Eerder dit jaar maakte de kersverse regering bekend dat de jaarlijkse taks op de effectenrekening terug zou komen. Deze jaarlijkse taks op de effectenrekening werd in 2019 door het Grondwettelijk Hof vernietigd, maar werd nu fors aangepast. Deze taks zou nu wel de toets door het grondwettelijk hof moeten doorstaan, maar dat valt natuurlijk af te wachten. In ieder geval is er rekening gehouden met eerdere opmerkingen.

Taks op alle effectenrekeningen

De vorige taks op de effectenrekening viseerde slechts vijf soorten financiële instrumenten en was enkel van toepassing op particulieren die effectenrekeningen hadden van minstens 500.000 euro. Met deze discriminatie maakt de nieuwe taks op de effectenrekeningen komaf. Het volgt dan ook de kritiek die de Raad van State en het Grondwettelijk Hof hadden over de oude taks op de effectenrekeningen.

Hierdoor zal de nieuwe taks op de effectenrekeningen op alle effectenrekeningen van toepassing zijn en het maakt geen enkel onderscheid meer. Hieronder vallen dus effectenrekeningen van particulieren, maar ook van rechtspersonen of van personen die aan de belasting der niet-inwoners zijn onderworpen. In die groep vind je dan grote bedrijven en daarnaast bijvoorbeeld ook provincies, gemeentebesturen, ziekenhuizen, vakbonden, universiteiten enzovoort. Wel is het zo dat de taks alleen van toepassing is op de effectenrekeningen die een gemiddelde waarde hebben van meer dan 1 miljoen euro.

Bedrag van de taks op de effectenrekeningen

De taks op de effectenrekeningen zal net zoals de vorige taks op de effectenrekeningen opnieuw 0,15% bedragen. Van zodra de grens van 1 miljoen euro overschreden is, is de belasting van toepassing. Dit is bijvoorbeeld ook het geval wanneer een familie een effectenrekening in onverdeeldheid heeft die deze grens overschrijdt, terwijl zij niet aan de taks onderhevig zouden zijn wanneer ze elk hun eigen effectenrekening openden. Het is aan hen om eventueel in te grijpen.

Antimisbruikbepalingen

Om allerlei creatieve achterpoortjes te voorkomen, zijn er antimisbruikbepalingen voorzien. In verschillende situaties zal er automatisch sprake zijn van een weerlegbaar vermoeden van belastingontwijking. Het is dan aan de belastingplichtige om aan te tonen dat dit niet het geval is en er andere logische redenen zijn voor bepaalde transacties. Een voorbeeld van zo’n weerlegbaar vermoeden van belastingontwijking is het onderbrengen van de effectenrekening in een buitenlandse rechtspersoon die de effecten naar een buitenlandse effectenrekening verplaatst.

Kritiek op de “solidariteitsbijdrage”

In de praktijk werd de taks aangekondigd als een “solidariteitsbijdrage” voor de uitgaven van de coronapandemie. Alleen al op deze benaming is er al veel kritiek gekomen. Zo gaat de overheid het geld van de solidariteitsbijdrage ook gewoon halen bij dezelfde bedrijven die ze binnenkort weer zullen steunen en die het nog steeds moeilijk hebben. Ook stichtingen, vzw’s en collectieve tegoeden van minder gegoeden worden door de taks getroffen. Verder is er geen einddatum voorzien. Het is dan ook denkbaar dat die solidariteitsbijdrage minstens even lang zal blijven bestaan als de heel tijdelijke crisisbelasting die in 1993 werd ingevoerd en die pas in 2021 definitief wordt afgeschaft. De benaming mag je hoe dan ook met een korreltje zout nemen. Het was een politieke beslissing om grote vermogens zwaarder te belasting en daar ben je al dan niet voor te vinden.

In politieke kringen is er dan weer heel veel ongenoegen over het feit dat de federale overheid nu “in de zakken zit” van andere overheden, zoals gemeenten en provincies. Zij houden per slot van rekening ook vaak effectenrekeningen aan, bijvoorbeeld in het kader van pensioenfondsen. Uiteraard is dit altijd gevoelige materie.

Maar misschien nog belangrijker: inhoudelijk hebben ook juristen al kritiek geuit op de solidariteitsbijdrage. Zo dreigt er in bijzondere gevallen mogelijk sprake te zijn van een dubbele belasting. Daarnaast worden de opbrengsten van de taks grotendeels toegewezen aan de RSZ. Hierdoor zou de taks mogelijk als sociale zekerheidsbijdrage gekwalificeerd kunnen worden, waarop Europese regelgeving van toepassing zou zijn waar momenteel dan weer geen rekening mee wordt gehouden. Hierdoor is er alvast munitie om de nieuwe taks op de effectenrekeningen ook effectief aan te vechten.

Wordt in ieder geval vervolgd, maar op korte termijn komt de taks er alvast wel.