermindering zal de belastbare grondslag dan ook doen dalen, zelfs wanneer de waardevermindering plaatsvindt in een ander boekjaar dan het boekjaar waarin de handelsvordering ontstond.
Registreren van dubieuze debiteuren
In een eerder artikel hadden we het al over het belang van de rekening 407 Dubieuze debiteuren. Op deze rekening worden handelsvorderingen geïsoleerd waarvan de inning hoogst twijfelachtig is. Zo’n afzondering kan het gevolg zijn van een abnormale vertraging van de betaling, een geschil over de factuur of een lopende faillissementsprocedure. Voorafgaand aan de waardevermindering zal de handelsvordering dan ook altijd naar de dubieuze debiteurenrekening worden verplaatst.
407 | Dubieuze debiteuren | 10.000 | |
400 | Handelsdebiteuren | 10.000 |
Waardevermindering op handelsvorderingen
Na een juridische procedure kan de waarde van de handelsvordering afnemen, bijvoorbeeld omdat de rechter meent dat de vordering niet helemaal bewezen is. De afname van de handelsvordering kan ook het gevolg zijn van een faillissement waarbij de curator ook andere schuldeisers moet betalen. Stel bijvoorbeeld dat de curator stelt dat je van je handelsvordering van 10.000 euro nog maximaal 4.500 euro kan recupereren. Dan boek je:
6340 | Waardeverminderingen op handelsvorderingen | 5.500 | |
409 | Geboekte waardeverminderingen | 5.500 |
Ontvangst van de verminderde handelsvordering
Wanneer je uiteindelijk het bedrag van 4.500 euro ontvangt, neem je de waardevermindering terug:
409 | Geboekte waardeverminderingen | 5.500 | |
6341 | Waardeverminderingen op handelsvorderingen op ten hoogste één jaar: terugneming | 5.500 |
Vervolgens boek je de gerealiseerde minderwaarde en neem je de overboeking van de vordering naar de 407-rekening terug:
642 | Minderwaarden op de realisatie van handelsvorderingen | 5.500 | |
550 | Bank | 4.500 | |
407 | Dubieuze debiteuren | 10.000 |
Ontvangst van een lager bedrag dan de verminderde handelsvordering
Het is echter ook mogelijk dat je uiteindelijk alsnog een lager bedrag van de klant ontvangt. Bijvoorbeeld omdat je wel over een gerechtelijk vonnis beschikt, maar de klant uiteindelijk insolvabel blijkt te zijn. Stel bijvoorbeeld dat je geen 4.500 maar slechts 2.000 euro ontvangt. Ook in dit geval neem je eerst gewoon de geboekte waardevermindering terug:
409 | Geboekte waardeverminderingen | 5.500 | |
6341 | Waardeverminderingen op handelsvorderingen op ten hoogste één jaar: terugneming | 5.500 |
De gerealiseerde minderwaarde zal nu wel hoger zijn:
642 | Minderwaarden op de realisatie van handelsvorderingen | 8.000 | |
550 | Bank | 2.000 | |
407 | Dubieuze debiteuren | 10.000 |
Ontvangst van een hoger bedrag dan de verminderde handelsvordering
In sommige gevallen zal je uiteindelijk alsnog een hoger bedrag ontvangen. Dit bijvoorbeeld omdat niet alle schuldeisers bij de afwikkeling van het faillissement hun rechten deden gelden. We stellen nu dat je geen 4.500 euro ontvangt, maar 4.750 euro. We nemen opnieuw de geboekte waardevermindering terug:
409 | Geboekte waardeverminderingen | 5.500 | |
6341 | Waardeverminderingen op handelsvorderingen op ten hoogste één jaar: terugneming | 5.500 |
De boekhoudkundige verwerking is verder identiek, maar de gerealiseerde minderwaarde zal gewoon kleiner zijn:
642 | Minderwaarden op de realisatie van handelsvorderingen | 5.250 | |
550 | Bank | 4.750 | |
407 | Dubieuze debiteuren | 10.000 |