België is fiscaal gezien een heel complex land waarbij het recht om belastingen te heffen altijd tot een bepaald niveau behoort. Zo wordt de personenbelasting op federaal niveau vastgelegd, maar wordt de verkeersbelasting op het niveau van de gewesten geïnd. Om tegemoet te komen aan de lagere niveaus is er in de mogelijkheid voorzien om zelf een verhoging of een verlaging op deze belastingen toe te passen. Dit zijn de opcentiemen en afcentiemen.

Betekenis van afcentiemen

Een afcentiem is een korting van één procent (1/100) op de verschuldigde belasting. 5 afcentiemen geven zo een korting van 5% en een afdeciem (1/10) is een korting van 10%. Het invoeren van afcentiemen is een recht van de gewesten met betrekking tot de personenbelasting. Als een gewest zo’n afcentiem invoert, moeten ze het verschil aan het federale niveau doorstorten. Het gewest betaalt met andere woorden een deeltje van de verschuldigde belasting.

Deze vermindering kan natuurlijk niet op veel bijval rekenen. Tot op heden heeft enkel het Vlaams Gewest er gebruik van gemaakt voor de zogenaamde jobkorting. Deze jobkorting werd ingevoerd om werkende Vlamingen te belonen, waardoor het verschil tussen werken en niet-werken zou toenemen. Dit zou de niet-werkende bevolking moeten activeren. Deze jobkorting werd in 2007 ingevoerd, al even snel opnieuw afgebouwd en in 2010 werd reeds beslist om het per ingang van 2011 volledig af te schaffen.

Betekenis van opcentiemen

Opcentiemen zijn het omgekeerde van afcentiemen, namelijk een verhoging van één procent op de verschuldigde belasting. Opcentiemen zijn een stuk populairder dan afcentiemen en worden toegepast op de personenbelasting, de onroerende voorheffing en de verkeersbelasting.

Opcentiemen op de personenbelasting

Het recht om opcentiemen te heffen op de personenbelasting behoort toe tot de gemeenten en de gewesten. Zij mogen dan een extra toeslag op de personenbelasting rekenen en dit in hun eigen begroting incalculeren.

De gemeentelijke opcentiemen zijn heel gewoon en voor gemeenten is het een welgekomen bron van inkomsten. Elke gemeente beslist zelf of zij opcentiemen heffen en kiezen een eigen tarief. Hierdoor zijn er grote verschillen ontstaan. Onder andere in Knokke-Heist worden er geen opcentiemen geheven. Voor grootverdieners is het dan ook heel interessant om zich in deze gemeente te vestigen. In de faciliteitengemeente Mesen wordt dan weer 9% bovenop de personenbelasting gerekend. Wie 1.000 euro personenbelasting moet betalen, moet daardoor 90 euro extra personenbelasting betalen. Die 90 euro wordt nadien wel aan de gemeente doorgestort.

Hoewel ook de gewesten opcentiemen mogen heffen, is er in Vlaanderen weinig animo om dit te doen. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt dit wel gedaan.

Opcentiemen in de onroerende voorheffing

De onroerende voorheffing, een belasting op het bezit van onroerende eigendommen zoals een woning, is eveneens onderhevig aan opcentiemen. Hierbij wordt eerst de basisheffing voor het Vlaams Gewest berekend. Op deze basisheffing zijn vervolgens opnieuw gemeentelijke opcentiemen van toepassing en daarnaast ook provinciale opcentiemen. Ook hier geldt dat er soms grote verschillen zijn. Zo is de provincie Oost-Vlaanderen beduidend voordeliger dan de provincie Limburg, maar natuurlijk spelen ook de gemeentelijke opcentiemen een rol.

Opcentiemen in de verkeersbelasting

Het principe van de opcentiemen wordt ten slotte ook op de Vlaamse verkeersbelasting toegepast. Hierbij wordt er een opdeciem (1/10 of 10%) toegepast op de verschuldigde verkeersbelasting. Hier maakt het niet uit in welke gemeente men woont. De Vlaamse Belastingdienst stort deze opdeciem aan de gemeenten door.