Wie auteursrechtelijk beschermde werken creëert, kan in principe via de overdracht van de auteursrechten onder een fiscaal gunstregime opereren. Alle natuurlijke personen (zoals werknemers, bedrijfsleiders en eenmanszaken) kunnen hiermee hun belastingdruk verlagen. Het laagste tarief bedraagt 7,5%. Om het fiscaal voordeel te kunnen genieten, moet er wel aan een aantal voorwaarden zijn voldaan. De verstrekker van de auteursrechtelijke vergoeding moet bovendien aan verregaande fiscale verplichtingen voldoen. Hierdoor is het niet altijd even realistisch om zo’n auteursrechtelijke vergoeding toe te kennen, hoewel er ook hier oplossingen denkbaar zijn.

Fiscaal gunstregime voor auteursrechten

Ten aanzien van auteursrechten geldt er een fiscaal gunstregime. Auteursrechten worden dan ook niet belast aan de bekende progressieve tarieven in de inkomstenbelasting, maar worden gezien als roerende inkomsten en aan een gunsttarief van 15% belast. Wel is de kwalificatie als roerende inkomsten beperkt tot een maximumbedrag van 61.200 euro (inkomstenjaar 2019).

Van de aan te geven roerende inkomsten mogen beroepskosten worden afgetrokken. Hierbij heb je de keuze tussen het aangeven en bewijzen van de werkelijke beroepsinkomsten of het gebruiken van het kostenforfait. In de praktijk is dat laatste vaak heel interessant.

Schijf inkomsten uit auteursrechten (inkomstenjaar 2019)

Forfaitaire kosten

Roerende voorheffing

Tot € 16.230

50%

7,5%

€ 16.230 – € 32.640

25%

11,25%

€ 32.640 – € 61.200

0%

15%

> € 61.200

0%

Aan te geven in de inkomstenbelasting (tarieven van 25 – 50%)

Wie met andere woorden in inkomstenjaar 2019 € 61.200 auteursrechten ontvangt en de forfaitaire kosten gebruikt, moet slechts € 7.344 belastingen betalen (ongeveer 12% roerende voorheffing), wat inderdaad veel gunstiger is dan de tarieven in de inkomstenbelasting die beginnen te lopen vanaf 25%.

Wie kan voordeel halen uit het gunstregime?

In tegenstelling tot wat men soms al eens denkt, gaan auteursrechten vrij ver. Opdat er sprake zou zijn van een auteursrechtelijk beschermd werk moet er enkel aan volgende voorwaarden zijn voldaan:

·         Het werk moet voldoende origineel zijn

·         Het werk moet een concrete vorm hebben (louter ideeën volstaan niet)

Of een werk al dan niet auteursrechtelijk beschermd is, is een feitenkwestie. Zo aanvaardt men bijvoorbeeld wel dat de softwarecode van een ontwikkelaar auteursrechtelijke bescherming geniet, net zoals teksten die werden geschreven door een copywriter of lesmateriaal dat werd gemaakt door sprekers op seminaries. Anderzijds aanvaardt de fiscus niet dat bijvoorbeeld contracten of algemene voorwaarden die werden opgesteld door een advocaat auteursrechtelijke bescherming genieten.

In de praktijk is het gunstregime vooral interessant voor volgende beroepsgroepen:

  •          Softwareontwikkelaars
  •          Designers en ontwerpers
  •          Beeldende kunstenaars
  •          Journalisten
  •          Regisseurs
  •          Architecten
  •          Lesgevers en sprekers op seminaries
  •          Auteurs
  •          (Stem)acteurs, zangers en uitvoerende kunstenaars

Strikte voorwaarden verbonden aan fiscaal gunstregime

Hoewel het fiscaal gunstregime heel gunstig is, gelden er verregaande en strikte voorwaarden die het erg gecompliceerd maken.

