Enkele van de meest geslaagde ondernemers begonnen hun activiteiten al tijdens hun studentenperiode. Niet altijd met succes, want onder andere Bill Gates en Mark Zuckerberg gaven er hun studies voor op. Toch hoeft dat niet te betekenen dat studeren en ondernemen niet hand in hand kunnen gaan. Bellevue-Gavare, Madam Bakster en Teamleader zijn slechts enkele recente voorbeelden van geslaagde Belgische ondernemingen die tijdens de studententijd het levenslicht zagen. Het statuut van de student-zelfstandige is dan ook de ideale basis om de twee te combineren.

Voorwaarden voor het statuut van student-zelfstandige

Om op het statuut van student-zelfstandige beroep te kunnen doen, moet je student en jongere zijn. In de praktijk moet je dus aan twee criteria voldoen:

  • Leeftijdscriterium: minimaal 18 en hoogstens 25 jaar oud;
  • Opleidingscriterium: je moet een volwaardige opleiding volgen en je moet regelmatig aanwezig zijn.

Er is met andere woorden geen nationaliteitsvereiste: ook buitenlandse studenten die hier komen studeren, kunnen gebruik maken van het statuut van student-zelfstandige.

Leeftijdscriterium

Minderjarigen kunnen niet zomaar op eigen houtje een eigen zaak starten en zijn uitgesloten van het statuut van student-zelfstandige. Bovendien is het statuut van student-zelfstandige beperkt tot de leeftijd waarop men kinderbijslag kan ontvangen, met name de leeftijd van 25 jaar. Dit omdat het statuut rekent op de rechten die je via jouw ouders opbouwt (hoewel dat zich enkel in het leeftijdscriterium laat vertalen).

Opleidingscriterium

Het opleidingscriterium houdt in dat de student (i) in hoofdzaak moet ingeschreven zijn, (ii) het doel heeft om een erkend diploma, getuigschrift, attest, certificaat of creditbewijs te behalen en (iii) regelmatig lessen volgt.

In hoofdzaak ingeschreven zijn

Je moet in hoofdzaak ingeschreven zijn bij een Belgische of een buitenlandse onderwijsinstelling en dit met het behalen van een in België erkend diploma tot doel. In hoofdzaak impliceert dat studeren jouw ‘hoofdberoep’ moet zijn. En daarom is het enkel toegelaten indien je minimaal:

  • 27 ECTS-studiepunten per academie- of schooljaar opneemt; of
  • Minstens 17 lesuren per week

Ook cursussen die je volgt bij Syntra of bij een centrum voor volwassenenonderwijs komen in aanmerking voor het statuut van student-zelfstandige, net zoals inschrijvingen met een credit- of examencontract.

Het doel hebben om een erkend diploma te behalen

De diplomavereiste kan ruim worden geïnterpreteerd. Ook wanneer de opleiding in een creditbewijs, certificaat, getuigschrift of attest resulteert, is eraan voldaan. Het kan ook gaan om het behalen van een buitenlands diploma, op voorwaarde dat het diploma door een officiële dienst in België wordt erkend.

Regelmatig lessen volgen

De loutere inschrijving volstaat niet: je moet ook effectief regelmatig lessen volgen. Tijdens de inschrijving bij het sociaal verzekeringsfonds zal men een attest vragen dat door de onderwijsinstelling moet worden ingevuld. Attesten blijven uiteraard slechts één (academie)jaar geldig.

Hiernaast is het voor de onderwijsinstelling niet altijd mogelijk om het regelmatig karakter van de aanwezigheid aan te tonen, omdat er nu eenmaal geen aanwezigheden worden opgenomen. Daarom kan je het regelmatig karakter op drie verschillende manieren aantonen:

  • Met een attest van de onderwijsinstelling;
  • Door effectief deel te nemen aan de examens voor minimaal 27 studiepunten of 17 lesuren. Het is niet vereist dat je slaagt voor deze examens, maar wel dat je effectief deelnam. De effectieve deelname wordt bewezen door het voorleggen van een cijfer hoger dan 0 of, indien effectief werd deelgenomen maar een cijfer van 0 werd behaald, door het voorleggen van een verklaring van de onderwijsinstelling;
  • Door je te laten begeleiden in een ondernemingsproject van de onderwijsinstelling (bv. ideafactory van Arteveldehogeschool of Durf Ondernemen van UGent).

Wat houdt het sociaal statuut van de student-zelfstandige in?

