Een onderneming kan kosten activeren en die niet langer als een kost maar als een investering beschouwen. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer een onderneming ontwikkelingskosten heeft. In zo’n geval worden de kosten onder de activa geplaatst en worden ze afgeschreven. Aan het activeren van kosten zijn altijd een aantal voorwaarden verbonden. Uiteraard dienen ze aan de juiste rekening te worden gekoppeld. In de praktijk komen we steeds terecht bij een van de rekeningen van de rubriek 21 Immateriële vaste activa.

Betekenis van immateriële vaste activa

Net zoals andere vaste activa zijn ook immateriële vaste activa op een duurzame manier verworven en worden ze voor een lange termijn door de onderneming gebruikt. Ze zijn in tegenstelling tot materiële vaste activa (bv. gebouwen of machines) niet tastbaar. Voorbeelden zijn octrooien en licenties.

De immateriële vaste activa vallen onder de rubriek 21 en worden opgedeeld in:

  • Rubriek 21 Immateriële vaste activa
    • 210 Kosten van onderzoek en ontwikkeling
    • 211 Concessies, octrooien, licenties, knowhow, merken en soortgelijke rechten
    • 212 Goodwill
    • 213 Vooruitbetalingen

210 Kosten van onderzoek en ontwikkeling

Hoewel de rekening 210 nog steeds spreekt van kosten van onderzoek, zijn sinds 2016 enkel nog de ontwikkelingskosten activeerbaar. Voordien geactiveerde kosten van onderzoek worden wel gewoon afgeschreven en daarom maakt de rekening 210 er nog steeds melding van.

Onder de kosten van onderzoek verstond men de systematisch uitgevoerde en originele werkzaamheden waarmee een onderneming technische kennis hoopt te verwerven of inzicht hoopt te krijgen in nieuwe wetenschappelijke kennis.

De kosten van ontwikkeling zijn dan weer de kosten voor de concrete uitvoering van studies of ontwerpen voor de productie van nieuwe of aanzienlijk verbeterde werktuigen, materialen, procedés, diensten of systemen. Hierbij maakt men gebruik van de ontdekkingen of de verworven kennis.

211 Concessies, octrooien, licenties, knowhow, merken en soortgelijke rechten

Deze rekening slaat op de waarde van concessies, octrooien, licenties, knowhow, merken en soortgelijke rechten waarvan de onderneming eigenaar is. Daarnaast omvat het ook rechten die onder bezwarende titel (bv. tegen betaling) verkregen werden op rechten van derden. Denk bijvoorbeeld aan het recht om een merknaam van een derde te gebruiken (franchising).

212 Goodwill

Goodwill wordt gebruikt om delen van de marktwaarde van een onderneming te benoemen die niet meteen aan de activa of passiva toe te wijzen zijn. Het gaat daarbij om een meer- of minderwaarde ten opzichte van het eigen vermogen, met name omdat toekomstige inkomsten (bv. kennis, klanten, merken of personeel) nog niet gewaardeerd zijn.

Boekhoudkundig ontstaat een goodwill over het algemeen bij de overname van een onderneming of activiteitenbranche waarbij de betaalde prijs hoger is dan de nettowaarde van de activa min de passivabestanddelen.

Goodwill heeft een maximale afschrijvingstermijn van tien jaar.

213 Vooruitbetalingen

Vooruitbetalingen ontstaan wanneer een onderneming zich ertoe verbindt om immateriële vaste activa aan te kopen en ter waarborg van het contract reeds een voorschot betaalt. Daarnaast omvat de rekening 213 Vooruitbetalingen ook de reeds gemaakte kosten voor de eigen productie of de verwezenlijking van de immateriële vaste activa.