In een aantal door de wetgever gespecificeerde gevallen mag een werknemer van het werk afwezig blijven terwijl hij toch gewoon recht heeft op zijn normaal loon. Dit noemen we het klein verlet of het kort verzuim. In een KB uit 1963 en cao nr. 16 heeft men opgenomen welke gebeurtenissen recht geven op het klein verlet en hoe lang de duur van de afwezigheid mag bedragen.

Voorwaarden voor klein verlet

Het klein verlet of kort verzuim vereist, naast de voorwaarde dat de gebeurtenis op onderstaande lijst staat, dat de werknemer de werkgever zo snel mogelijk op de hoogte brengt. Om een vergoeding te krijgen van de werkgever moet er ook effectief sprake zijn van loonverlies.

In de praktijk resulteert dat in vier voorwaarden waaraan voldaan moet zijn vooraleer het recht op klein verlet wordt geopend:

  • De gebeurtenis moet op de lijst van het KB of de cao nr. 16 zijn opgenomen;
  • De werknemer zou op die dag normaal werken;
  • De werknemer moet de werkgever zo snel mogelijk verwittigen;
  • De afwezigheidsdagen moeten ook effectief worden gebruikt voor het doel waarvoor ze worden toegestaan.

In sommige gevallen mag de werknemer zelf de dagen klein verlet kiezen. Dan staat het de werknemer natuurlijk wel vrij om zijn dagen klein verlet zo te kiezen dat ze net vallen op de dagen die hij normaal zou werken.

Gebeurtenissen die recht geven op klein verlet

De gebeurtenissen die recht geven op klein verlet zijn wettelijk vastgelegd. Hieronder haal ik deze gebeurtenissen, net zoals de duur van de afwezigheid aan. Dit is echter een wettelijk minimum. In sommige collectieve arbeidsovereenkomsten, niet alleen op ondernemingsvlak maar ook op sectoraal vlak, zijn dan ook regelingen uitgewerkt die voor de werknemer gunstiger zijn.

Deze gebeurtenissen kunnen worden gecumuleerd. Indien het klein verlet bijvoorbeeld wordt opgenomen voor een kind dat huwt maar op de dag van het huwelijk sterft, kan het klein verlet zowel voor het huwelijk als voor het overlijden worden opgenomen zonder dat de werknemer een dag klein verlet verliest. Die cumulatie is echter wel beperkt per individuele gebeurtenis. Indien verschillende kinderen op dezelfde dag hun communie doen of huwen, worden er geen extra dagen klein verlet toegekend.

Klein verlet voor huwelijk

Een huwelijk kan recht geven op klein verlet, maar het is uiteraard afhankelijk van wie huwt. In de praktijk onderscheiden we twee situaties:

Gebeurtenis Duur van het klein verlet
Huwelijk van de werknemer zelf De werknemer mag vrij twee dagen kiezen in de week van het huwelijk of in de week volgend op het huwelijk.
Huwelijk van:

–          Een (klein)kind van de werknemer;

–          Een kind van de echtgenoot of echtgenote van de werknemer;

–          Een (schoon)broer;

–          Een (schoon)zus;

–          Een (schoon)vader;

–          Een (schoon)moeder.

De dag van het huwelijk.

 

Klein verlet voor overlijden

Ook een overlijden geeft recht op klein verlet. In sommige gevallen is dit beperkt tot de dag van de begrafenis, terwijl men in andere gevallen recht heeft op meerdere dagen klein verlet voor de organisatie van de begrafenis. Uiteraard gaat het dan om heel dichte familie. In dit geval zijn er drie situaties waarbij het klein verlet een dag, twee dagen of drie dagen bedraagt.

Gebeurtenis Duur van het klein verlet
Overlijden van:

–          De echtgenoot of echtgenote van de werknemer;

–          Kind van de werknemer;

–          Kind van de echtgenoot of echtgenote van de werknemer;

–          De vader of moeder van de werknemer;

–          De schoonvader of schoonmoeder van de werknemer;

–          De stiefvader of stiefmoeder van de werknemer;

–          De vader of moeder van de echtgenoot of echtgenote van de werknemer.

Drie dagen door de werknemer te kiezen. Deze drie dagen moeten vallen in de periode die begint te lopen vanaf het moment van het overlijden tot en met de dag van de begrafenis.
Overlijden van:

–          De (schoon)broer of (schoon)zuster van de werknemer of van de echtgenoot of echtgenote;

–          De (over)grootvader of (over)grootmoeder van de werknemer of van de echtgenoot of echtgenote;

–          Een (achter)kleinkind van de werknemer;

–          Een schoonzoon of schoondochter.

En dit met de bijkomstige voorwaarde dat zij bij de werknemer inwonen.

Twee dagen door de werknemer te kiezen. Deze twee dagen moeten vallen in de periode die begint te lopen vanaf het moment van het overlijden tot en met de dag van de begrafenis.
Overlijden van:

–          De (schoon)broer of (schoon)zuster van de werknemer of van de echtgenoot of echtgenote;

–          De (over)grootvader of (over)grootmoeder van de werknemer of van de echtgenoot of echtgenote;

–          Een (achter)kleinkind van de werknemer;

–          Een schoonzoon of schoondochter.

