Het Grondwettelijk Hof vernietigde in 2019 de taks op de effectenrekeningen. Houders van een effectenrekening moeten in 2020 dus voor de laatste keer de taks op de effectenrekeningen betalen (als de taks op de effectenrekeningen nog niet automatisch door de bank werd ingehouden).

Betekenis van de taks op de effectenrekeningen

De taks op de effectenrekening of de effectentaks is een belasting van 0,15% die van toepassing is op effectenrekeningen (rekening om te beleggen in bijvoorbeeld aandelen) van natuurlijke personen. Het is wel enkel van toepassing op grote effectenrekeningen waarbij de gemiddelde waarde minstens 500.000 euro bedraagt. In dat geval wordt de belasting wel geheven op het volledige bedrag van de effectenrekening en niet enkel op het deel vanaf 500.000 euro. Voor het bepalen van de grens en wat de belastbaarheid betreft, viseert de taks op de effectenrekening vijf soorten financiële instrumenten:

  • Beurs- en niet-beursgenoteerde aandelen en certificaten
  • Beurs- en niet-beursgenoteerde obligaties en certificaten
  • Beurs- en niet-beursgenoteerde rechten van deelneming in gemeenschappelijke beleggingsfondsen of aandelen in beleggingsvennootschappen
  • Warrants
  • Kasbonnen

De taks op de effectenrekeningen is met andere woorden niet van toepassing op bijvoorbeeld grondstoffen, levensverzekeringen, futures, vastgoedcertificaten et cetera. zelfs wanneer ze op dezelfde effectenrekening zijn ingeschreven.

Op wie is de taks op de effectenrekeningen van toepassing?

De taks op de effectenrekeningen is van toepassing op titularissen-natuurlijke personen. Een natuurlijk persoon is een mens (en dus geen vennootschap). De titularis is de houder van de effectenrekening. Het maakt daarbij niet uit of de houder de volle eigenaar is of de blote eigenaar of vruchtgebruiker. Ook minderjarige houders van de effectenrekening kunnen een titularis zijn. Dat kan voor de ouders voordelig zijn omdat de grens van 500.000 euro bij het kind apart wordt berekend.

De taks op de effectenrekeningen is niet van toepassing op ondernemingen of rechtspersonen die aan de rechtspersonen- of vennootschapsbelasting zijn onderworpen, zoals nv’s of vzw’s. Er is wel een antimisbruikbepaling voorzien om te voorkomen dat natuurlijke personen hun effecten onder zouden brengen in een vennootschap met het enige doel om de taks op de effectenrekeningen te ontlopen.

Vernietiging door het Grondwettelijk Hof

Op 17 oktober 2019 werd de taks op de effectenrekeningen door het Grondwettelijk Hof vernietigd. Het Grondwettelijk Hof stelde drie inbreuken vast en heeft de volledige taks op de effectenrekeningen ongrondwettig verklaard. Hierdoor heeft de taks op de effectenrekeningen geen wettelijke basis meer. Het Grondwettelijk Hof kan in uitzonderlijke gevallen wel beslissen om de gevolgen van een vernietigde wet tijdelijk in stand te houden of een wet enkel voor de toekomst te vernietigen. Hier besliste het Grondwettelijk Hof om de taks op de effectenrekeningen enkel te vernietigen voor referentieperiodes die eindigen na 30 september 2019. Voor referentieperiodes die vanaf 1 oktober 2019 eindigen, is de taks op de effectenrekeningen niet langer verschuldigd.

In 2020 is het met andere woorden nog steeds noodzakelijk om de taks op de effectenrekening aan te geven, dit voor de referentieperiodes tot en met 30 september 2019. De betaling moet ten laatste op 31 augustus 2020 gebeuren.