Werknemer en werkgever moeten in principe de bepalingen van de arbeidsovereenkomst respecteren. Wanneer een van de partijen sterft, is dat uiteraard niet langer mogelijk. Vervolgens stelt zich de vraag wat er met de arbeidsovereenkomst moet gebeuren en waartoe de erfgenamen verplicht zijn. De Arbeidsovereenkomstenwet regelt deze materie.

Wat met de arbeidsovereenkomst als de werknemer sterft?

Als de werknemer sterft, eindigt de arbeidsovereenkomst automatisch. Het zijn de naasten die de werkgever van het overlijden op de hoogte moeten brengen. Omdat de arbeidsovereenkomst automatisch afloopt, moeten de erfgenamen geen opzegvergoeding betalen aan de werkgever.

Als werkgever behoud je wel een aantal verplichtingen. Zo moet je het saldo van het maandloon, het vakantiegeld en de eindejaarspremie nog steeds overmaken. Dit gaat vervolgens naar de nalatenschap. Ook moet je nog steeds aan je fiscale informatieverplichtingen voldoen. Het sterven van de werknemer wil immers niet zeggen dat hij geen belastingen meer moet betalen op zijn inkomsten van dat inkomstenjaar, enkel zijn het de erfgenamen die de aangifte van de personenbelasting moeten invullen en die belastingen moeten betalen. Echter, wanneer de erflater recht heeft op een fiscale terugbetaling gaat dit naar de erfgenamen.

Uiteraard blijft de werkgever wel de rechthebbende van alle goederen die hem toebehoren, zoals de bedrijfswagen of de computer van het werk. Deze goederen gaan niet naar de nalatenschap. De erfgenamen moeten de werkgever dan het een en ander terugbezorgen.

Werknemer sterft door arbeidsongeval

Indien de werknemer sterft ten gevolge van een arbeidsongeval, zal de arbeidsongevallenverzekering een rente betalen aan de (klein)kinderen, partner, broer, zus en/of ouders van de overleden werknemer. De overlijdensbijslag heeft de vorm van een tijdelijke of levenslange rente en is wettelijk vastgelegd. Vaak gelden er ook extra voorwaarden. Zo moet een broer of zus ook rechtstreeks voordeel gehaald hebben uit het loon van het slachtoffer:

  • Echtgenoot of wettelijk samenwonende partner: een levenslange rente van 30% van het basisloon, beperkt tot het onderhoudsgeld en tot een forfaitair bedrag bij pensionering;
  • Weeskind waarvan de vader of moeder overleed: 15% van het basisloon van de overleden vader of moeder, beperkt tot maximaal 45% voor alle kinderen samen. Deze rente loopt zolang er recht is op kinderbijslag en minimaal tot de leeftijd van 18 jaar;
  • Weeskind waarvan de vader en moeder overleed: 20% van het basisloon van de overleden vader of moeder, beperkt tot maximaal 60% voor alle kinderen samen. Deze rente loopt zolang er recht is op kinderbijslag en minimaal tot de leeftijd van 18 jaar;
  • Ouder van een slachtoffer dat niet getrouwd was en geen kinderen had: 20% van het basisloon tot het ogenblik waarop het kind 25 jaar zou zijn geworden, tenzij wanneer het kind de belangrijkste kostwinner was (levenslange rente). Bij pensionering wordt de rente tot een forfaitair bedrag beperkt;
  • Ouder van een slachtoffer dat getrouwd was en geen kinderen had: 15% van het basisloon tot het ogenblik waarop het kind 25 jaar zou zijn geworden, tenzij wanneer het kind de belangrijkste kostwinner was (levenslange rente). Bij pensionering wordt de rente tot een forfaitair bedrag beperkt;
  • Kleinkind van het slachtoffer dat wees is zonder vader en/of moeder, terwijl de grootouder geen rechthebbende kinderen nalaat: 15% (wees zonder vader of moeder) of 20% (wees zonder vader en moeder) van het basisloon, zolang er recht is op kinderbijslag en minimaal tot de leeftijd van 18 jaar;
  • Broer of zus van het slachtoffer dat geen andere rechthebbenden naliet: 15% van het basisloon, zolang er recht is op kinderbijslag en minimaal tot de leeftijd van 18 jaar.

De uitkering kan wel uitgebreider zijn indien het overleden slachtoffer een groepsverzekering had afgesloten met dekking bij overlijden.

Wat met de arbeidsovereenkomst als de werkgever sterft?

Wanneer een bestuurder of zaakvoerder van een vennootschap overlijdt, blijft de vennootschap verder bestaan. Hier is de rechtspersoon de werkgever en dus wijzigt er niets: de arbeidsovereenkomst blijft behouden.

Dit is natuurlijk anders wanneer de werkgever een natuurlijk persoon (eenmanszaak) is. Hier geeft de Wet op de Arbeidsovereenkomsten nadrukkelijk aan dat het overlijden van de werkgever geen einde maakt aan de arbeidsovereenkomst. De erfgenamen van de werkgever moeten met andere woorden de arbeidsovereenkomst respecteren en verder uitvoeren. De werknemer van zijn kant moet eveneens de arbeidsovereenkomst respecteren en dit onder dezelfde voorwaarden.

Billijke vergoeding bij beëindigen arbeidsovereenkomst

In de praktijk zal het voor de erfgenamen echter niet altijd mogelijk zijn om de arbeidsovereenkomst verder uit te voeren. Dit zal het geval zijn wanneer een werknemer in dienst werd genomen omwille van de persoonlijke medewerking. Dit werd in het verleden al aanvaard voor bijvoorbeeld de persoonlijke secretaresse van een advocaat die zich in een situatie van “persoonlijke medewerking” bevond.

In dat geval kan er wel degelijk een einde worden gemaakt aan de arbeidsovereenkomst. In dat geval moeten de erfgenamen wel een billijke vergoeding betalen aan de werknemer. Dit is geen opzegvergoeding en de rechter kan zelf bepalen welke vergoeding billijk is. Indien de nalatenschap dit toestaat, ligt de billijke vergoeding wel vaker in de lijn met de opzegvergoeding. Maar het kan natuurlijk ook zijn dat de nalatenschap, waarin zich bijvoorbeeld kinderen bevinden die wees zijn geworden, een lagere billijke vergoeding verlangt.

Indien de rechter daarentegen oordeelt dat de erfgenamen de arbeidsovereenkomst wel kunnen respecteren, kunnen zij de arbeidsovereenkomst mits betaling van een opzegvergoeding stopzetten.