De Innovatieve Culturele Partnerprojecten is een subsidieoproep van het Departement Cultuur, Jeugd en Media. Elk jaar is er een nieuwe oproep en kunnen dossiers voor 15 juli worden ingediend. Deze subsidie stimuleert partnerprojecten tussen culturele organisaties en organisaties die niet uit de culturele sector komen. Het moedigt culturele organisaties aan om uit hun comfortzone te treden en grenzen te verleggen.

Samenwerking tussen de culturele en niet-culturele sector

Opdat er sprake zou zijn van een partnerproject moeten er minstens twee partners bij het project betrokken zijn. Vereist is bovendien dat een partner een culturele partner is en de andere partner een niet-culturele partner is. Uiteraard zijn ook meerdere culturele en niet-culturele partners toegestaan, op voorwaarde dat er altijd minstens één culturele en één niet-culturele partner bij het project betrokken is.

Een culturele partner is een organisatie of een individu met een hoofdactiviteit in de culturele sector, bijvoorbeeld in de amateurkunsten, de circuskunsten of het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Ook onder meer architectuur, beeldende kunst, wereldmuziek, podiumkunsten, letteren en film komen in aanmerking. Een niet-culturele partner is dan weer een organisatie die of een individu dat zijn hoofdactiviteit in een andere sector uitvoert. Er zijn geen vereisten wat de organisatievorm betreft. Zo komen zowel natuurlijke personen, privaatrechtelijke personen, publiekrechtelijke personen als vzw’s gewoon in aanmerking voor de Innovatieve Culturele Partnerprojecten.

Eisen ten aanzien van het partnerproject

Het project moet nieuwe vraagstellingen en onderwerpen exploreren. Denk bijvoorbeeld aan het samen ontwikkelen van een nieuw product, een nieuwe methode of een nieuw businessmodel. Er zijn echter ook uitsluitingen voorzien voor doctoraten, afstudeerprojecten en reeds lopend en gefinancierd academisch onderzoek. Restauraties komen evenmin in aanmerking voor de Innovatieve Culturele Partnerprojecten. Hoe dan ook mag het project geen dubbele subsidiëring genieten.

Het project kan maximaal drie jaar duren en de afspraken moeten in een samenwerkingsovereenkomst worden gegoten. Er is geen verplicht sjabloon. Ten slotte is het vereist dat de inbreng van de niet-culturele partner minimaal 25% van de totale kosten bedraagt.

Subsidie en aanvragen

Het maximaal aan te vragen subsidiebedrag bedraagt maximaal 80.000 euro. Aanvragen zijn in te dienen via de KIOSK-applicatie. In de eerste fase van de aanvraagprocedure is het nodig om een beknopte beschrijving van het project in te geven en om ook een begroting in te dienen. Projecten die voor de tweede fase zijn geselecteerd, moeten nadien worden gepitcht voor een jury. Een pitch duurt maximaal zeven minuten en in deze tijd kunnen er ook vragen worden gesteld door de jury. De jury selecteert maximaal twintig projecten voor deze tweede ronde.

Als het project nadien wordt goedgekeurd, is het verplicht om het logo van de Vlaamse overheid op te nemen bij alle communicatie over het project. Na afloop van het project moet er ook een eindverslag worden opgemaakt, bestaande uit een inhoudelijk verslag en een financieel verslag. Het financiële verslag bevat een eindafrekening waarin ook alle opbrengsten worden genoteerd. De financiële bewijsstukken moeten hier niet aan worden toegevoegd, maar zijn wel tien jaar bij te houden.