Sinds 1 oktober 2022 is het voor een grote groep van werknemers mogelijk om te vragen naar arbeidsvoorwaarden die zekerder en voorspelbaarder zijn. Je bent als werkgever in principe niet verplicht om op deze vraag in te gaan, maar een weigering dien je wel voldoende te motiveren. We leggen het uit.

Recht om te vragen om zekerder en voorspelbaarder werk

Het recht om te vragen naar meer voorspelbare en zekerdere arbeidsvoorwaarden is er voor werknemers die ten minste zes maanden anciënniteit hebben. Werknemers die gedurende een referteperiode van vier opeenvolgende weken drie uur of minder per week werken, zijn uitgesloten van deze regeling.

Het is niet toegestaan om deze anciënniteit doelbewust te onderbreken om de toepassing van dit recht te ondermijnen. In de praktijk neutraliseert men voor deze regeling de periode tussen opeenvolgende overeenkomsten van bepaalde tijd. De opgebouwde anciënniteit gaat dus niet verloren, maar in de tijd tussen de overeenkomsten wordt geen extra anciënniteit opgebouwd.

Aanvragen van meer voorspelbaar en zekerder werk

Als een werknemer aan de bovenstaande eisen voldoet, mag de werknemer vragen om meer voorspelbare en zekerdere arbeidsvoorwaarden. In de wet staat niet te lezen wat hieronder moet worden begrepen. De cao bevat wel een aantal voorbeelden. Deze zijn niet limitatief, de werknemer krijgt de vrijheid om zelf te bepalen wat voor hem meer voorspelbare en zekerdere arbeidsvoorwaarden zijn. Uiteraard moet de werknemer wel rekening houden met de vereiste kwalificaties en competenties, de toegepaste uurregeling, de geldende loonvoorwaarden enzovoort.

  • Vragen om een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in plaats van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
  • Vragen om een voltijdse arbeidsovereenkomst in plaats van een deeltijdse arbeidsovereenkomst
  • Vragen om een deeltijdse arbeidsovereenkomst met meer uren
  • Vragen om een vast werkrooster in plaats van een variabel werkrooster
  • Vragen om weekcontracten voor uitzendarbeid in plaats van dagcontracten

Een werknemer die van dit recht gebruik wil maken, moet een schriftelijke aanvraag indienen. Dit dient ten minste drie maanden op voorhand te gebeuren en een werknemer kan slechts een keer per twaalf maanden een aanvraag indienen. In de aanvraag neemt de werknemer op welke meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden hij wenst, de gewenste begindatum van de nieuwe werkvorm en het feit dat het gaat om een aanvraag conform cao nr. 161. Bij voorkeur doet de werknemer de aanvraag per aangetekende brief.

Rol werkgever bij het vragen om zekerder en voorspelbaarder werk

De werkgever is niet verplicht om akkoord te gaan met deze aanvraag. De werkgever is wel verplicht om op de aanvraag te reageren. Dit moet ten minste binnen de maand na de aanvraag of ten minste twee maanden na de aanvraag indien een werkgever minder dan twintig werknemers heeft. De werkgever kan dan beslissen om de aanvraag te aanvaarden, de aanvraag te weigeren, andere voorwaarden voor te stellen of de invoering van de gevraagde voorwaarden vanaf een ander tijdstip te aanvaarden.

Bij een aanvaarding dien je natuurlijk de concrete modaliteiten verder uit te werken. In de praktijk wil dat zeggen dat je een bijlage bij de arbeidsovereenkomst voegt. Als je andere voorwaarden voorstelt of de aanvraag weigert, dien je voldoende concreet aan te geven waarom je dat doet. Zo kan je bijvoorbeeld beargumenteren dat de werknemer niet de vereiste competenties heeft of dat er geen extra werk beschikbaar is.