In een vorig artikel hadden we het al over de zogenaamde wettelijke reserves. In de praktijk merken we dat ze soms in verwarring worden gebracht met de onbeschikbare reserves. Gelet op het feit dat je niet zomaar vrij kan beschikken over de wettelijke reserves is die verwarring niet geheel onbegrijpelijk. Toch vormen de onbeschikbare reserves een aparte rubriek die we hieronder toelichten.

Wat zijn de onbeschikbare reserves?

Onbeschikbare reserves zijn reserves die net zoals wettelijke reserves aangelegd worden uit de uitkeerbare winst. Ze zijn echter onbeschikbaar. Dat onbeschikbaar karakter is niet automatisch het gevolg van een wettelijke beslissing (zoals bij de wettelijke reserves), maar kan ook het gevolg zijn van andere factoren zoals een beslissing van de algemene vergadering of van bepalingen in de statuten.

De onbeschikbare reserves zijn thuisgebracht onder de rubriek 131 Andere onbeschikbare reserves. De belangrijkste bestanddelen van de onbeschikbare reserves lichten we hieronder toe. Sinds het KB van 29 april 2019 voorziet men volgende rekeningnummers:

  • 131 Andere onbeschikbare reserves
    • 1311 Statutair onbeschikbare reserves
    • 1312 Reserve voor eigen aandelen
    • 1313 Financiële steunverlening
    • 1319 Overige

Reserves voor eigen aandelen

Het aanleggen van reserves voor eigen aandelen volgt uit het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. Hierin zijn de regels opgenomen die een vennootschap moet respecteren wanneer het haar eigen aandelen koopt. Een van de voorwaarden is dat een vennootschap haar aandelen enkel kan kopen met ingehouden winst en niet met geld van derden. Daarnaast moet er een onbeschikbare reserve worden gevormd die gelijk is aan de waarde waarvoor de verkregen aandelen en winstbewijzen zijn geboekt.

In de nieuwste versie van de MAR werd hiervoor de rekening 1312 Reserve voor eigen aandelen voorzien. Voor het aanleggen van deze reserves voor eigen aandelen boek je:

6921 Toevoegingen aan de overige reserves X
1312 Reserve voor eigen aandelen X

 

Het is uiteraard ook mogelijk om deze reserves vanuit een andere reserverekening aan te leggen, bijvoorbeeld:

133 Beschikbare reserves X
1312 Reserves voor eigen aandelen X

Statutair onbeschikbare reserves

De reserve tot aflossing van het kapitaal is een typisch voorbeeld van een statutair onbeschikbare reserve (1311). De statuten bepalen dan dat een gedeelte van de winst wordt gereserveerd om kapitaal af te lossen. De afgeloste aandelen worden dan vernietigd en vervangen door deelgerechtigheidsbewijzen. De reserve tot aflossing van het kapitaal wordt als rekening 1311.1 Reserve tot aflossing van het kapitaal onder de subrubriek 1311 Statutair onbeschikbare reserves ondergebracht en wordt vooral gebruikt bij ondernemingen met een beperkte levensduur.

Een ander voorbeeld is de kapitaalvermindering tot dekking van een voorzienbaar verlies (1311.2). Deze onbeschikbare reserve wordt aangewend ter dekking van latere verliezen of voor een kapitaalverhoging indien de verliezen niet zouden voorkomen, wat vooral zinvol is bij de herstructurering van de onderneming. Het aanleggen van zo’n onbeschikbare reserve is wettelijk toegestaan, maar is wel wettelijk beperkt volgens onderstaande formule:

Voor een voorbeeld van deze berekening verwijzen we naar het CBN-advies 2016/25.

Overige onbeschikbare reserves

Onder de rubriek 1319 Overige onbeschikbare reserves zijn de andere onbeschikbare reserves weergegeven. Het gaat bijvoorbeeld om onbeschikbare reserves waartoe de algemene vergadering besluit of reserves die door contractuele bepalingen aan de winst worden onttrokken. Onder andere de reserves waarop een afgezette vennoot geen recht heeft in een coöperatieve vennootschappen, worden hier ondergebracht.