Sociale voordelen kunnen een mooie manier zijn om het personeel te belonen. In principe zijn deze voordelen dan ook onbelast. Daarbij moet wel rekening worden gehouden met een aantal voorwaarden die onlosmakelijk met de sociale voordelen verbonden zijn.

Wat zijn sociale voordelen?

Sociale voordelen zijn voordelen die je als werkgever aan een groep werknemers, personeelsleden en bedrijfsleiders, toekent. Ze dienen verschillende doelen:

  • Onderdeel van het verloningsaspect en de arbeidsvoorwaarden om personeel aan te trekken;
  • Het versterken van de betrekkingen tussen het personeel onderling;
  • Het versterken van de relatie tussen het personeel van de onderneming.

Fiscaliteit van sociale voordelen

Voor de betrokken werknemers zijn sociale voordelen fiscaal interessant omdat ze in tegenstelling tot de zogenaamde voordelen van alle aard (bv. bedrijfswagen) geen belastbaar inkomen vormen. Voor de werknemers hebben de sociale voordelen dus geen invloed op hun aanslagbiljet. Voor de onderneming zijn sociale voordelen in principe niet-aftrekbaar als beroepskost. Hierop zijn wel een limitatief aantal uitzonderingen voorzien:

  • Gezelschapsreizen van maximaal één dag (bv. teambuildingactiviteiten);
  • Uitdelen van soep, koffie, bier, frisdrank en thee tijdens de werkuren;
  • Gratis collectief vervoer of collectief vervoer beneden de kostprijs;
  • Geschenken in natura, in specie of in de vorm van een betaalbon;
  • Huwelijkspremies van maximaal 200 euro.

Voorwaarden voor sociale voordelen

Opdat er sprake zou zijn van sociale voordelen, moet er wel aan een aantal voorwaarden zijn voldaan. In het andere geval heeft het een impact op de belastbaarheid, de aftrekbaarheid maar ook op de heffing van socialezekerheidsbijdragen.

In de eerste plaats moeten alle personeelsleden hetzelfde voordeel krijgen. Als bijvoorbeeld de verjaardagspremie aan één jarig personeelslid wordt toegekend en niet aan de andere, is er geen sprake van een sociaal voordeel. Het is niet de bedoeling dat de ene meer krijgt dan de andere.

Ten tweede moeten geschenken steeds gegeven worden bij jaarlijkse feesten of gebeurtenissen. Dit is echter niet beperkt tot de officiële feestdagen, maar het kan bijvoorbeeld ook gaan om de verjaardag van de werknemer, de geboorte van een kind of zelfs om de feestdag van de patroonheilige van de sector waarin de onderneming actief is. Een schildersbedrijf mag zijn werknemers dus een geschenk geven op de feestdag van Sint-Christoffel, maar ook het geven van een geschenk op Sint-Maarten in plaats van Sinterklaas is toegestaan.

Daarnaast mag het jaarbedrag van het geschenk in principe niet meer dan 40 euro bedragen. Indien daar niet aan is voldaan, zijn socialezekerheidsbijdragen verschuldigd voor de totale waarde van het geschenk. Hierop bestaan echter talloze uitzonderingen:

  • Bedrag te verhogen met 40 euro per kind ten laste bij geschenken die worden toegekend ter gelegenheid van Sinterklaas, Kerstmis of Nieuwjaar;
  • Geschenken naar aanleiding van een eervolle onderscheiding (bv. het verkrijgen van een ereteken in de ridderorde, maar ook een interne onderscheiding zoals “twintig jaar in dienst”) mogen maximaal 120 euro per jaar bedragen;
  • Geschenken overhandigd ter gelegenheid van de pensionering:
    • Maximaal 40 euro per dienstjaar bij de werkgever;
    • Met een minimum van 120 euro;
    • Met een maximum van 1.000 euro.

Wat het uitreiken van betaalbonnen betreft, zijn er ten slotte drie extra voorwaarden van toepassing:

  • Je moet vooraf een akkoord gesloten hebben met de uitgever van de betaalbon;
  • De betaalbon moet een beperkte looptijd hebben (1 jaar);
  • De betaalbon mag niet geheel of gedeeltelijk in geld om te wisselen zijn, ook niet door bv. het retourrecht uit te oefenen.