Als zelfstandige krijg je een kleinere koek van de sociale zekerheid. Desondanks rusten er wel een aantal sociaalrechtelijke verplichtingen op je schouders. Wij hebben het hier over de vier sociaalrechtelijke verplichtingen van een zelfstandige. Natuurlijk hebben zelfstandigen nog een aantal andere verplichtingen en gelden er voor sommige categorieën een aantal bijzonderheden. In een eerder artikel lees je bijvoorbeeld meer over het statuut van de student-zelfstandige.

Verplicht aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds

Iedere zelfstandige, ongeacht of het nu gaat om een zelfstandige in hoofd- of bijberoep (en zelfs de helper of meewerkende echtgenoot), is verplicht om zich bij een sociaal verzekeringsfonds aan te sluiten. Ieder sociaal verzekeringsfonds hanteert eigen werkingsprincipes en ook de kosten verschillen (beperkt), maar de zelfstandige is vrij om zelf een keuze te maken. Binnen een aantal grenzen is het ook mogelijk om naar een ander fonds over te stappen.

Als beginnende zelfstandige moet je ten laatste op het moment van de effectieve uitoefening van de zelfstandige activiteit aangesloten zijn bij een sociaal verzekeringsfonds. Wie zich niet aansluit, wordt ambtshalve aangesloten bij de Nationale Hulpkas voor Zelfstandigen. De Nationale Hulpkas voor Zelfstandigen vervult de rol van het sociaal verzekeringsfonds. Deze piste is echter niet aangeraden omdat je hoge administratieve geldboetes riskeert.

Verplicht aansluiten bij een ziekenfonds

Voor een aantal takken van de sociale zekerheid geniet de zelfstandige eveneens sociale bescherming, bijvoorbeeld wat de ziekteverzekering betreft. Daarom moet de zelfstandige zich verplicht aansluiten bij een ziekenfonds. Dit doe je na de aansluiting bij het sociaal verzekeringsfonds. Ook hierin ben je vrij en is het onder voorwaarden mogelijk om over te stappen naar een ander ziekenfonds.

Als zelfstandige in bijberoep is de aansluiting eveneens verplicht, maar behoud je wel de sociale rechten die je met je hoofdactiviteit opbouwt.

Sociale bijdragen betalen

Als zelfstandige moet je je steentje bijdragen aan de sociale zekerheid. Hoe hoog de sociale bijdragen zijn, is afhankelijk van je statuut. Als zelfstandige in hoofdberoep is het zo dat de lage inkomsten procentueel gezien het zwaarst moeten bijdragen aan de sociale zekerheid. Hierbij gelden volgende schijven en percentages (hoofdberoep, inkomstenjaar 2020):

Schijf Berekening definitieve sociale bijdrage op jaarbasis
€ 0 – € 13.993,77 20,5%, maar te berekenen op het minimum van € 13.993,78
€ 13.993,78 – € 60.427,75 20,5% op deze schijf
€ 60.427,76 – € 89.051,37 14,16% op deze schijf
> € 89.051,37 0%

 

Houd er wel rekening mee dat het sociaal verzekeringsfonds daarbovenop ook beheerkosten in rekening brengt. Daarnaast zijn er wel voordelen voor starters, student-zelfstandigen en zelfstandigen in bijberoep waarbij onder andere het forfait voor de eerste grens niet (helemaal) geldt. Informeer altijd bij het sociaal verzekeringsfonds naar de eventuele voordelen die je kan genieten.

Meedelen van wijzigingen of stopzettingen

Als zelfstandige ben je ten slotte verplicht om alle wijzigingen in je sociaal statuut binnen de vijftien dagen aan het sociaal verzekeringsfonds mee te delen. Ook de staking van de beroepsbezigheden moet binnen de vijftien dagen aan het sociaal verzekeringsfonds worden meegedeeld, inclusief het bewijsstuk. Dan ben je niet langer onderworpen aan het sociaal statuut van de zelfstandige. Voor dat kwartaal ben je wel nog steeds de sociale bijdragen verschuldigd. Daarom is het een beter idee om op het einde van het kwartaal te stoppen als zelfstandige.