Al sinds de start van de LEADER-methodiek neemt Vlaanderen deel aan het LEADER-verhaal. Hierdoor dragen lokale actoren, zoals plaatselijke bedrijven of zelfs gemeenten, bij aan de lokale plattelandsontwikkeling. De focus ligt op samenwerking met de Plaatselijke Groep, een publiek-privaat samenwerkingsverband. Het is mogelijk om LEADER-steun aan te vragen. Het zijn echter de promotoren die subsidiabele kosten kunnen declareren. De LEADER-steun kan vervolgens oplopen tot 65% van de investering. Zowel Europa als Vlaanderen en de provincies dragen bij aan de financiering.

Wat zijn de LEADER-steunmogelijkheden?

LEADER is de afkorting voor ‘Liaison Entre Actions de Développement de l’Economie Rurale’. Dit is Frans. Het betekent iets als ‘samenwerken voor de ontwikkeling van de plattelandseconomie’. LEADER is een door Europa ontwikkeld subsidiëringsprogramma voor plattelandsontwikkeling en wordt gefinancierd door de provincies (25%), Vlaanderen (25%) en Europa (50%). Het ontstond begin jaren negentig als methode om het plattelandsbeleid te organiseren via een bottom-upaanpak. De ideeën voor plattelandsprojecten komen dus van onderuit, uit de lokale omgeving. Hierbij creëren zogenaamde Plaatselijke Groepen lokale ontwikkelingsstrategieën en knopen ze samenwerkingen aan.

Voor de periode 2014 tot 2020 werden in Vlaanderen 12 LEADER-gebieden erkend. Binnen deze gebieden kunnen bepaalde plattelandsontwikkelingsprojecten worden gesubsidieerd. De huidige programmaperiode (PDPO III) is in principe afgelopen, maar de onderhandelingen over de volgende PDPO IV-periode zijn dat nog niet. Daarom heeft men voor de PDPO III-periode een overgangsperiode tot 2022 voorzien. Hierdoor zijn er ook op dit moment nog oproepen voor plattelandsprojecten in deze LEADER-gebieden.

Wie en wat komt in aanmerking voor de LEADER-steunmogelijkheden?

Naast lokale overheden en vzw’s komen ook vennootschappen, verenigingen met een winstoogmerk en natuurlijke personen in aanmerking voor de subsidie voor een LEADER-project. Wel is het zo dat hiervan kan worden afgeweken. In sommige LEADER-gebieden kunnen ondernemingen namelijk niet aan de oproepen deelnemen. In ieder geval moet het gaan om plattelandsontwikkelingsprojecten in een van de onderstaande twaalf erkende LEADER-gebieden in Vlaanderen. Deze erkenning loopt nog tot 2022.

  • MarkAante Kempen+ (Antwerpen)
  • Kempen Oost (Antwerpen)
  • Kempen Zuid (Antwerpen)
  • Haspengouw (Limburg)
  • Kempen & Maasland (Limburg)
  • Meetjesland (Oost-Vlaanderen)
  • Vlaamse Ardennen (Oost-Vlaanderen)
  • Grensregio Waasland (Oost-Vlaanderen)
  • Hageland+ (Vlaams-Brabant)
  • Pajottenland (Vlaams-Brabant)
  • Midden-West-Vlaanderen (West-Vlaanderen)
  • Westhoek (West-Vlaanderen)

Verder moet het plattelandsontwikkelingsproject kaderen binnen een van de drie thema’s van elk LEADER-gebied. Het gaat bijvoorbeeld om het thema ‘leefbare dorpen’ of ‘armoede en kwetsbaarheid in de landbouw- en plattelandsgemeenschap’. Alsook moeten LEADER-projecten aan de volgende zeven LEADER-kenmerken voldoen:

  • Beoordeeld en begeleid door de Plaatselijke Groep
  • Bottom-up
  • Gebiedsgericht
  • Innovatief
  • Multisectoraal en geïntegreerd
  • Netwerk
  • Samenwerking

Omvang en aanvragen van LEADER-steun

Aanvaardbare projecten kunnen een subsidie van 60% tot 65% van de investering krijgen. Er gelden echter maximale steunbedragen die per project, per oproep en per LEADER-gebied verschillen. Aan elk project wordt een promotor en een copromotor gekoppeld. Enkel deze promotoren kunnen subsidiabele kosten inbrengen. LEADER-steun kan enkel worden verkregen in het kader van projectoproepen, waarvan er elk jaar een tot twee worden georganiseerd. Op de websites van de LEADER-gebieden zijn de projectoproepen terug te vinden. Momenteel is er bijvoorbeeld een oproep door de Plaatselijke Groep Vlaamse Ardennen. Voor 8 november 2021 moeten projectideeën er worden ingediend.