Een gemengd btw-plichtige heeft slechts voor een stuk recht op btw-aftrek. De berekening ervan is echter niet zo eenvoudig, omdat de situatie van jaar tot jaar verschilt. Bovendien kan de gemengd btw-plichtige niet alleen het systeem van het verhoudingsgetal gebruiken, maar ook opteren voor de aftrek in functie van het werkelijk gebruik.

Wat is een gemengd btw-plichtige?

Een gemengd btw-plichtige is iemand die zowel handelingen stelt die aan de btw onderworpen zijn als handelingen die van de btw-plicht zijn vrijgesteld (artikel 44 Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, afgekort: W.btw). Het kan bijvoorbeeld gaan om een garagehouder die wagens verhuurt (btw-plicht) maar gelijktijdig ook ziekenvervoer organiseert (btw-vrijstelling) of om een jeugdhuis dat enerzijds een drankgelegenheid is (btw-plicht) maar anderzijds ook activiteiten van jeugdwerk stelt (btw-vrijstelling).

Gemengd btw-plichtige kan btw slechts beperkt aftrekken

Voor een gemengd btw-plichtige is de betaalde btw niet integraal aftrekbaar. Dat is ook logisch, want als een jeugdhuis een pooltafel koopt doet het dat in twee hoedanigheden: in functie van het jeugdwerk (btw-vrijstelling) en in functie van de drankgelegenheid (btw-plicht). Daarom is de aangekochte pooltafel slechts pro rata aftrekbaar.

Hoe groot de aftrek bedraagt? Dat wordt pas op het einde van het boekjaar duidelijk. Dan kan men immers bepalen welk deel van de omzet als btw-plichtige en welk deel van de omzet als btw-vrijgestelde werd gerealiseerd. En dan kan men pas bepalen welk deel van de btw door de belastingplichtige kan worden gerecupereerd. Omdat het doorschuiven naar het eind van het boekjaar in de praktijk onwenselijk is, berekent men een voorlopig verhoudingsgetal en maakt men pas op het einde van het boekjaar de definitieve berekening.

Bepalen van het voorlopig verhoudingsgetal

Het voorlopig verhoudingsgetal wordt vastgesteld aan de hand van de handelingen van het vorig jaar. In de praktijk is het voorlopig verhoudingsgetal van dit jaar gelijk aan het definitief verhoudingsgetal van het vorige jaar.

Indien het om een nieuwe onderneming gaat, is het natuurlijk niet mogelijk om het verhoudingsgetal over te nemen. In dat geval mag de gemengd btw-plichtige een voorlopig verhoudingsgetal bepalen in functie van de exploitatievooruitzichten.

Toepassing van het voorlopig verhoudingsgetal

Het voorlopig verhoudingsgetal wordt onmiddellijk toegepast op alle inkomende handelingen.

Berekening definitief verhoudingsgetal

Ter berekening van het definitief verhoudingsgetal moet de omzet van de handelingen die recht geven op aftrek en de omzet van de handelingen die geen recht geven op aftrek gekend zijn.

Vervolgens wordt een breuk gevormd. In de teller vinden we de totale omzet van de handelingen die recht geven op aftrek (excl. btw). Dit bedrag moet naar boven worden afgerond tot het hogere tiental euro. In de noemer vinden we de som terug van de totale omzet van handelingen met recht op aftrek (excl. btw) en de handelingen zonder recht op aftrek. Het bekomen resultaat daarvan moet eveneens worden afgerond tot het hogere tiental euro. Hierbij moet er bovendien worden opgemerkt dat sommige handelingen, zoals de door de overheid toegekende subsidies, niet in de breuk mogen worden opgenomen.

Na de deling zal je een verhoudingsgetal (uitgedrukt in %) bekomen. Dit procentueel verhoudingsgetal wordt steeds afgerond op het hoger procentpunt.

