Als het moeilijk gaat in je onderneming kom je mogelijk uit bij een herstructurering en een collectief ontslag. Als zo’n collectief ontslag meer dan twintig medewerkers treft, ben je verplicht om een sociaal begeleidingsplan op te stellen en een regionale toetsing uit te voeren. Als het bedrijf verschillende vestigingseenheden heeft in verschillende gewesten en deze worden getroffen door het collectief ontslag dien je voor elk van die gewesten het begeleidingsplan te laten goedkeuren.

Opstellen van een sociaal begeleidingsplan

Het sociaal begeleidingsplan heeft het doel om werknemers zo snel mogelijk opnieuw aan een job te helpen. De gevolgen van het collectief ontslag worden dus niet geheel in de schoenen van de sociale zekerheid geschoven, de werkgever moet maatregelen treffen om de werknemers elders aan het werk te krijgen. Het sociaal begeleidingsplan dient ten minste drie maatregelen te bevatten die ervoor moeten zorgen dat werknemers aan een nieuwe job raken:

  • Inzetten op opleidingen en herplaatsingen
  • Outplacement aanbieden: minstens 30 uur gedurende drie maanden aan -45-jarigen en minstens 60 uur gedurende zes maanden aan +45-jarigen
  • Een tewerkstellingscel oprichten: een samenwerkingsverband tussen onder meer de werkgever, de werknemersafgevaardigden, een outplacementbureau, de SERR en de VDAB. De tewerkstellingscel begeleidt de werknemers in hun zoektocht naar werk.

Goedkeuring en evaluatie van het sociaal begeleidingsplan

In Vlaanderen moet het begeleidingsplan worden goedgekeurd door het Departement Werk en Sociale Economie. In Brussel, Wallonië en de Duitstalige Gemeenschap gaat het respectievelijk om Actiris, Le Forem en de Arbeitsamt der DG. Bij de beoordeling van het sociaal begeleidingsplan houdt men rekening met de volledigheid (het omvat alle documenten) en toetst men of er een geldige tewerkstellingscel is opgericht. Ook het aanbieden van de verplichte outplacement wordt getoetst, net als de vraag of dit outplacementaanbod voldoende activerend is. Verder houdt men rekening met andere acties die in het sociaal begeleidingsplan zijn opgenomen, bijvoorbeeld opleidingsbudgetten en hertewerkstellingspremies.

Hulp en premies bij collectieve ontslagen en herstructureringen

Wie hulp kan gebruiken bij de herstructurering kan terecht bij het Sociaal Interventiefonds van de VDAB. Dit is het aanspreekpunt voor diverse vragen, bijvoorbeeld over de te respecteren regels en het te doorlopen traject. In sommige gevallen komen werkgevers en/of werknemers in aanmerking voor premies.

Voor werknemers gaat het om de aanmoedigingspremie arbeidsduurvermindering. De werknemer dient dan nog ten minste vijftig procent te werken en geen onderbrekingsuitkering te krijgen. Het bedrag van deze aanmoedigingspremie is afhankelijk van hoeveel men werkte in het jaar voor de arbeidsduurvermindering en hoeveel men nadien nog werkt. De aanmoedigingspremie is binnen zes maanden na de start van de onderbreking aan te vragen. De werknemer is zelf verantwoordelijk voor de aanvraag. Hij mag dit wel aan de werkgever overlaten, maar de werkgever is niet verplicht om dit voor de werknemer te regelen.

Voor werkgevers is er dan weer de premie outplacement. Het Sociaal Interventiefonds zal dan (een deel van) de begeleiding van de medewerkers en de kosten van een opleiding betalen. Hoeveel de terugbetaling bedraagt, is onder andere afhankelijk van de leeftijd van de werknemer en of de werknemer na de outplacement al dan niet aan het werk is.