Met een aanwervingsincentive (AWI) wil Vlaanderen langdurig werkzoekenden eenvoudiger aan een job helpen. Werkgevers staan namelijk kritisch ten opzichte van werknemers die lange tijd niet aan de slag zijn geweest en maar geen job kunnen vinden. Door de werkgever financieel te belonen, maakt de Vlaamse Regering deze doelgroep interessanter. Er zijn wel heel wat voorwaarden verbonden aan de premie die tot 4.250 euro kan oplopen.

Voorwaarden voor de aanwervingsincentive voor langdurig werkzoekenden

Voor deze incentive maakt het niet uit of de werkgever actief is in de private of de publieke sector. Ook vzw’s komen gewoon in aanmerking. Wel moet de werknemer verplicht in Vlaanderen tewerk worden gesteld. Verder zijn ondernemingen in moeilijkheden expliciet van deze regeling uitgesloten.

Waar de regeling soepel is ten aanzien van de werkgever, gelden specifieke eisen ten aanzien van de werknemer. In de eerste plaats is het namelijk vereist dat de werknemer langdurig werkzoekend is. In de praktijk betekent dit dat de werknemer op het ogenblik van de indiensttreding al twee jaar als niet-werkende werkzoekende bij de VDAB moet zijn ingeschreven. Ook geldt deze incentive enkel voor werknemers die 25 jaar of ouder en 55 jaar of jonger (sinds 2020; voorheen 54 jaar of jonger) zijn op het einde van het kwartaal van de indiensttreding.

Ook ten opzichte van de arbeidsovereenkomst gelden er eisen. In de eerste plaats zijn contracten als gelegenheidsmedewerker, flexi-jobcontracten en uitzendcontracten uitgesloten. Daarnaast moet het tewerkstellingspercentage 30% of meer bedragen. Tevens moet de werknemer worden tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur. Tijdelijke arbeidsovereenkomsten van minimaal drie maanden worden hier echter mee gelijkgesteld wanneer dit een gangbaar wervingsbeleid is in de onderneming.

Bedrag van de aanwervingsincentive voor langdurig werkzoekenden

De incentive bestaat uit een premie van 1.250 euro die de werkgever krijgt wanneer de werknemer er drie maanden aan de slag is. Als de werknemer nadien ook langer aan de slag blijft, krijgt de werkgever na twaalf maanden een tweede premie van 3.000 euro. Deze premies gelden enkel bij een tewerkstelling van 80% of meer. Bij een tewerkstelling van minder dan 80% wordt de premie verminderd. In onderstaande tabel is dit weergegeven.

Tewerkstellingspercentage (*) Subsidiepercentage Premie na 3 maanden Premie na 12 maanden Totaal
< 30% 0% € 0 € 0 € 0
30% – 80% 60% € 750 € 1.800 € 2.550
≥ 80% 100% € 1.250 € 3.000 € 4.250
(*) In het kader van de coronacrisis is er voorzien dat werkgevers de berekening van dit tewerkstellingspercentage kunnen berekenen op de maanden voor de coronacrisis.

Deze premie kan niet worden gecumuleerd met de loonincentive voor invoegbedrijven, de vergoeding in het kader van de lokale diensteneconomie en de loonincentive in het kader van collectief maatwerk. Cumulatie met een VOP, de SINE, RIZIV-financiering en de doelgroepvermindering voor oude werknemers is wel mogelijk.

Ten slotte wordt deze aanwervingsincentive vrijgesteld van belastingen in de vennootschapsbelasting. Dit houdt tegelijkertijd in dat de premie voor eenmanszaken, daar zij geen vennootschapsbelasting moeten betalen, wel in de personenbelasting wordt belast.