Het systeem van flexi-jobs staat bepaalde werknemers en gepensioneerden toe om tegen gunstige voorwaarden bij te klussen, terwijl werkgevers flexibel en voordelig personeel kunnen aanwerven om piekmomenten op te vangen. Het systeem werd in 2015 in de horecasector ingevoerd, waar er nog vaak in het zwart werd gewerkt. In 2018 werd het systeem ook uitgebreid tot de detailsector (bakkers, slagers, kappers et cetera). Natuurlijk zijn er wel een aantal voorwaarden van toepassing.

Voordelen voor werkgever en werknemer

Voor de werkgever houdt het voordeel in dat er een verlaagd tarief van 25 procent werkgeversbijdragen te betalen is bovenop het loon van de flexi-jobber. Dit is wel heel voordelig.

Voor de werknemer geldt dan weer dat het brutoloon gelijk is aan het nettoloon (geen inhouding van belastingen of sociale bijdragen), terwijl er wel sociale rechten worden opgebouwd. Omdat het flexiloon niet fiscaal moet worden aangegeven, komen andere inkomsten ook niet in een hogere belastingschijf terecht. Verder is er geen limiet gezet op het aantal uren dat men als flexi-jobber mag werken en op hoeveel een flexi-jobber zo mag bijverdienen.

De werkgever kan hier dus eenvoudiger een competitief loon hanteren, maar er geldt wel een minimumuurloon van 10,28 euro (2020). Dit bestaat uit 9,55 euro loon en 0,73 euro vakantiegeld dat meteen wordt uitbetaald. Het staat de partijen natuurlijk altijd vrij om een hoger loon overeen te komen. Soms gelden er bovendien ook verplichte extra premies, afhankelijk van de sector en het moment van de tewerkstelling. In de horecasector gaat het bijvoorbeeld om een premie van 1,2398 euro per gewerkt uur tussen middernacht en 5 uur ‘s ochtends.

Voorwaarden om een flexi-job uit te mogen oefenen

Niet iedereen mag zomaar een flexi-job uitoefenen. Het moet echt gaan om een bijverdienste en daarom moeten ze minstens al 4/5 werken bij een andere werkgever. Het derde kwartaal dat aan de flexi-job voorafgaat, geldt daarbij als referentieperiode. Wie bijvoorbeeld in januari 2021 als flexi-jobber wil werken, moet in de periode april, mei en juni 2020 minstens 4/5 gewerkt hebben.

Voor gepensioneerden is deze eis logischerwijs niet van toepassing. Zij kunnen meteen aan de slag wanneer zij langer dan één volledig kwartaal gepensioneerd zijn. Zij moeten dus wel minstens één volledig kwartaal wachten. Er geldt hierbij wel een uitzondering voor wie minstens 4/5 werkte tot de pensioendatum: zij kunnen meteen starten.

Praktische aspecten

Het doel van een flexi-job is nog steeds om de piekmomenten op te vangen. Deze piekmomenten zijn niet altijd even eenvoudig te voorspellen, maar anderzijds moet er natuurlijk ook een overeenkomst worden gesloten. Daarom wordt er in eerste instantie een raamovereenkomst afgesloten. In de raamovereenkomst zijn alvast een aantal afspraken te vinden, bijvoorbeeld over het loon en over hoe de werkgever de flexi-jobber zal oproepen.

Wanneer er dan uiteindelijk nood is aan de flexi-jobber én de flexi-jobber akkoord gaat met de oproeping, sluiten zij een arbeidsovereenkomst. Dit kan een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur zijn (bv. van 20 uur tot 23 uur) of voor een welbepaald werk (bv. voor het uitbenen van 100 kippen). Als werkgever blijf je net zoals bij andere tewerkstellingen verplicht om een Dimona-aangifte te doen.