Leasing is een kredietvorm (waarop interest is verschuldigd) waarbij een lessor een goed aankoopt en dat goed vervolgens ter beschikking stelt aan een lessee. De huurtijd ligt vast in het leasingcontract en de huurder krijgt op het einde van het contract de kans om het bedrijfsmateriaal te verwerven voor een contractueel vastgelegde residuwaarde. Hierdoor verschilt een leasingcontract sterk van een klassieke huurovereenkomst.
Boeken van een leasingovereenkomst door de lessee
Leasingovereenkomsten worden geregeld door het KB van 29 april 2019 en worden geboekt onder de subrekeningen van de rubriek 25 Leasing en soortgelijke rechten (onder de soortgelijke rechten vallen ook de erfpacht en opstal).
Terwijl het voor de lessor gaat over een handelsgoed, is vooral de situatie van de lessee interessant. De lessee heeft immers een gebruiksrecht op een goed, net zoals een vaststaande schuld. Het gebruiksrecht wordt daarbij behandeld als een actief waarop de normale afschrijvingsregels worden toegepast. Waardestijgingen kan de lessee echter niet boeken omdat hij juridisch geen eigenaar is gedurende de looptijd van de overeenkomst. Wanneer het leasingcontract eindigt en de lessee de optie uitoefent, verandert die situatie.
Voorbeeld boeken van een leasingovereenkomst door de lessee
We gaan hier uit van een leasingcontract afgesloten op 30 september 2020. Het totaal van het kapitaalbestanddeel, over een periode van 5 jaar, bedraagt 60.000 euro (excl. lastendeel). De waardering van het gebruiksrecht gebeurt aan die aanschaffingswaarde (totaal van de kapitaalbestanddelen). Voor de verwerking van de betalingen dienen we uiteraard ook rekening te houden met het lastendeel. We nemen aan dat de eerste betaling moet gebeuren op 30 september 2021.
Het gebruiksrecht dient afgeschreven te worden (lineair en pro rata temporis). We gaan uit van volgende afschrijvingstabel:
Jaar | Termijn | Jaarlijkse afschrijving |
Cumulatief afgeschreven |
Nog af te schrijven |
Boekwaarde |
2020 | 1 | € 3 057,53 | € 3 057,53 | € 56 942,47 | € 56 942,47 |
2021 | 2 | € 12 000,00 | € 15 057,53 | € 44 942,47 | € 44 942,47 |
2022 | 3 | € 12 000,00 | € 27 057,53 | € 32 942,47 | € 32 942,47 |
2023 | 4 | € 12 000,00 | € 39 057,53 | € 20 942,47 | € 20 942,47 |
2024 | 5 | € 12 000,00 | € 51 057,53 | € 8 942,47 | € 8 942,47 |
2025 | 6 | € 8 942,47 | € 60 000,00 | € 0,00 | € 0,00 |
Boekingen in het jaar 2020
Het contract wordt afgesloten op 30 september 20N0:
25.0 | Vaste activa in leasing of op grond van soortgelijke rechten | 60.000 | |
172 | Leasingschulden en soortgelijke | 60.000 |
Er is een aankoopoptie voorzien van 12.500 euro.
050 | Verplichtingen tot aankoop van vaste activa | 12.500 | |
051 | Crediteuren wegens verplichtingen tot aankoop van vaste activa | 12.500 |
Op het einde van het boekjaar wordt het gebruiksrecht voor het eerst afgeschreven. Op 31 december 2020 zijn er drie maanden verlopen en boeken we:
6302 | Afschrijvingen op materiële vaste activa | 3.057,53 | |
25.9 | Geboekte afschrijvingen op vaste activa in leasing of op grond van een soortgelijk recht | 3.057,33 |
Zoals steeds moet het deel van de schuld dat het komend boekjaar zal vervallen (eerste aflossing in het jaar 20N1) worden overgebracht (vaste kapitaalaflossingen).
172 | Leasingschulden en soortgelijke | 12.000 | |
422 | Binnen het boekjaar vervallende leasingschulden en soortgelijke rechten | 12.000 |
De rente is pas op 1 januari 20N1 verschuldigd, maar het pro rata van de kost moet wel worden geboekt. Drie twaalfde wordt met andere woorden toegerekend aan het boekjaar 2020.
6500 | Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden | … | |
492 | Toe te rekenen kosten | … |
Boekingen in het jaar 2021
Deze toe te rekenen kosten werden via de eindejaarsverrichting ten laste van vorig jaar gelegd, maar zijn dit boekjaar te betalen. We boeken daarom op 1 januari 2021:
492 | Toe te rekenen kosten | … | |
6500 | Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden | … |
Op 30 september 2021 betalen we de leasingsom:
422 | Binnen het boekjaar vervallende leasingschulden en soortgelijke | 12.000 | |
6500 | Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden | … | |
411 | Terug te vorderen btw | … | |
550.0 | Kredietinstellingen: R/C | … |
Bovenstaande stappen zullen zich nu telkens herhalen.
Boekingen in het jaar 2025
In 2025 loopt het contract af. We duiden het einde van het contract aan.
25..9 | Geboekte afschrijvingen op vaste activa in leasing of op grond van soortgelijk recht | 60.000 | |
25..0 | Vaste activa in leasing of op grond van soortgelijk recht | 60.000 |
En:
051 | Crediteuren wegens verplichtingen tot aankoop van vaste activa | 12.500 | |
050 | Verplichtingen tot aankoop van vaste activa | 12.500 |
We boeken nu de verwerving van het vast actief en de betaling van de optiesom (voorbeeld voor een machine):
23 | Installaties, machines en uitrusting | 12.500 | |
411 | Terug te vorderen btw | 2.625 | |
550.0 | Kredietinstellingen: R/C | 15.125 |
De onderneming wordt nu juridisch eigenaar van het vast actief en kan het verder afschrijven. Er kunnen zowel waardevermeerderingen als waardeverminderingen worden toegepast.
Als de huurder de optie niet uitoefent, hoeft de boeking voor de verwerving uiteraard niet uitgevoerd te worden.