Wanneer je een vennootschap opricht moet je iets inbrengen. Zelfs in de meest gunstige gevallen zal je nog steeds een symbolische inbreng van één euro moeten doen. In de praktijk zal de inbreng in de vennootschap wel wat uitgebreider moeten zijn. Die inbreng kan in natura gebeuren en je kan zelfs jouw eenmanszaak in de vennootschap inbrengen. Maar meestal wordt er bij de oprichting van de vennootschap geld ingebracht, waarbij niet alles volstort wordt. Hoeveel je dient in te brengen en hoe je dit in jouw boekhouding verwerkt, lees je hier.

Geld inbrengen bij de oprichting van een vennootschap

Sinds de hervorming van het vennootschapsrecht zijn de minimale inbrengdrempels voor verschillende vennootschapsvormen vervallen. Daarbij is de nadruk verplaatst naar een praktijkstudie en een financieel plan. Bij sommige vennootschapsvormen is er wel nog steeds sprake van een minimale inbreng. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de nv dat een startkapitaal van minimaal € 61.500,- vereist. Bij pakweg een besloten vennootschap (de vroegere bvba) is er geen minimum startkapitaal vereist maar moet dit functioneel worden nagegaan.

Boekhoudkundige verwerking inbreng kapitaal in een vennootschap

Stel bijvoorbeeld dat de vennoten van een BV op basis van het financieel plan beslissen om € 20.000,- in gemeenschap te brengen. Ze beslissen echter om slechts € 15.000,- daarvan te volstorten. Het overige niet-gestorte kapitaal kan later wel worden opgevraagd waarna het dient te worden volstort.

Boekhoudkundige verwerking inbreng kapitaal voor oprichting vennootschap

Vooraleer de vennootschap kan worden opgericht, moet het geld tijdelijk op een geblokkeerde rekening bij een financiële instelling worden gestort. Met het bewijs daarvan kan de notaris dan verdergaan met de stichting van de vennootschap. Die storting op de geblokkeerde rekening boek je op deze manier:

55 Kredietinstellingen 15.000  
489 Ontvangen voorschotten op kapitaal   15.000

Wanneer de vennootschap vervolgens bij notariële akte wordt opgericht kan het geplaatst kapitaal, waarvan een deel pas later volstort moet worden, worden geboekt. Het noodzakelijk te plaatsen kapitaal dient immers te worden afgeleid uit de notariële akte en kan niet eerder worden geboekt. Bovendien mag er nog geen rekening worden gehouden met de bij de bank geplaatste voorschotten op het kapitaal, omdat die pas later worden vrijgegeven. Op dit moment is het integraal geplaatst kapitaal gelijk aan het niet-opgevraagd kapitaal.

101 Niet-opgevraagd kapitaal 20.000  
100 Geplaatst kapitaal   20.000

Boekhoudkundige verwerking na oprichting vennootschap

Eenmaal de vennootschap is opgericht en het bewijs aan de financiële instelling wordt geleverd, zal de bank het geblokkeerd bedrag vrijgeven. Vervolgens kunnen de ontvangen voorschotten op het kapitaal worden geregulariseerd. Het gedeelte niet-opgevraagd kapitaal zal met € 15.000,- afnemen tot € 5.000,-.

489 Ontvangen voorschotten op kapitaal 15.000  
101 Niet-opgevraagd kapitaal (-)   15.000

Boekhoudkundige verwerking bij opvragen van niet-gestort kapitaal

Voor de meeste vennootschappen is de kous hiermee af. Echter kan het om verschillende redenen gebeuren dat de aandeelhouders later alsnog het niet-gestorte kapitaal dienen over te maken. Bij de opvraging van het niet-gestort kapitaal dien je dit boekhoudkundig te verwerken. Het niet-opgevraagd kapitaal zal immers afnemen terwijl het opgevraagd maar niet gestort kapitaal toeneemt.

410 Opgevraagd, niet gestort kapitaal 5.000  
101 Niet-opgevraagd kapitaal (-)   5.000

Wanneer de aandeelhouders vervolgens het niet-gestort kapitaal overmaken zal het opgevraagd en niet-gestort kapitaal afnemen terwijl de rekening kredietinstellingen aanwast. Stel bijvoorbeeld dat een van de twee aandeelhouders intussen het opgevraagd kapitaal overmaakt en dit ter waarde van € 3.500,-.

55 Kredietinstellingen 3.500  
410 Opgevraagd, niet gestort kapitaal   3.500

Na afloop van deze boeking zal rekening 410 nog een saldo van € 1.500,- kennen.