In Vlaanderen hebben werknemers in de privésector, onder voorwaarden, recht op het Vlaams opleidingsverlof. Ze mogen dan van het werk afwezig blijven om een opleiding te volgen en de werkgever moet hun loon doorbetalen. De werkgever wordt hier wel in gecompenseerd en kan hiervoor een vergoeding aanvragen.

Vlaams opleidingsverlof voor werknemers

In het kader van het Vlaams opleidingsverlof, de opvolger van het vroegere betaald educatief verlof, mogen werknemers in de privésector op het werk afwezig zijn met behoud van loon. Dit geldt enkel wanneer zij een erkende opleiding volgen. Het moet bovendien gaan om werknemers die minstens voor 50% zijn tewerkgesteld bij een werkgever in het Vlaamse Gewest. Ook vzw’s komen in aanmerking.

Opleidingen die in aanmerking komen voor het Vlaams opleidingsverlof

Er zijn namelijk vijf groepen opleidingen die het recht op het Vlaams opleidingsverlof openen.

In de eerste plaats kan het gaan om een opleiding die in de opleidingsdatabank Vlaamse opleidingsincentives is opgenomen en die bovendien minstens drie studiepunten of 32 lestijden omvat. Het gaat om de meest uiteenlopende opleidingen, gaande van de vorming voor niet-verkozen kandidaten sociale verkiezingen tot een bachelor in de geologie. Deze opleidingsdatabank wordt regelmatig aangepast. Zo is recent nog de controversiële Levensschool, waar studenten onder meer te leren krijgen dat chemotherapie voor kankerpatiënten niet de juiste oplossing is, geschrapt uit de databank en dit vanaf 2022.

Ten tweede kan het ook gaan om een loopbaangerichte opleiding in het kader van een persoonlijk ontwikkelingsplan. De opleiding moet minstens 32 uur duren en het loopbaanattest mag niet ouder zijn dan zes jaar.

Ook een loopbaangerichte opleiding in het kader van loopbaanbegeleiding komt in aanmerking, net zoals de tijd die benodigd is voor het afleggen van examens bij de Vlaamse Examencommissie secundair onderwijs of voor de examens die de Vlaamse Gemeenschap organiseert voor het EVC-ervaringsbewijs.

Het is zelfs toegestaan dat de werkgever de opleiding zelf organiseert, maar dit dan wel enkel op voorwaarde dat dit is om naar een andere functie door te vloeien. De werkgever moet de opleiding bovendien laten registreren in de opleidingsdatabank. In de databank vind je bijvoorbeeld ook de heftruckopleiding van Volvo terug.

Duur van het opleidingsverlof

Elke werknemer kan per schooljaar maximaal 125 uur Vlaams opleidingsverlof opnemen. In de praktijk moet er echter rekening worden gehouden met de tewerkstellingsbreuk. Wie bijvoorbeeld 50% van een voltijdse tewerkstelling uitvoert, heeft ook maar recht op de helft van 125 uur. Voor dit percentage wordt in principe enkel naar het tewerkstellingspercentage in de maand september gekeken. De maand september bepaalt dus hoeveel uren Vlaams opleidingsverlof er kunnen worden opgenomen.

Wanneer er in september echter minder dan 50% wordt gewerkt, kijkt men naar de maand waarin de opleiding dat schooljaar start en past men het percentage van die maand toe. Als er ook in die maand geen 50% wordt gewerkt, is er in dat jaar geen recht op opleidingsverlof. Als de opleiding in september start, geldt net hetzelfde.

Steunmaatregel voor werkgevers

Het Vlaams opleidingsverlof is een recht dat de werkgever in principe niet kan weigeren, maar natuurlijk kunnen de werkgever en de werknemer er wel praktische afspraken over maken. Een weigering kan enkel in uitzonderlijke situaties en wanneer er met een collectieve planning wordt gewerkt. Tegelijkertijd is het de werkgever die het loon moet doorbetalen, zelfs wanneer de opleiding ervoor zorgt dat de werknemer nieuwe kennis opdoet die hem vooral zal helpen om elders aan de slag te gaan. Om de werkgever hierin tegemoet te komen, kent de Vlaamse overheid de werkgever, onder voorwaarden, een vergoeding toe voor deze opgenomen uren betaald opleidingsverlof.

Planning van het Vlaams opleidingsverlof

Het is niet wenselijk dat te grote groepen werknemers tegelijkertijd het Vlaams opleidingsverlof opnemen. De werkgever kan zich er in zo’n geval tegen verzetten en eisen dat de uren op een ander moment worden opgenomen. Dit recht is wel beperkt en is onder meer afhankelijk van de grootte van de onderneming. Uiteraard is het aan de werkgever om hier schappelijk in te zijn en bijvoorbeeld voorrang te geven aan een werknemer die een examen moet afleggen.

Grootte onderneming Verzet mogelijk
Minder dan 20 werknemers Wanneer meer dan 10% van de werknemers tegelijkertijd afwezig is voor het Vlaams opleidingsverlof
20 werknemers of meer Wanneer meer dan 10% van de werknemers binnen dezelfde functie tegelijkertijd afwezig is voor het Vlaams opleidingsverlof

Voorwaarden voor werkgeverssteun bij het Vlaams opleidingsverlof

De steunmaatregel wordt enkel toegekend als de werknemer het Vlaams opleidingsverlof ook daadwerkelijk gebruikt waarvoor het was bedoeld. Zo moet er minstens 32 uren aanwezigheid door de opleidingsverstrekker zijn geattesteerd. Ook enkel de aanwezige uren worden uitbetaald. Bij opleidingen zonder verplichte aanwezigheid in de les, bijvoorbeeld aan de universiteit, is het verplicht dat de werknemer zijn inspanningen valideert. Het is niet vereist dat de werknemer geslaagd is voor het examen, maar hij moet er wel minstens aan deelnemen.

Wanneer er aan de voorwaarden is voldaan, wordt er voor elk rechtmatig opgenomen uur een vergoeding van 21,30 euro uitbetaald.

Aanvragen van de werkgeverssteun voor het Vlaams opleidingsverlof

De werknemer dient tijdig het inschrijvingsattest aan de werkgever te bezorgen. Voor opleidingen die tijdens het schooljaar worden georganiseerd, ligt de deadline op 31 oktober. Bij alle andere opleidingen ligt de deadline op 15 dagen na de inschrijving en wanneer de werknemer van werkgever verandert, moet dit binnen 15 dagen na de indiensttreding bij de nieuwe werkgever gebeuren.

Vervolgens kan de werkgever een terugbetalingsaanvraag indienen in het WSE-loket. Dit kan ten vroegste drie maanden voor de start van het schooljaar. Let ook op de uiterste indiendatum. Voor het schooljaar 2020-2021 is dit 30 november 2021. De terugbetalingsaanvraag kan per individuele werknemer worden ingediend, maar kan ook in bulk door middel van een CSV-bestand.

De goedkeuring kan pas plaatsvinden wanneer er duidelijkheid is over de tewerkstellingsbreuk in de maand september of de maand wanneer de opleiding is gestart. Dit is er in principe pas na nieuwjaar, wanneer de gegevens uit de DmfA worden opgehaald. Nadien zal het Departement Werk en Sociale Economie de uitbetaling behandelen. Hiervoor maken ze elk kwartaal de vergelijking tussen de info van de werkgever en de info van het opleidingsinstituut. Dit wil overigens niet zeggen dat er ook elk kwartaal wordt uitbetaald, dit kan even duren.