Er is slechts een beperkte termijn om op een aanslagbiljet te reageren. In het kader van de personenbelasting moet er bijvoorbeeld een bezwaarschrift worden ingediend binnen de zes maanden vanaf de derde werkdag die volgt op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Wanneer een bezwaarschrift niet tijdig wordt ingediend, geldt dit als akkoord en kan er nadien niet meer over worden getwist. De ambtshalve ontheffing is echter een uitzondering op dit principe. Het is een procedure om alsnog een correctie uit te kunnen voeren, maar het moet ook echt gaan om een uitzonderingsprocedure.

Ambtshalve ontheffing bij de FOD Financiën

De FOD Financiën kan enkel in specifieke gevallen overgaan tot een ambtshalve ontheffing. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer er een overbelasting is uitgevoerd ten gevolge van een materiële fout, wanneer er sprake is van een dubbele belasting of wanneer er kan worden aangetoond dat de laattijdige aangifte gerechtvaardigd is (overmacht). Ook voor een overschot aan onverrekende voorheffingen of voorafbetalingen kan er een ontheffing van ambtswege worden aangevraagd. Ten slotte kan het voor een aantal verminderingen waarop men recht heeft en die niet werden toegekend. Interpretatiediscussies over fiscale bepalingen zijn bijvoorbeeld niet aan de orde.

Er is een beperkte termijn voor het indienen van het verzoek tot ambtshalve ontheffing, maar deze is natuurlijk wel flink langer dan de gewone bezwaartermijn.

Situatie Termijn
Overbelastingen t.g.v. materiële vergissingen, dubbele belastingen of voldoende nieuwe feiten of stukken 5 jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting werd gevestigd
Een onverrekend overschot aan voorheffingen of voorafbetalingen en eventuele niet-toegekende verminderingen waarop een onderneming recht heeft 5 jaar vanaf 1 januari van het aanslagjaar waarop ze betrekking hebben

Ambtshalve ontheffing bij de Vlaamse Belastingdienst

Ook bij de Vlaamse Belastingdienst kan er een verzoek tot ambtshalve ontheffing worden ingediend wanneer er sprake is van een materiële vergissing of een dubbele belasting. Er moeten dan wel nieuwe stukken worden toegevoegd die aantonen dat er ook echt sprake was van een vergissing. Het is dus duidelijk geen vangnet voor mensen die laattijdig waren: het moet echt gaan om nieuwe stukken die men niet kende of die nog niet bestonden.

Bovendien mag er niet eerder een bezwaar zijn ingediend, moet er aangegeven worden waarom dit bezwaar niet tijdig werd ingediend en moet het nieuwe bezwaarschrift binnen de vijf jaar worden ingediend. Deze termijn van vijf jaar begint te lopen op 1 januari van het jaar van de vestiging van de belasting.

Ten slotte is een ambtshalve ontheffing ook in de erfbelasting mogelijk, maar ook hier gaat het slechts om een aantal situaties. In deze gevallen is een ambtshalve ontheffing mogelijk:

  • De actieve samenstelling van de nalatenschap neemt af na het openvallen ervan (bv. na een geschillenoplossing)
  • Er ontstaat een verandering in de devolutie van de nalatenschap
  • Er was onzekerheid over de graad van bloedverwantschap of er was onzekerheid over de devolutie van de nalatenschap (voor alle zekerheid wordt dan de hoogste erfbelasting geheven) en later kan de werkelijke toestand worden aangetoond
  • De erfgenaam heeft binnen zes maanden na het openvallen van de nalatenschap een overeenkomst omtrent een natuurbeheerplan voor het onroerend goed gesloten met het Agentschap voor Natuur en Bos

Wat na het indienen van een verzoek tot ambtshalve ontheffing?

Tot het verzoek wordt goedgekeurd en hier bericht van wordt ontvangen, blijft de aanvankelijk berekende belasting verschuldigd. Dit wil zeggen dat het tijdig moet worden betaald en dat het eventueel later door de fiscus kan worden teruggestort. Wanneer er geen tijdige betaling volgt, kan de fiscus er alles aan doen om de invordering mogelijk te maken.