Als zelfstandige moet je natuurlijk ook belastingen betalen. Ofwel op de bezoldiging als zaakvoerder ofwel op de integrale winst, zoals dat bij een eenmanszaak het geval is. Gelukkig kan je de personenbelasting ook milderen door middel van verschillende belastingverminderingen. Dat is bijvoorbeeld het geval voor giften of maaltijdcheques. Toch lijken er velen te vergeten dat er ook een belastingvermindering is voor kinderopvang.

Voorwaarden voor belastingvermindering voor kinderopvang

Niet zomaar alle uitgaven komen in aanmerking voor de belastingvermindering voor kinderopvang. De wetgever legt dan ook een aantal voorwaarden op:

  • Het moet gaan om kosten voor kinderopvang buiten de normale lesuren. Hieronder valt bijvoorbeeld naschoolse kinderopvang, kinderopvang tijdens de middagpauze of de opvang van kinderen in internaten. Bijkomende kosten zoals maaltijden zijn dan weer uitgesloten van de belastingvermindering voor kinderopvang, net zoals schoolreizen.
  • De kinderopvang moet gebeuren in een lidstaat van de EER. Hieronder vallen naast de 28 EU-landen drie van de vier EVA-landen. Onthoud vooral dat de kinderopvang ook in het buitenland mag gebeuren, zolang het maar gaat om kinderopvangkosten in de EU, Noorwegen, IJsland of Liechtenstein.
  • De kinderopvang moet gebeuren voor een kind jonger dan twaalf jaar, te bekijken op het moment van de opvang. Wanneer het gaat om een kind met een zware handicap wordt die leeftijd opgetrokken tot achttien jaar.
  • Het kind moet fiscaal ten jouwer laste zijn of het moet gaan om co-ouderschap. In het tweede geval behoort slechts de helft van het belastingvoordeel jou toe.
  • Je moet beroepsinkomsten Bij een gezamenlijke belasting volstaat het dat één van de twee aangevers beroepsinkomsten heeft.
  • De kosten voor kinderopvang moet aan een specifieke opvangvoorziening zijn betaald.

Daarnaast moet je de uitgaven ook kunnen bewijzen. De meeste opvangvoorzieningen en instanties reiken daarvoor een speciaal attest uit dat aan alle voorwaarden voldoet. Ze zijn echter niet verplicht om dat te doen. In dat geval volstaat het als je ook zelf de uitgaven kan bewijzen door middel van betalingsbewijzen en inschrijvingsbevestigingen. Het maakt bovendien niet uit wie de uitgaven betaalt, zo kan je als ouder van de belastingvermindering voor kinderopvang genieten terwijl het de grootouders zijn die de opvang betalen.

Hoe groot is de belastingvermindering voor kinderopvang?

Je mag de gemaakte kosten voor kinderopvang inbrengen als uitgaven. Echter worden deze uitgaven begrensd tot maximaal € 11,20 per kind per opvangdag (aanslagjaar 2020, inkomsten 2019). Daarop wordt vervolgens een belastingvermindering van 45% toegepast. Uiteraard mag je voor aanslagjaar 2020 enkel de gemaakte opvangkosten van inkomstenjaar 2019 aangeven.

Voorbeeld berekenen belastingvermindering kinderopvang

Stel bijvoorbeeld dat er voor een kind, dat op 1 september 2019 de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt, in inkomstenjaar 2019 (aanslagjaar 2020) volgende kosten voor kinderopvang worden gemaakt:

  • Middagopvang op school tijdens de periode januari tot en met eind juni: 60 dagen aan een bedrag van € 3,- per dag.
  • In de maand juli gaat het kind twintig dagen naar de vakantie-opvang. Dit kost € 15,- per dag.
  • Tijdens de herfstvakantie gaat het kind vijf dagen op vakantiekamp met de jeugdbeweging. Dit kost € 10,- per dag.

Voor de periode van januari tot en met eind juni stelt er zich geen probleem. Het kind is nog geen twaalf jaar en de kostprijs is lager dan het grensbedrag. Hierdoor kan het bedrag van € 180,- (€ 3 x 60) integraal aangegeven worden.

Ook in de maand juni is het kind nog geen twaalf jaar geworden. Omdat het grensbedrag wordt overschreden, worden de kosten voor kinderopvang beperkt tot € 11,20 per opvangdag. Het begrensd bedrag bedraagt met andere woorden € 224,-.

De kosten voor het vakantiekamp met de jeugdbeweging mogen echter niet worden aangegeven. Ook vakantiekampen met de jeugdbeweging komen in principe in aanmerking voor de belastingvermindering voor kinderopvang, maar het kind heeft op dat moment de leeftijd van twaalf jaar bereikt. Enkel indien het kind zwaar gehandicapt zou zijn, zou het totaalbedrag van vijftig euro wel kunnen worden aangegeven.

In dit geval kunnen de ouders een bedrag van € 404,- aangeven in hun belastingen. Dit doen ze in vak X, rubriek B van hun aangifte. Daarop wordt automatisch de belastingvermindering van 45% (€ 181,80) toegepast.

Belastingvrije som vaak interessanter dan belastingvermindering kinderopvang

Wanneer het kind jonger is dan drie jaar, is het opletten geblazen. In dat geval kan je immers ook genieten van een verhoging van de belastingvrije som, maar dit enkel op voorwaarde dat je de belastingvermindering voor kinderopvang niet toepast. In de praktijk maak je dus best de vergelijking en ga je na wat fiscaal het interessantst is.

Voor het aanslagjaar 2020 kan je van de belastingvrije som genieten voor kinderen die op 1 januari 2020 nog geen drie jaar oud zijn en waarvoor je geen kinderopvang aangeeft. Hierbij verhoogt men de belastingvrije som met € 600,-. Dit kan je ook genieten wanneer je geen beroepsinkomsten hebt. Hiervoor moet je gewoon in vak II.B het aantal kinderen aangeven dat jonger is dan drie jaar. Indien het kind een zware handicap heeft, gebruik je daarvoor de code 1039 in plaats van 1038.

In de meeste gevallen zal de toepassing van de belastingvrije som interessanter zijn dan de belastingvermindering voor kinderopvang. Loopt de factuur voor de kinderopvang echter hoog op? Maak dan de integrale berekening of ga ten rade bij jouw boekhouder. Want door slim aan te geven kan je veel besparen.