Als zelfstandige moet je verplicht elk kwartaal de sociale zekerheidsbijdragen betalen aan je sociaal verzekeringsfonds. Dat is niet alleen het geval voor de zelfstandige in hoofdberoep, maar ook voor bijberoepers. De betaling moet steeds door het sociaal verzekeringsfonds ontvangen zijn op het einde van het kwartaal. Doe je dat niet tijdig? Dan zijn er een aantal sancties voorzien. Deze sancties zijn niet min. Veel zelfstandigen hebben nog steeds de neiging om bij financiële problemen eerst hun leveranciers te betalen, maar onthoud toch maar dat vooral het sociaal verzekeringsfonds voorrang krijgt.

Verplichte verhoging van de sociale bijdragen

Wanneer je de sociale bijdrage niet tijdig zou betalen, moet het sociaal verzekeringsfonds verhogingen in rekening brengen. Zij zijn daartoe wettelijk verplicht, zelfs wanneer je slechts een enkele euro te weinig zou hebben betaald. Er zijn twee verhogingen voorzien:

  • Een verhoging van 3% op het negatieve saldo bij het verstrijken van elk kwartaal;
  • Een eenmalige verhoging van 7% op het einde van het kalenderjaar, op alle bijdragen die dan nog niet werden betaald.

Een openstaande sociale schuld verhoogt op een jaar dus met maar liefst 19% (7% + 4 x 3%)! Zeker wanneer je al langer betalingsproblemen hebt, wordt het wel heel moeilijk om al die verhogingen te betalen. Let er daarnaast op dat laattijdige betalingen in het laatste kwartaal extra doorwegen. In dat geval krijg je niet alleen af te rekenen met de kwartaalverhoging van 3%, maar meteen ook met de eenmalige verhoging van 7%. Deze verhogingen doen de rekening vaak sterk aandikken, waardoor sommige zelfstandigen met een sneeuwbaleffect krijgen af te rekenen.

Geen recht op uitkeringen

Om aanspraak te kunnen maken op de sociale zekerheid in België, moet je in orde zijn met de betaling van je sociale zekerheidsbijdragen. Wie niet in orde is met de betaling van de sociale zekerheidsbijdragen heeft bijvoorbeeld geen recht op de terugbetaling van de kosten voor geneeskundige verstrekkingen of op een uitkering bij werkonbekwaamheid. Hiervoor zijn er wel altijd een aantal referentiekwartalen waarmee men rekening houdt, waardoor het volstaat om enkel voor deze referentiekwartalen te betalen. Maar in de tussentijd heb je natuurlijk geen recht op uitkeringen en dikt het financieel sneeuwbaleffect verder aan. Ook op lange termijn, want ook de pensioenopbouw is afhankelijk van de betaalde bijdragen.

Verjaringstermijn van 5 jaar

Op de betaling van de sociale zekerheidsbijdragen is er een verjaringstermijn van 5 jaar van toepassing, die verjaringstermijn begint te lopen op 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de bijdrage verschuldigd is. Enkel tijdens deze periode kan het sociaal verzekeringsfonds de betaling van de achterstallige bijdragen vorderen.

De sociale verzekeringsfondsen treden actief op, dus reken maar niet op die verjaringstermijn. Beter is het om in contact te treden met je fonds om een afbetalingsplan op te stellen of eventueel een kwijtschelding aan te vragen. En als het echt niet lukt, overweeg dan of het niet beter is om de activiteiten gewoon stop te zetten. Alles beter dan de schuldenberg verder aan te laten dikken…