Zelfstandigen en vrije beroepen die minder dan elf werknemers in dienst hebben, kunnen een beroep doen op de belastingvrijstelling voor bijkomend personeel met een laag loon. Hiervoor mogen ze wel geen te hoog loon aan het personeel toekennen. Deze belastingvermindering wordt in de personenbelasting toegekend en bestaat niet langer voor vennootschappen.

Enkel voor bijkomend personeel met een laag loon

Deze belastingvermindering is er voor ondernemingen die minder dan elf werknemers in dienst hebben en die bijkomend personeel met een laag loon aanwerven. We spreken van een laag loon wanneer zij niet meer verdienen dan 11,88 euro per uur of 90,32 euro per dag. Deze bedragen worden niet geïndexeerd, maar kunnen wel met een KB worden verhoogd. Wanneer het personeelslid een hoger loon krijgt, kan er geen beroep worden gedaan op deze belastingvermindering. Elke kwartaal wordt deze berekening gemaakt door het brutoloon te delen door het aantal arbeidsuren of gepresteerde dagen. Vereist is bovendien dat deze werknemer in België tewerk wordt gesteld.

Om na te gaan of er sprake is van personeelsgroei, maakt men de vergelijking tussen het gemiddelde personeelsbestand van dit jaar en het gemiddelde personeelsbestand van het vorige jaar.

Met sommige personeelsleden wordt er echter geen rekening gehouden. Het gaat dan voornamelijk om de overname van bepaalde werknemers. Ook bijvoorbeeld bedrijfsleiders tellen niet mee. In de praktijk zal het sociaal secretariaat deze complexe berekening maken.

Belastingvermindering wordt pas jaar later definitief

De belastingvermindering wordt toegepast in de personenbelasting en in de belasting van niet-inwoners. Het geldt met andere woorden enkel voor zelfstandige ondernemers en vrije beroepen die personeel in dienst nemen. Zij krijgen per extra personeelslid een vermindering van 6.200 euro (aanslagjaar 2020, niet-geïndexeerd basisbedrag van 3.720 euro).

Er moet wel rekening worden gehouden met de gevolgen van afvloeiing in het volgende jaar. Wanneer er in het jaar dat volgt op de vrijstelling personeel afvloeit, wordt het totaalbedrag van de eerder vrijgestelde winst echter verminderd. De vrijstelling is met andere woorden pas definitief wanneer ook het gemiddelde personeelsbestand in het volgende jaar op hetzelfde niveau blijft. Ook hierop bestaan er weer uitzonderingen. Als de vermindering bijvoorbeeld het gevolg is van de overname van personeel door een nieuwe werkgever waarmee de belastingplichtige zich in een band van wederzijdse afhankelijkheid bevindt, gaat de belastingvermindering niet verloren. Dit mag dan wel niet het gevolg zijn van een splitsing, een stopzetting of een fusie.

Aanvragen van de belastingvermindering voor bijkomend personeel met een laag loon

Deze belastingvermindering is niet aan te vragen, maar kan gewoon worden toegepast bij de aangifte in de inkomstenbelasting. Alsook moet de fiche 276 T worden ingevuld en bezorgd. Bij een fiscale controle zal de controleur nagaan of dit terecht is aangegeven en of er aan alle voorwaarden is voldaan. In de vennootschapsbelasting is deze maatregel vanaf aanslagjaar 2021 (inkomstenjaar 2020) geschrapt.

In de praktijk is de relevantie van deze maatregel beperkt. De loondrempels zijn laag en voor eenmanszaken is het door de onbeperkte persoonlijke aansprakelijkheid vaak niet interessant om personeel in dienst te nemen.