Bij een faillissement zal de curator de activa van de onderneming aanwenden om schuldeisers te betalen. De curator zal de rekeningen blokkeren, de machines verkopen en eventuele openstaande vorderingen innen. Vervolgens zal de curator overgaan tot de uitbetaling van openstaande schulden.

De curator doet deze uitbetaling echter niet zomaar willekeurig maar hanteert hiervoor een strikt wettelijk opgelegde volgorde. Hierdoor is het mogelijk dat sommige schuldeisers een volledige betaling van hun vordering krijgen, terwijl anderen slechts een deel ontvangen of zelfs met lege handen achterblijven. Over het algemeen maakt de curator een onderscheid tussen de bijzonder bevoorrechte schuldeisers, de algemeen bevoorrechte schuldeisers, de hypothecaire schuldeisers, de chirografaire of gewone schuldeisers en de achtergestelde schuldeisers. Pas nadien zal de curator de aandeelhouders vergoeden.

# 1. De bijzonder bevoorrechte schuldeisers

Een bijzonder voorrecht slaat op een of meerdere specifieke roerende of onroerende goederen. De bijzonder bevoorrechte schuldeisers hebben met andere woorden voorrang om uitbetaald te worden dankzij de verkoop van de specifieke goederen waarop ze het voorrecht hebben en niet op de algemene opbrengsten. Indien de verkoop van de bevoorrechte goederen niet volstaat om hun vordering volledig te voldoen, genieten ze voor het restant de behandeling zoals bij de chirografaire schuldeisers.

Er zijn verschillende bijzondere voorrechten die lang niet altijd even vaak voorkomen. Bovendien is het bedrag van het voorrecht vaak beperkt. De meest relevante bijzondere voorrechten zijn:

  • Het voorrecht van de onbetaalde verhuurder op de roerende goederen die zich in het pand bevinden, met uitzondering van de aanwezige voorraden;
  • Het voorrecht van de leverancier op onbetaalde roerende goederen die zich in het bezit van de schuldenaar bevinden. Hierop gelden een aantal uitzonderingen indien zij onroerend zijn gemaakt;
  • Het voorrecht van de vervoerder op de goederen die de vervoerder onder zich heeft.

Indien er zich verschillende bijzonder bevoorrechte schuldeisers op eenzelfde voorrecht beroepen, geldt er opnieuw een volgorde in functie van de datum van publiciteit, een wettelijk bepaalde volgorde of de aard van het voorrecht.

# 2. De hypothecaire schuldeisers

De hypothecaire schuldeisers worden in de eerste plaats uitbetaald door middel van de verkoop van de onroerende goederen i.f.v. de gevestigde hypotheek.

# 3. De algemeen bevoorrechte schuldeisers

Na de uitbetaling van de bijzonder bevoorrechte schuldeisers en de hypothecaire schuldeisers kan men de rest van de activa vereffenen tot één globale som. Die globale som wordt in de eerste plaats aan de algemeen bevoorrechte schuldeisers uitbetaald. Hun voorrecht slaat niet op specifieke roerende of onroerende goederen. De uitbetaling zal in de eerste plaats gebeuren op het restant van de onroerende goederen, na de uitbetaling van de hypothecaire schuldeisers.

Er zijn opnieuw verschillende algemeen bevoorrechte schuldeisers. Ze worden uitbetaald in functie van een wettelijk bepaalde volgorde. Ze hebben steeds recht op een integrale vergoeding van het (eventueel begrenst) voorrecht vooraleer er naar de volgende rang wordt overgegaan. In het andere geval geldt er onderling een pondspondsgewijze verdeling.

Het gaat om een heel uitgebreide lijst die lang niet altijd even relevant is. De meest relevante algemeen bevoorrechte schuldvorderingen zijn (in volgorde):

  • De gerechtskosten die gemaakt zijn in functie van het gemeenschappelijk belang van de schuldeisers;
  • De lonen van werknemers;
  • Bepaalde schadevergoedingen waarop slachtoffers recht hebben bij lichamelijke of psychische schade ten gevolge van een opzettelijke gewelddaad (strafbaar feit);
  • Vorderingen van socialezekerheidsinstellingen zoals het RIZIV, de RSZ, het Fonds voor Arbeidsongevallen, maar ook ten aanzien van verzekeraars in functie van arbeidsongevallenverzekeringen;
  • Bepaalde vorderingen van auteurs.

Pondspondsgewijze uitbetaling

Binnen eenzelfde rang hanteert men pondspondsgewijze betalingen. Indien er onvoldoende geld is om alle schuldeisers te vergoeden, zal men de schuldeisers in verhouding met hun vordering betalen. Wie een grotere vordering heeft, zal dus meer krijgen. Procentueel krijgt iedereen echter een even groot deel van zijn eigen vordering.

Stel bijvoorbeeld dat er in dezelfde rang vier schuldeisers zijn met een totale vordering van €20.000,- maar dat er slechts €10.000,- te verdelen valt, dan krijgen zij een uitbetaling in functie van hun aandeel in de totale vordering in die rang:

Schuldeiser Bedrag van de schuld Verhouding tot totale vordering in die rang Pondspondsgewijze toekenning
Schuldeiser 1 €10.000,- 50% €5.000,- (50% van €10.000,-)
Schuldeiser 2 €2.500,- 12,5% €1.250,- (12,5% van €10.000,-)
Schuldeiser 3 €2.500,- 12,5% €1.250,- (12,5% van €10.000,-)
Schuldeiser 4 €5.000,- 25% €2.500,- (25% van €10.000,-)

 # 4. De chirografaire schuldeisers

Indien er na de uitbetaling van de bijzonder bevoorrechte schuldeisers, de hypothecaire schuldeisers en de algemeen bevoorrechte schuldeisers nog een restwaarde is, komen de chirografaire schuldeisers aan bod. Omdat bevoorrechte schuldeisers soms maar een gedeeltelijk voorrecht hebben, kunnen zij voor een deel van hun vordering ook in dit rijtje terechtkomen. De chirografaire schuldeisers worden geacht zich in dezelfde rang te bevinden, waardoor ook hier een pondspondsgewijze verdeling wordt toegepast.

Echter moet je er wel rekening mee houden dat sommige schuldeisers een voorrecht hadden op een deel van hun schuldvordering. Voor de pondspondsgewijze verdeling houdt men bij deze schuldeisers rekening met het niet-bevoorrechte deel van hun vordering én met de niet-inbare som van hun voorrecht (bv. onvoldoende roerende goederen om het voorrecht van de onbetaalde verhuurder integraal te voldoen).

# 5. De achtergestelde schuldeisers

Pas nadat alle chirografaire schuldeisers aan bod zijn gekomen, behandelt de curator de vorderingen van de achtergestelde schuldeisers. Achterstelling kan men enkel bekomen door dit contractueel overeen te komen. In de praktijk gaat het meestal om een achtergestelde lening. Onder andere de startlening van het PMV/z is zo’n achtergestelde lening.

# 6. Uitbetaling van de restwaarde

Blijft er ook na de uitbetaling van de achtergestelde schuldeisers nog een waarde over? Dan kan men de aandeelhouders, de inbrengers of de vennoten betalen. In de praktijk zien zij slechts zelden een deel van de koek. Vraag dat maar aan de Arco-aandeelhouders die helemaal niets ontvingen uit de vereffening van Arcopar. Onlogisch is dat niet, als je ziet welke schuldeisers eerst allemaal aan bod kwamen.