En dit wanneer de overledene niet bij de werknemer inwoont.

Enkel de dag van de begrafenis.

 

Religieuze feesten en overgangsrituelen

In sommige gevallen heeft een werknemer recht op klein verlet omwille van religieuze feesten. Het gaat dan wel om feesten waarvoor nog geen wettelijke feestdag wordt voorzien.

Gebeurtenis Duur van het klein verlet
De priesterwijding of de intrede in het klooster van:

–          Een kind van de werknemer of van zijn echtgenoot of echtgenote;

–          Een (schoon)broer of (schoon)zus van de werknemer.

De dag van de plechtigheid.
De plechtige communie van een kind van de werknemer of van zijn echtgenoot of echtgenote. De dag van de plechtigheid. Indien de dag van de plechtigheid echter een gewone inactiviteitsdag, zondag of feestdag is, mag de werknemer het klein verlet opnemen op de eerste gewone inactiviteitsdag die volgt of voorafgaat aan de dag van de plechtigheid.
Deelname aan het feest van de vrijzinnige jeugd door een kind van de werknemer of van zijn echtgenoot of echtgenote. De dag van het lentefeest. Indien de dag van de plechtigheid echter een gewone inactiviteitsdag, zondag of feestdag is, mag de werknemer het klein verlet opnemen op de eerste gewone inactiviteitsdag die volgt of voorafgaat aan de dag van de plechtigheid.

 

Klein verlet voor uitvoering burgerplicht

Hoewel verkiezingen over het algemeen op een zondag worden gehouden, kan het toch voorvallen dat de opgeroepene die dag normaal moet werken. Om ervoor te zorgen dat de werknemer aan zijn burgerplicht kan voldoen, heeft de werknemer recht op klein verlet.

Gebeurtenis Duur van het klein verlet
Uitoefening van het ambt van bijzitter in een stembureau of hoofdstembureau bij de:

–          Gemeenteraadsverkiezingen;

–          Provincieraadsverkiezingen;

–          Parlementsverkiezingen.

Enkel de tijd die nodig is voor de uitoefening van het ambt.
Uitoefening van het ambt van bijzitter in een:

–          Hoofdbureau bij de verkiezing van het Europees parlement;

–          Hoofdbureau voor stemopneming bij de gemeenteraadsverkiezingen;

–          Hoofdbureau voor stemopneming bij de provincieraadsverkiezingen;

–          Hoofdbureau voor stemopneming bij de parlementsverkiezingen.

Enkel de tijd die nodig is voor de uitoefening van het ambt. Hier geldt een wettelijke beperking van maximaal vijf dagen.

 

Andere gebeurtenissen die recht geven op klein verlet

Ten slotte zijn er nog een aantal andere gebeurtenissen die recht geven op klein verlet maar toch minder courant voorvallen.

Gebeurtenis Duur van het klein verlet
De deelneming aan een jury of de oproeping als getuige voor de rechtbank. De nodige tijd, met een wettelijke beperking van vijf dagen.
De persoonlijke verschijning op aanmaning van de rechtbank. De nodige tijd, met een wettelijke beperking van vijf dagen.
Het bijwonen van een door de vrederechter bijeengeroepen bijeenkomst van de familieraad. De nodige tijd, met een wettelijke beperking van een dag.
Het verblijf van een gewetensbezwaarde werknemer met militaire verplichtingen op de administratieve Gezondheidsdienst of in een van de door het statuut van de gewetensbezwaarden opgerichte verplegingsinrichtingen. De nodige tijd, met een wettelijke beperking van drie dagen.
Het verblijf van een dienstplichtige werknemer in een selectie- of rekruteringscentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn aanwezigheid in een selectie- of rekruteringscentrum. De nodige tijd, met een wettelijke beperking van drie dagen.

 

Bijzondere regels bij klein verlet

Naast deze algemene regels heeft zowel de rechtspraak als de jurisprudentie over een aantal punten verduidelijking gebracht. Zo is een kind niet alleen een wettelijk kind maar wordt hieronder ook een aangenomen kind of een erkend natuurlijk kind begrepen. Daarnaast worden halfbroers of halfzusters met broers of zusters gelijkgesteld.

Vervolgens begrijpt men onder de echtgenoot of echtgenote niet alleen de huwelijkspartner (zonder daarin het onderscheid te maken tussen het kerkelijk huwelijk van welke godsdienst dan ook of het burgerlijk huwelijk) maar ook de wettelijk samenwonende partner. Hieronder vallen feitelijk samenwonenden echter niet. Indien de moeder van een feitelijk samenwonende partner met andere woorden komt te overlijden, heeft de werknemer geen recht op klein verlet.

Ten slotte is het belangrijk om te weten dat de scheiding een eind maakt aan de verwantschap met de schoonfamilie, maar het overlijden niet. Ook na het overlijden kan de werknemer bijvoorbeeld klein verlet krijgen voor het overlijden van de broer van wijlen zijn echtgenote.