De pensioenleeftijd komt steeds hoger en hoger te liggen, maar het lichaam en de geest willen niet altijd mee. Naarmate men ouder wordt, is een andere functie-invulling soms wenselijk. Als een werknemer overstapt naar een zogeheten zachte landingsbaan en de werkgever daarvoor een premie toekent, kan men rekenen op een vrijstelling van de sociale bijdragen. Zo wordt het verlies voor zowel de werkgever als de werknemer (deels) gecompenseerd.

Zachte landingsbaan voor oudere werknemers

Om oudere werknemers langer aan het werk te houden, moedigt de overheid de werknemer en de werkgever aan om samen af te spreken om de werklast te verlagen. Dat kan niet alleen gebeuren door een functiewijziging, maar bijvoorbeeld ook door om te schakelen van ploegenarbeid naar dagarbeid of door van een voltijdse tewerkstelling naar een 4/5-tewerkstelling te gaan. Als er aan een aantal voorwaarden is voldaan, kan de werkgever aanspraak maken op een voordeel: de niet-onderwerping aan de sociale bijdragen.

Voorwaarden voor de vrijstelling van de premie

Om in aanmerking te komen voor het genoemde voordeel, moet de werknemer minstens 58 jaar oud zijn en moet er worden overgestapt naar een zachte landingsbaan. De overstap van een voltijdse tewerkstelling naar een 4/5-tewerkstelling kan echter pas vanaf 60 jaar.

Daarbij is er in principe sprake van loonverlies, bijvoorbeeld door de overstap naar een lagere functie of door het wegvallen van ploegpremies. De werkgever kent echter een compenserende vergoeding toe aan zijn werknemer. Deze vergoeding mag er niet voor zorgen dat het nettoloon van de werknemer hoger ligt dan voor de werklastvermindering. Alsook moet de werknemer minstens 4/5 blijven werken.

Bij dit alles moet er rekening worden gehouden met de bepalingen van de toepasselijke cao’s. Als er geen cao is waarin de vergoeding is vastgelegd, moet de vergoeding worden vastgelegd door een wijziging aan het arbeidsreglement of door een individuele, schriftelijke overeenkomst. De toegekende vergoeding moet in ieder geval worden geïndexeerd zoals de lonen in de onderneming worden geïndexeerd. Daarbij wordt de vergoeding afgerond naar de hogere euro.

De administratieve formaliteiten worden beperkt. Het volstaat dat de werkgever bij de Dmfa-aangifte in de zone ‘Loopbaanmaatregel’ aangeeft dat het gaat om een werknemer die de bijdragevrije premie “zachte landingsbaan” ontvangt.

Geen sociale bijdragen op de premie, wel bedrijfsvoorheffing te betalen

Voor de werkgever en de werknemer is er in principe sprake van een verlies. De minder belastende arbeidsvervulling is voor de werkgever minder interessant, terwijl hij wel een premie betaalt. Bovendien zal de werknemer vaak minder ontvangen dan voor de overstap naar de zachte landingsbaan. De overheid komt hier echter gedeeltelijk in tussen door een toegekende premie vrij te stellen van sociale bijdragen en dit zowel voor de werkgever als voor de werknemer. Hierdoor moet de werkgever alsnog minder betalen en blijft het verlies voor de werknemer beperkt.

Het is wel zo dat de vergoedingen nog steeds aan de normale bedrijfsvoorheffing worden onderworpen. De werkgever moet dit dus nog steeds inhouden en doorstorten. Ook tellen de vergoedingen mee voor het berekenen van de verschuldigde eindbelasting. Voor de werkgever is de betaalde vergoeding uiteraard als een beroepskost fiscaal aftrekbaar.