Aanpassing van de aftrek

Pas wanneer het definitief verhoudingsgetal gekend is, kan men een en ander herzien. De herziening kan in het voordeel (rooster 62) of in het nadeel (rooster 61) van de gemengd btw-plichtige zijn. De gemengd btw-plichtige zal dus meer mogen aftrekken of zal een deel door moeten storten.

Een herziening is echter enkel verplicht indien het verschil tussen het definitief en het voorlopig verhoudingsgetal meer dan 10% bedraagt. De belastingplichtige mag er echter wel zelf vrijwillig voor opteren om het een en ander, ook bij een verschil kleiner dan 10%, toch te herzien. In de praktijk zal de gemengd btw-plichtige dat natuurlijk enkel doen indien het gaat om een herziening in zijn voordeel. Hieraan zijn wel twee gevolgen verbonden:

  • De btw-administratie moet van de beslissing op de hoogte worden gesteld;
  • De keuze is er één voor minstens vijf opeenvolgende jaren.

Uitzondering: aftrek in functie van het werkelijk gebruik

In sommige gevallen wijkt men af van bovenstaande regels en past men de aftrek toe in functie van het werkelijk gebruik. In dat geval zijn kosten die betrekking hebben op handelingen waarvoor een recht op aftrek bestaat, ook integraal aftrekbaar. Bij de andere kosten bedraagt het recht op aftrek 0%. Dat resulteert al snel in een zware bewijslast en bovendien moet een voorafgaand verzoek worden ingediend bij de btw-administratie. De btw-administratie zal hier enkel mee akkoord gaan indien het gebruik van een algemeen verhoudingsgetal in een ovenevenredige aftrek zou resulteren. Daarom wordt het slechts zelden toegepast.

Voorbeeld gemengde btw-plicht

Neem bijvoorbeeld een accountant die zowel inkomsten haalt uit adviesverlening (btw-plicht) en als tussenpersoon bij verzekeringen (btw-vrijstellingen). Vorig jaar bedroegen zijn inkomsten uit adviesverlening € 86.954,12. Zijn inkomsten als tussenpersoon bij verzekeringen bedroegen dan weer € 93.284,06.

Ter berekening van het voorlopig verhoudingsgetal wordt de breuk gemaakt tussen 86.960 en 180.240 (na afronding tot het hogere tiental). Het voorlopig verhoudingsgetal bedraagt met andere woorden 49% (afgerond tot op de hogere eenheid). Wanneer de accountant nu een nieuwe computer koopt ter waarde van €1.500,- excl. btw (21% btw: € 315,-) is de btw in principe voor 49% of € 154,35 aftrekbaar.

Wanneer op het einde van het boekjaar vervolgens blijkt dat het definitief verhoudingsgetal 36% bedraagt, moet de herberekening worden gemaakt. Eigenlijk had de accountant dan slechts 36% van € 315,- mogen aftrekken of € 113,40. Het verschil (€ 40,95) moet hij aan de Schatkist terugstorten. Hij neemt dit bedrag op in het rooster 61 van de btw-aangifte.

Opgelet: niet te verwarren met de gedeeltelijk btw-plichtige

In de praktijk worden de termen ‘gemengd btw-plichtige’ en ‘gedeeltelijk btw-plichtige’ al eens naast elkaar gebruikt. Echter gaat het hier niet om synoniemen.

Bij een gemengd btw-plichtige is een deel van de omzet vrijgesteld op grond van artikel 44 W.btw. De gemengd btw-plichtige kan kiezen tussen het systeem van het werkelijk gebruik of het gebruik van het verhoudingsgetal.

Bij een gedeeltelijk btw-plichtige gaat het om iemand die zowel prestaties verricht die in het Btw-Wetboek zijn omschreven (al dan niet met of zonder vrijgestelde prestaties op basis van artikel 44 W.btw) en prestaties die buiten het toepassingsgebied van de btw vallen. Denk bijvoorbeeld aan een advocaat die ook aan de universiteit lesgeeft. De gedeeltelijk btw-plichtige mag het verhoudingsgetal niet gebruiken en moet steeds de regel van het werkelijk gebruik hanteren.