In de eerste plaats moet er bijvoorbeeld een (schriftelijke) overeenkomst zijn tussen de ontvanger en de overdrager van de auteursrechten. Hierin wordt best de concrete vergoeding voor de licentie of de overdracht van de auteursrechten opgenomen. Belangrijk is dat deze vergoeding realistisch en marktconform is. Voor zelfstandige copywriters wordt bijvoorbeeld aanvaard dat 50% van de factuur een vergoeding is voor de overdracht of licentie van auteursrechten, terwijl de andere 50% van de factuur een vergoeding is voor het geleverde werk. Ook de beperking tot 50% van het resultaat van het boekjaar en 12,5% van de omzet wordt vaak door de Rulingcommissie opgelegd.

In de praktijk verschilt het een en ander echter van werk tot werk. Zo wordt van sommige software of architecturale ontwerpen aangenomen dat ze origineler zijn en dus recht openen op een hogere auteursrechtelijke vergoeding, terwijl dat anderzijds ook omgekeerd kan zijn. Net daarom is het aangeraden om een ruling aan te vragen bij de Rulingcommissie om duidelijkheid te verkrijgen.

Daaropvolgend moet de ontvanger van de auteursrechtelijke vergoeding steeds een natuurlijk persoon zijn. Een vennootschap kan dus geen auteursrechten factureren, maar natuurlijk wel uitbetalen.

De roerende voorheffing moet aan de bron worden afgehouden en worden aangegeven en doorgestort aan de Staat. Het is de ontvanger van de factuur die aan de strenge verplichtingen moet voldoen, zoals het opstellen van de fiscale fiche 281.45 en het tijdig doorstorten van de roerende voorheffing. Het is ook de ontvanger van de factuur die tegen boetes kan aanlopen indien hij niet aan zijn fiscale verplichtingen voldoet.

Auteursrechten toekennen via de vennootschap

Werknemers en bedrijfsleiders kunnen van hun vennootschap een vergoeding krijgen voor de overdracht of de licentie van auteursrechten. Het is dan de vennootschap die aan de nodige fiscale verplichtingen dient te voldoen. Het is een ideale manier om het loon fiscaal te optimaliseren. Ook hier moet de vergoeding voor auteursrechten realistisch en marktconform zijn en bestaan naast het toegekende loon.

Het is eveneens belangrijk om er rekening mee te houden dat auteursrechtenvergoedingen voor werknemers onderworpen zijn aan RSZ-bijdragen. Daarnaast moet een bedrijfsleider die van zijn vennootschap een auteursrechtvergoeding ontvangt in principe ook een correcte zaakvoerdersbezoldiging ontvangen van € 45.000 (inkomstenjaar 2019).

Auteursrechten ontvangen in de eenmanszaak

Als eenmanszaak is het mogelijk om rechtstreeks auteursrechten te factureren aan klanten. Toch wordt dit zelden gedaan, want zelden zijn klanten happig om aan de extra fiscale verplichtingen te voldoen en voor de moeilijke boekhoudkundige verwerking van auteursrechten in te staan. Daarnaast is het niet realistisch dat een zelfstandige met elke (kleine) klant een uitgebreide schriftelijke overeenkomst opstelt. Ook ten aanzien van buitenlandse klanten is het factureren van auteursrechten daarom niet realistisch.

Wie creatief is, maakt gebruik van een oplossing. Zo is het perfect mogelijk om een beroep te doen op een tussenpersoon. De auteursrechten worden dan overgedragen aan een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon die de auteursrechtelijke vergoeding toekent en de nodige betalingen uitvoert. De tussenpersoon zal vervolgens factureren aan de eindklant, waarbij de auteursrechten aan die laatste worden overgedragen. De eindklant krijgt met andere woorden nooit te maken met de fiscaal ingewikkelde verwerking van auteursrechten en moet geen uitgebreide schriftelijke overeenkomst ondertekenen. Er zijn in België intussen verschillende beheervennootschappen actief die aan de nodige fiscale verplichtingen voldoen. Zij houden natuurlijk ook een commissie in.