Wanneer je met het sociaal verzekeringsfonds telefoneert, neemt men al eens de woorden artikel 37 in het woord. Handig voor wie de lettertjes van de wet kent, maar dan hoef je natuurlijk ook niet te bellen. Maar wat wil men eigenlijk zeggen als men het over dat artikel 37 heeft? Dat het iets met de sociale zekerheid heeft te maken, weet je waarschijnlijk al. Wat artikel 37 nu net is, wanneer het al dan niet interessant is en wat de voorwaarden zijn? Dat lees je hier.

Wat is artikel 37?

De term artikel 37 verwijst naar het artikel 37 van het KB houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen. Dat artikel zelf doornemen zal nog geen duidelijkheid bieden, omdat het artikel een A4’tje lang is en boordevol verwijzingen zit naar andere wetten en bepalingen. Maar het komt erop neer dat dit artikel toestaat dat sommige doelgroepen, zoals zelfstandigen in hoofdberoep of meewerkende echtgenoten, gelijk worden gesteld met de zelfstandige in bijberoep. De zelfstandige kan dit inroepen om minder sociale bijdragen te betalen, maar bouwt dan wel minder sociale rechten op. Daarom moet er voorzichtig worden omgesprongen met het inroepen van artikel 37.

Voorwaarden voor het toepassen van artikel 37

Er zijn maar weinig voorwaarden verbonden aan de toepassing van artikel 37. In de eerste plaats gaat het om de inkomensvoorwaarde. Zo mag het (geproratiseerd) belastbaar jaarinkomen niet hoger zijn dan € 7.253,82. Daarnaast moet je ofwel:

  • Gehuwd zijn (wettelijk samenwonen is niet voldoende);
  • Als weduwe of weduwnaar een overlevingspensioen of overgangsuitkering ontvangen;
  • Vastbenoemd leerkracht zijn met een tewerkstelling van min. 50% en max. 60%;
  • Volksvertegenwoordiger, schepen, OCMW-voorzitter of burgemeester zijn.

Weet wel dat er voor sommige groepen lagere inkomensgrenzen van toepassing zijn. Als burgemeester moeten de jaarinkomsten als zelfstandige bijvoorbeeld lager zijn dan de vrijstellingsgrens van € 1.531,99.

Voordelen van artikel 37

Dankzij artikel 37 kan je ook als zelfstandige in hoofdberoep, waarbij je in principe een minimumbijdrage moet betalen, worden gelijkgesteld met een zelfstandige in bijberoep die geen minimumbijdrage kent. Het is met andere woorden enkel interessant indien je heel beperkte inkomsten hebt. Die inkomsten moeten bovendien ook fors lager liggen dan de heffingsgrondslag voor de minimumbijdrage (€ 13.847,39 in 2019).

Enkel indien de inkomsten lager zijn dan € 7.253,82 (2019) ben je dan ook verminderde sociale bijdragen verschuldigd. Van zodra je die grens overschrijdt, betaal je net zoals de zelfstandige in hoofdberoep minimaal 20,5% sociale bijdragen op € 13.847,39. Liggen jouw jaarinkomsten dan weer lager dan € 1.531,99? Dan moet je net zoals de zelfstandige in bijberoep zelfs helemaal geen sociale bijdragen betalen. In de praktijk is dat laatste vooral interessant voor de meewerkende echtgenoot die soms wel heel beperkte inkomsten heeft.

Deze grenzen tonen aan dat je, zeker naarmate het einde van het boekjaar nadert, goed jouw winst moet monitoren. Zelfs een overschrijding met 1 cent kan immers al resulteren in de minimale heffing van een zelfstandige in hoofdberoep. En dus kan het zeker lonen om nog snel even te tanken of op restaurant te gaan…

Voorbeeld besparing door artikel 37

Stel bijvoorbeeld dat Anthony, gehuwd met zijn vriend Olivier, in het tweede kwartaal start als zelfstandige. Omdat hij nog geen klantenbestand heeft en veel investeringen moet doen, verwacht hij slechts 5.000 euro te verdienen in zijn eerste jaar. Normaal zou hij daar elk kwartaal de minimumbijdrage van € 709,68 (excl. beheerskosten) op moeten betalen. Over drie kwartalen heen zou hij op zijn beperkte inkomsten maar liefst € 2.129,04 sociale bijdragen moeten betalen!

Niet geheel onlogisch vraagt hij daarom om de toepassing van artikel 37. In dat geval zal men geen rekening houden met de minimumbijdrage maar het effectief verschuldigd bedrag berekenen. Hierdoor past men in de eerste plaats de proratisering van de inkomsten toe (4/3). De berekeningsgrondslag bedraagt met andere woorden niet € 5.000,- maar € 6.666,67. Dat wil zeggen dat hij per kwartaal 1/4de van 20,5% van € 6.666,67 euro verschuldigd is. In plaats van € 709,68 moet Anthony elk kwartaal slechts € 341,67 sociale bijdragen betalen. In totaal zal Anthony in zijn eerste jaar € 1.025,- sociale bijdragen betalen.

Nadeel van artikel 37

Op grond van artikel 37 betaal je sociale bijdragen zoals een zelfstandige in bijberoep. Dat impliceert echter ook dat je ook sociale rechten opbouwt zoals een zelfstandige in bijberoep. En dat is zeker niet veel soeps. Zo bouw je geen pensioenrechten op, zal je geen uitkering ontvangen bij moederschapsrust maar kan je bijvoorbeeld ook geen uitkering krijgen bij arbeidsongeschiktheid. Daarom is het belangrijk om je vooraf goed te informeren, want de beperkte sociale rechten kunnen vaak ingrijpende gevolgen hebben.

Voorbeeld beperkte pensioenopbouw bij artikel 37

Stel bijvoorbeeld dat Mark al 41 jaar als zelfstandige in hoofdberoep werkt. Volgend jaar zou hij, omdat hij dan een loopbaan van 42 jaar kan aantonen, op vervroegd pensioen kunnen gaan. Indien Mark nu ineens tegen beperkte inkomsten aankijkt, zou hij kunnen opteren voor de toepassing van artikel 37 en zo minder sociale zekerheidsbijdragen moeten betalen. Echter telt dit jaar dan niet mee als gepresteerd jaar, waardoor hij volgend jaar toch niet op pensioen kan gaan! Indien hij ook de volgende jaren onder artikel 37 blijft werken, moet hij zelfs werken tot aan de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar. Een jaar door de zure appel bijten en gewoon de sociale bijdragen ophoesten, is voor hem dan misschien wel interessanter.

Hoe artikel 37 inroepen?

Net omwille van de verstrekkende gevolgen van de toepassing van artikel 37 zal het sociaal verzekeringsfonds het nooit automatisch toepassen. Je moet zelf de toepassing van artikel 37 vragen, ook als startende zelfstandige. Je kan jouw aanvraag ook met retroactieve kracht aanvragen. Maar ook dan bekijk je best het volledig plaatje, want eventuele reeds ontvangen uitkeringen kunnen dan ook worden teruggevorderd. Minder sociale rechten, weet je nog wel?

Communiceer daarom goed met jouw sociaal verzekeringsfonds en ga steeds na wat voor jou het voordeligst is, zeker wanneer je ook sociale uitkeringen ontvangt. En bij beperkte inkomsten, die vaak een ongewone achterliggende oorzaak hebben, is dat laatste nu eenmaal niet zo ongewoon.