De energiecrisis treft niet alleen consumenten, maar ook bedrijven. De stijgende energieprijzen maken het steeds duurder om producten te maken of diensten aan te bieden. Daarbovenop worden bedrijven ook nog eens geconfronteerd met de gevolgen van de inflatie en met de stijgende loonkosten. Daarom heeft de federale overheid een pakket met steunmaatregelen voor bedrijven uitgewerkt. Hieronder zijn de verschillende mogelijkheden toegelicht.

Overbruggingsrecht

Wanneer een zelfstandige zijn activiteiten door de energiecrisis stopzet of onderbreekt, komt hij in aanmerking voor een overbruggingsrecht. Het moet wel gaan om een zelfstandige in hoofdberoep, een helper of een meewerkende partner. Een zelfstandige in bijberoep komt niet in aanmerking. De onderbreking dient bovendien ten minste zeven opeenvolgende kalenderdagen te duren en moet een gevolg zijn van de energiecrisis. Het volstaat dat je kan aantonen dat de energiecrisis een grote impact heeft op de productiekosten en dat er een sterke stijging is van de energiefactuur ten opzichte van een jaar eerder.

Verder moeten de sociale bijdragen van minstens vier van de zestien voorgaande kwartalen zijn betaald en mag je geen andere beroepsactiviteit uitoefenen of een vervangingsinkomen genieten. Het bedrag is afhankelijk van de duur van de onderbreking en het al dan niet hebben van een gezinslast.

Uitstel betaling sociale bijdragen

Ten gevolge van de energiecrisis en de stijgende energiefacturen kunnen zelfstandigen het moeilijk hebben om hun sociale bijdragen te betalen. Als dit het gevolg is van de energiecrisis kunnen zelfstandigen uitstel vragen voor de betaling van de sociale bijdragen. Momenteel is uitstel enkel mogelijk voor het laatste kwartaal van 2022. Weet wel dat uitstel geen afstel is. Uiteindelijk moeten de sociale bijdragen alsnog worden betaald, ten laatste tegen 15 december 2023.

Vrijstelling sociale bijdragen

Naast uitstel van betaling kunnen zelfstandigen ook vragen om een vrijstelling. Ook hiervoor geldt dat je moet aantonen dat de energiecrisis een grote impact heeft op de zelfstandige activiteit en dat de voorschotfacturen sterk zijn gestegen. In het geval van een vrijstelling hoeven de sociale bijdragen niet te worden betaald. Starters moeten ten minste vier kwartalen zijn gestart voordat ze een vrijstelling kunnen aanvragen. Weet dat een vrijstelling ook nadelen kent. Zo levert een vrijgesteld kwartaal natuurlijk ook geen pensioenrechten op. Bovendien zorgt een vrijgesteld kwartaal ervoor dat de betaalde VAPZ-premies niet fiscaal aftrekbaar zijn, waardoor je iets meer belastingen moet betalen.

Afbetaalplan

Ten slotte is het ook mogelijk om een afbetaalplan aan te gaan. Bij een afbetaalplan dienen de openstaande sociale bijdragen gedurende een bepaalde periode in schijven te worden betaald. Een afbetaalplan geldt voor een korte periode. Meestal wordt het aangegaan voor een periode van drie tot negen maanden. Het afbetalingsplan schorst de interestberekening niet. Elk kwartaal worden er dus verhogingen berekend. Het is wel mogelijk om nadien, als je het plan correct hebt gevolgd, een kwijtschelding van interesten aan te vragen. Als je het afbetalingsplan niet correct volgt, zal je alsnog meteen het volledige saldo moeten betalen. Bovendien kan je ondanks een afbetalingsplan nog steeds andere betaalverzoeken krijgen, bijvoorbeeld eindafrekeningen en wijzigingsberichten.