Naast grondstoffen en hulpstoffen enerzijds en handelsgoederen en een gereed product anderzijds is er ook nog een tussenfase. Het betreft de periode waarbij producten in productie zijn. Er is dan geen sprake meer van een grondstof, maar evenmin van een gereed product. Hiervoor wordt er in de MAR een aparte rekening voorzien. Het is praktisch niet mogelijk om hier voortdurend een inventaris van bij te houden, maar op het einde van het boekjaar is het wel noodzakelijk om voorraadwijzigingen te noteren. Door ook de voorraadwijzigingen van goederen in bewerking te noteren, wordt voorkomen dat een onderneming via de loutere voorraaddaling van grondstoffen meer kosten zou kunnen noteren.

Betekenis van goederen in bewerking

Goederen in bewerking zijn in productie zijnde maar nog niet gereedgekomen goederen. Die goederen omvatten ook resten van allerlei aard (zogenaamde niet-verkoopbare tussenproducten). Goederen in bewerking is opgenomen in klasse 3 van het MAR (32 Goederen in bewerking) en is net zoals de grondstoffen en hulpstoffen onderverdeeld in 320 Aanschaffingswaarde en 329 Geboekte waardeverminderingen. Net zoals bij de grond- en hulpstoffen mag deze onderverdeling worden losgelaten, op voorwaarde dat er steeds een opsplitsing wordt gemaakt tussen de aanschaffingswaarde (eindigt met 0) en de geboekte waardeverminderingen (eindigt met 9). Meestal maakt men een opsplitsing tussen werken in uitvoering, producten in bewerking en afval, resten en fouten.

Werken in uitvoering

Werken in uitvoering zijn seriewerken die nog niet zijn afgewerkt en geen afgewerkt fabricagestadium hebben bereikt. Bij het afsluiten van het boekjaar zijn die werken in uitvoering echter wel al op een andere voorraadrekening ingeschreven. Ze moeten aan de kostprijs worden gewaardeerd. Het gaat bijvoorbeeld om plastic korrels die al in de machine zitten, maar nog moeten versmolten worden om er bidons van te maken.

Producten in bewerking

Ook hier gaat het om seriewerken die nog niet zijn afgewerkt. De producten in bewerking hebben echter wel al een bepaald afgewerkt fabricagestadium bereikt zonder dat er sprake is van een afgewerkt product. Ze zijn wel beschikbaar voor verdere bewerkingen. Denk bijvoorbeeld aan houten panelen die nog op maat moeten worden versneden.

Afval en resten

Hieronder begrijpen we zowel afgewerkte als half-afgewerkte producten die niet voor normaal gebruik kunnen worden aangewend. Denk bijvoorbeeld aan het knipafaval bij het versnijden van houten panelen.

Eventueel kan er hier nog een aparte subrekening voor worden voorzien, bijvoorbeeld wanneer afval en resten nog opnieuw kan worden verkocht. Denk bijvoorbeeld aan knipafval dat verkocht wordt voor de productie van biologische kattenbakvulling.

Boekhoudkundige verwerking van goederen in bewerking

De hierboven benoemde rekeningen zijn zogenaamde statische rekeningen. Ze worden met andere woorden niet voortdurend aangepast doorheen het boekjaar. Het voortdurend tellen van waar de goederen zich in de productiefase bevinden en welke resten daarbij ontstaan, is per slot van rekening onhaalbaar. Voor deze rekeningen wordt er steeds op het einde van het jaar een inventaris opgesteld, waarbij de goederen in bewerking worden gewaardeerd. Op het einde van het boekjaar wordt er telkens een positieve of een negatieve voorraadwijze geboekt.

Voor een positieve voorraadwijziging van goederen in bewerking boeken we bijvoorbeeld:

32 Goederen in bewerking  
712 Voorraadwijziging goederen in bewerking