Niemand is gebaat bij leegstaande en verwaarloosde bedrijfsgebouwen. Ze vormen een smet op de omgeving, ze trekken vandalen aan en ze nemen de al schaarse ruimte nodeloos in beslag. Omdat Vlaanderen vindt dat er betere manieren zijn om met de Vlaamse ruimte om te gaan, neemt het al sinds 1995 maatregelen om de leegstand en de verwaarlozing van bedrijfsgebouwen tegen te gaan. In de eerste plaats doet het dat met een sanctie, waarbij de eigenaar een heffing dient te betalen. De inkomsten uit deze heffing worden door de overheid gebruikt voor projecten die ongebruikte bedrijfsgronden een nieuwe bestemming geven. Ten tweede steunt de Vlaamse overheid ook zelf bedrijven die leegstaande en verwaarloosde bedrijfsgebouwen een nieuwe bestemming willen geven. Dat doet het met de subsidie voor de sanering van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten.

Voorwaarden voor de subsidie voor de sanering van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten

Zowel natuurlijke personen als rechtspersonen (incl. vzw’s) en in sommige gevallen zelfs publiekrechtelijke personen komen in aanmerking voor de subsidie voor de sanering van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten. Er moet wel aan een aantal voorwaarden zijn voldaan.

Ten eerste gelden er voorwaarden ten aanzien van de bedrijfsruimte zelf. De kadastrale oppervlakte daarvan dient bijvoorbeeld minstens 5 are te bedragen. Bovendien moet de bedrijfsruimte in de inventaris van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten zijn opgenomen én mag men op het moment dat het dossier wordt ingediend ten hoogste twee jaar de nieuwe eigenaar zijn van het gebouw.

Ten tweede moet het totaalbedrag van de saneringswerken 24.750 euro (excl. btw) of meer bedragen. Verder gelden er ook eisen aan de uitvoering van de saneringswerken. Zo moeten bijvoorbeeld de principes van circulair slopen worden gerespecteerd.

Ook komen niet zomaar alle saneringswerkzaamheden in aanmerking voor de subsidie voor de sanering van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten. Het is de bedoeling dat de saneringswerkzaamheden het gebouw in zo’n staat brengen dat er met de herbestemmingsbouwwerkzaamheden kan worden gestart. Saneringen in de milieutechnische zin van het woord zijn uitgesloten en de herbestemmingswerkzaamheden moeten in principe uiterlijk twee jaar na de goedkeuring van de subsidieaanvraag en het -bedrag starten. In sommige gevallen bedraagt deze termijn echter vijf jaar.

Bedrag van de subsidie voor de sanering van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten

In theorie bedraagt de subsidie voor de sanering van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten 30% van de kosten van de saneringswerkzaamheden (excl. btw en zoals berekend in de eindafrekening). In sommige gevallen wordt dit echter naar 60% opgetrokken. De aanvrager moet dan wel aantonen dat hij met de uiteindelijke herbestemming substantieel bijdraagt aan minstens een van de onderstaande doelstellingen:

  • Het versterken van de verweving van activiteiten of van gedeeld of meervoudig ruimtegebruik
  • De transitie naar klimaatneutraliteit en hernieuwbare energie
  • Ontharding en vergroening
  • Het verhogen van het ruimtelijk rendement

In principe wordt de subsidie toegekend na het beëindigen van de saneringswerkzaamheden, maar het is wel mogelijk om tot twee voorschotten aan te vragen.

De subsidie voor de sanering van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten aanvragen

Eventuele aanvragen zijn in te dienen bij het Departement Omgeving – Leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten. Hiervoor moet er per aangetekend schrijven een gedetailleerd aanvraagdossier bij het departement worden ingediend. Bij het indienen van de subsidieaanvraag moet de omgevingsvergunning nog minstens zes maanden geldig zijn. De eindafrekening is binnen zestig dagen na het beëindigen van de saneringswerkzaamheden in te dienen.