Het sociaal statuut van de student-zelfstandige is voornamelijk interessant indien het om beperkte inkomsten gaat. In zo’n geval zou een zelfstandige in hoofdberoep immers minimale sociale bijdragen moeten betalen. Bij de student-zelfstandige is dat anders. Echter heeft het wel tot gevolg dat de student-zelfstandige ten laste blijft van de ouders en dus zelf geen extra rechten opbouwt.

Sociale bijdragen als student-zelfstandige

Gedurende de eerste drie volledige jaren moet je een forfaitaire en voorlopige bijdrage betalen. Het gaat om een bijdrage van ongeveer 80 euro per kwartaal (afhankelijk van de beheerskosten van het sociaal verzekeringsfonds).

Wanneer jouw werkelijke inkomsten later gekend zijn, worden de voorlopige bijdragen dan geregulariseerd. Je zal geld terugkrijgen of moeten bijbetalen (cijfers inkomstenjaar 2019):

  • Een jaarinkomen van <€6.923,69: geen sociale bijdragen betalen;
  • Jaarinkomen van €6.923,69 tot €13.847,39: 21% op het deel van het inkomen dat de grens van €6.923,69 overschrijdt;
  • Jaarinkomen van €13.847,39 of meer: je moet bijdragen betalen zoals een zelfstandige in hoofdberoep. Je moet minstens de hoge minimale kwartaalbijdrage betalen. De grens van €13.847,39 is met andere woorden niet onbelangrijk, daar dat een forse verhoging van de te betalen sociale bijdragen impliceert.

Wanneer je een beperkt jaarinkomen hebt en in principe geen sociale bijdragen moet betalen, kan je jouw sociaal verzekeringsfonds vragen om de forfaitaire bijdrage niet te moeten betalen. Maar let wel op want indien uiteindelijk blijkt dat jouw jaarinkomen toch hoger lag, moet je immers een verhoging betalen.

Vanaf het vierde jaar zal men opnieuw overgaan tot forfaitaire bijdragen op basis van de netto beroepsinkomsten van het eerste jaar. Later zal men ze opnieuw regulariseren.

Wat krijg je daarvoor in ruil?

Dat is afhankelijk van de hoegrootheid van de betaalde bijdragen. De grens van €13.847,39 is ook hier cruciaal.

Student-zelfstandige met vrijgestelde of verminderde bijdrage (< €13.847,39)

In dit geval behoud je een aantal rechten omdat je ten laste blijft van jouw ouders. Dit heeft tot gevolg dat:

  • Je nog steeds recht hebt op kinderbijslag; en
  • Je ziekteverzekering nog steeds via jouw ouders loopt.

Anderzijds bouw je geen pensioenrechten op, evenals rechten in de arbeidsongeschiktheids-, invaliditeits-, en moederschapsverzekering. Wat de wachttijd voor het ziekenfonds betreft, kan er voor de student met verminderde bijdrage wel een voordeel zijn.

Student-zelfstandige met sociale bijdragen zoals zelfstandige in hoofdberoep (>= €13.847,39)

Deze student-zelfstandige geniet dezelfde sociale rechten als de zelfstandige in hoofdberoep en is niet langer ten laste van de ouders. Zo heeft de student-zelfstandige recht op de terugbetaling bij arbeidsongeschiktheid en bouwt de student-zelfstandige ook pensioen op.

Einde statuut student-zelfstandige

Er zijn verschillende manieren waarop het statuut van de student-zelfstandige ten einde kan lopen. Omdat het verregaande gevolgen heeft voor de te betalen sociale zekerheidsbijdragen, is het belangrijk om te weten wanneer je niet langer van het statuut van student-zelfstandige kan genieten:

  • Je voldoet niet langer aan de studievoorwaarden (in hoofdzaak ingeschreven zijn en regelmatig de lessen volgen): je verliest het sociaal statuut van student-zelfstandige met terugwerkende kracht. Voor dit kwartaal moet je sociale bijdragen betalen zoals de zelfstandige in hoofdberoep;
  • Je wordt 25 jaar: het statuut van de student-zelfstandige vervalt op 30 september van het jaar waarin je 25 wordt en dit ongeacht de exacte datum van de verjaardag;
  • Vrijwillige verzaking: vanaf de eerste dag van het kwartaal volgend op de indiening van de verzaking.

Om ernstige vorderingen te voorkomen is het belangrijk om elke wijziging in jouw studiesituatie aan het sociaal verzekeringsfonds te melden.