Naar jaarlijkse gewoonte moeten ondernemingen bij het afsluiten van het boekjaar hun stock inventariseren en waarderen. Voorraadwijzigingen zullen immers het fiscaal resultaat beïnvloeden. Door de stock te waarderen voorkomt de fiscus dat ondernemingen net voor het afsluiten van het boekjaar nog snel handelsgoederen inkopen om zo minder belastingen te moeten betalen.

Het inventariseren, waarderen en het bepalen van de voorraadwijziging

Bij het inventariseren van de stock moeten alle onverkochte handelsgoederen in een inventarisboek worden ingeschreven. Het is belangrijk dat ze goed worden gedetailleerd. Enkel voor kleine stukken zoals nagels mag je een en ander ramen. Zo’n inventaris is verplicht en kan zelfs nopen aan de bewijskracht van de boekhouding, zeker indien er ondanks het ontbreken van een inventaris toch een voorraadswaardering wordt gemaakt. Het staat de controleur dan vrij om aan te nemen dat alle gekochte handelsgoederen ook weer verkocht zijn. Zonder inventaris valt daar maar weinig tegen in te brengen…

In de praktijk is het niet de waarde van de voorraad die het fiscaal resultaat zal beïnvloeden maar de positieve of negatieve voorraadswijzigingen, omdat enkel zij informatie bieden over het boekhoudkundig jaar.

Hoe boek ik een voorraadwijziging?

Stel bijvoorbeeld dat je bij het openen van het boekjaar een beginvoorraad hebt van € 100.000,-. Op het einde van het boekjaar tel je de inventaris en volgt de waardering van de eindvoorraad. We onderscheiden hierbij twee situaties. In de eerste situatie bedraagt de eindvoorraad € 90.000,-. We spreken van een voorraadvermindering. In de tweede situatie bedraagt de eindvoorraad € 110.000,-. In dat geval spreken we van een voorraadvermeerdering.

Hoe boek ik een voorraadvermindering?

In principe kan je meteen de voorraadvermindering boekhoudkundig verwerken, maar dan moet je wel telkens die vermindering berekenen. In dit voorbeeld is dat natuurlijk vrij eenvoudig en bedraagt de vermindering €10.000,- maar gehele getallen zijn bij voorraadtellingen natuurlijk een uitzondering.

Daarom verkies ik de dubbele methode waarbij de beginvoorraad eerst wordt afgeboekt en de eindvoorraad vervolgens meteen weer wordt bijgeboekt. Het maakt hierbij niet uit of het gaat om een voorraadvermindering of -vermeerdering, de manier van werken is steeds identiek.

Eerst wordt de beginvoorraad afgeboekt.

D 6094 Voorraadwijziging handelsgoederen 100.000,00
C 34 Voorraad handelsgoederen 100.000,00

Vervolgens wordt de eindvoorraad bijgeboekt.

D 34 Voorraad handelsgoederen 90.000,00
C 6094 Voorraadwijziging handelsgoederen 90.000,00

Wil je de waardevermindering toch in een enkele boeking verwerken, dan bereken je eerst de waardevermindering. In dit geval bepaal je het verschil van € 100.000,- en € 90.000,-. Dit verschil (€ 10.000,-) verwerk je dan in de boekhouding.

D 6094 Voorraadwijziging handelsgoederen 10.000,00
C 34 Voorraad handelsgoederen 10.000,00

 

Hoe boek ik een voorraadvermeerdering?

Bij een waardevermeerdering geldt hetzelfde principe. Ook hier kan je de voorraadwijziging eenvoudig verwerken door eerst de beginvoorraad af te boeken en vervolgens de eindvoorraad bij te boeken.

Het afboeken van de beginvoorraad:

D 6094 Voorraadwijziging handelsgoederen 100.000,00
C 34 Voorraad handelsgoederen 100.000,00

Het bijboeken van de eindvoorraad:

D 34 Voorraad handelsgoederen 110.000,00
C 6094 Voorraadwijziging handelsgoederen 110.000,00

Maar ook hier kan je de voorraadvermeerdering (€ 10.000,-) in een enkele boeking verwerken. Vergelijk vooral even welke rekeningen worden gecrediteerd en gedebiteerd:

D 34 Voorraad handelsgoederen 10.000,00
C 6094 Voorraadwijziging handelsgoederen 10.000,00