Een prijsvermindering kan voor een consument een belangrijke incentive zijn om een aankoop niet uit te stellen, maar meteen te verrichten. Prijsverminderingen kunnen dus juist bevorderlijk zijn voor de omzet van een onderneming. Tegelijkertijd kunnen prijsverminderingen ook bedrieglijk of misleidend zijn. Daarom zijn er specifieke regels opgesteld waar Belgische ondernemers rekening mee moeten houden. De regels met betrekking tot prijsverminderingen zijn hieronder weergegeven. Deze regels zijn er om de eerlijke concurrentie te bevorderen, consumenten zekerheid te bieden over de oprechtheid en accuraatheid van de korting en om de consument transparant te informeren.
Nieuwe en oude prijs tonen
Wanneer een onderneming een verlaagde prijs voorstelt, is het cruciaal om naast deze nieuwe prijs ook de oude prijs duidelijk te tonen. De oude prijs is niet per se gelijk aan de laatste prijs die men heeft gehanteerd. De oude prijs is namelijk gelijk aan de minimale prijs die het bedrijf gedurende de laatste dertig dagen heeft gehanteerd. Interessant is dat deze zogeheten referentieprijs kan variëren afhankelijk van waar de verkoop plaatsvindt, zoals in een winkel of online via een webshop. Er wordt dan gekeken naar wat de referentieprijs was in de winkel of naar wat de referentieprijs was in de webshop.
Het is eveneens verplicht om deze referentieprijs weer te geven als er sprake is van reclame waarin een specifieke verkoopprijs staat. Dit is niet alleen het geval voor concrete kortingspercentages, zoals “20% korting”, maar ook wanneer er gesuggereerd wordt dat er een korting is (denk bijvoorbeeld aan termen als “promo” of “Black Friday”). Desalniettemin zijn er situaties waarin deze verplichting niet geldt. Dit is het geval bij algemene mededelingen die niet direct naar een prijsvermindering verwijzen, een gezamenlijk aanbod of voorwaardelijke aanbiedingen. De referentieprijs is dus niet verplicht te vermelden bij opschriften als “laagste prijs”, “2+1 gratis” of “2de product aan de helft van de prijs”. Uiteraard dient men dan wel nog altijd rekening te houden met de regels voor eerlijke handelspraktijken.
Uitzonderingen op deze regels
Voor nieuwe producten die minder dan dertig dagen beschikbaar zijn, is een referentieperiode van dertig dagen uiteraard onlogisch. Dan geldt er een verkorte periode van slechts zeven dagen. Verder dient men wel gewoon de oude prijs weer te geven en rekening te houden met de genoemde regels. Voor bederfelijke goederen (bijvoorbeeld groenten en fruit) hoeven ondernemers geen oude prijzen weer te geven of rekening te houden met een referentieperiode. Het verbod op oneerlijke handelspraktijken blijft wel gewoon van toepassing.
Verder zijn er periodes met progressieve prijsvermindering, bijvoorbeeld de solden. Dan is het niet nodig om telkens de referentieprijs aan te passen als de korting wordt verhoogd. Het volstaat dan om de initiële referentieprijs voor de eerste prijsvermindering te blijven vermelden bij de volgende prijsverminderingen. Dit mag enkel binnen eenzelfde promocampagne. Bij de volgende campagne dient men weer een nieuwe referentieprijs te bepalen en weer te geven. Bij discussies hieromtrent is het aan de onderneming om de correctheid van de weergegeven prijsvermindering aan te tonen. Daarom is het belangrijk om dit goed te documenteren.
