Je Belgische boekhouding moet je in principe in euro voeren. Maar het kan natuurlijk wel dat je voor buitenlandse klanten in andere valuta factureert of dat je leveranciers dat ten opzichte van jou doen. Dat is toegestaan, maar dergelijke vorderingen moeten dan wel steeds in euro in de boekhouding worden opgenomen. Omdat wisselkoersen in de loop van het boekjaar voortdurend wijzigen, is het niet onlogisch dat dergelijke omrekeningsverschillen je omzet positief (stijging van de vorderingen of daling van de schulden) of negatief (daling van je vorderingen of stijging van de schulden) beïnvloeden. Op het einde van het boekjaar moet je dergelijke positieve of negatieve omrekeningsverschillen dan ook boekhoudkundig verwerken opdat de jaarrekening klopt.

Boeken van aankopen en vorderingen in vreemde valuta

Op het moment dat je een factuur in vreemde valuta ontvangt of opstelt, moet je dat volgens de dagkoers omrekenen. Je verwerkt de factuur dus gewoon in euro en dit volgens de verkopers- of koperkoers. Daarnaast mag je ook de middenkoers gebruiken of zelfs gemiddelde koerswaarden hanteren, hoewel dat laatste enkel mag indien de buitenlandse munt niet al te volatiel is. Voor de Amerikaanse dollar kan dat bijvoorbeeld wel, maar voor de Venezolaanse bolivar accepteert de fiscus dat niet. Eventuele verwerkingskosten bij de verwerking van buitenlandse transacties mag je gewoon als bankkosten boeken en zijn fiscaal aftrekbaar.

Hoe omrekeningsverschillen boeken op het einde van het boekjaar?

Op het einde van het jaar zal de koerswaarde natuurlijk niet meer overeenkomen met hoe je de aankoop of vordering aanvankelijk in de boekhouding had verwerkt. Als onderdeel van de eindejaarsverrichtingen moet je de wisselkoersverschillen dan ook boekhoudkundig verwerken.

De Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN) geeft er de voorkeur aan om omrekeningsverschillen per munt te globaliseren. Hiervoor raadt de CBN aan om de subrekeningen 496 Negatieve omrekeningsverschillen per munt en 497 Positieve omrekeningsverschillen per munt te gebruiken. Die globalisering is echter niet nodig indien het gaat om rekeningen-courant of liquide middelen bij een financiële instelling. Dan worden zowel de negatieve als de positieve omrekeningsverschillen in het resultaat opgenomen.

De wisselkoersverschillen worden telkens via een overlopende rekening geboekt (opsplitsing tussen negatieve en positieve omrekeningsverschillen per munt). Er wordt per munt nagegaan of het gaat om een positief of negatief globaal omrekeningsverschil. Bij een negatief globaal omrekeningsverschil wordt het verschil afgeboekt naar de rekening 655 Resultaten uit de omrekening van vreemde valuta. Bij een positief globaal omrekeningsverschil gebruiken we hiervoor de overlopende rekening 493 Over te dragen opbrengsten. We sluiten het boekjaar af met een actuele weergave van de vorderingen en schulden, uitgedrukt in euro.

Hoe omrekeningverschillen boeken bij het begin van het boekjaar?

Bij het openen van het nieuwe boekjaar verlaten we bovenstaande fictie en herstellen we de situatie. De openstaande vorderingen of schulden worden dan opnieuw omgezet naar de koers van de vreemde valuta van voor de inventarisdatum. Daarom moet je de rekening 493 Over te dragen opbrengsten salderen of de rekening 655 Resultaten uit de omrekening van vreemde valuta crediteren. Indien de schulden of vorderingen op het einde van het volgende boekjaar nog steeds open staan, moeten ze opnieuw worden geactualiseerd.

Wat als je de boekhouding in een andere munt voert?

In uitzonderlijke gevallen kan je een toelating verkrijgen om je boekhouding in een andere munt te voeren. Dan gelden dezelfde principes indien je bijvoorbeeld facturen in euro ontvangt of verzendt. De vreemde valuta is dan de norm en geldt ook als de basis voor de jaarrekening.