Wie zelf zijn boekhouding voert, heeft uiteraard al eens van het MAR gehoord. De meeste boekhoudprogramma’s hebben de hoofdrubrieken al automatisch in hun softwarepakket geïntegreerd. Dat is bij elk boekhoudprogramma identiek. Toch kunnen verschillende boekhoudprogramma’s toch afwijkende rekeningen hanteren. Om dat te begrijpen moet je weten wat het MAR is.

Wat is het MAR?

Het MAR of minimum algemeen genormaliseerd rekeningenstelsel is een in België voorgeschreven rekeningenschema voor het dubbel boekhouden. Door ondernemingen met het MAR te laten werken krijgen derden zoals de fiscus eenvoudig inzicht in de jaarrekeningen en is het voor kredietverstrekkers eenvoudiger om verschillende jaarrekeningen met elkaar te vergelijken. Een integraal overzicht van het MAR raadpleeg je via de website van de commissie voor boekhoudkundige normen.

De acht hoofdrubrieken van het MAR

Het MAR bestaat uit acht hoofdrubrieken of klassen. Deze hoofdrubrieken moeten verplicht door alle Belgische ondernemingen en boekhoudprogramma’s worden gebruikt. Het gaat om de hoofdrubrieken:

1 Balans Eigen vermogen, voorzieningen voor risico’s, kosten en schulden op meer dan een jaar
2 Balans Oprichtingskosten, vaste activa en vorderingen op meer dan een jaar
3 Balans Voorraden en bestellingen in uitvoering
4 Balans Vorderingen en schulden op ten hoogste een jaar
5 Balans Geldbeleggingen en liquide middelen
6 Resultatenrekening Kosten
7 Resultatenrekening Opbrengsten
8 Rekeningen voor orde Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen

De subrubrieken van het MAR

Op basis van het tweede cijfer maakt het MAR vervolgens een verdere onderverdeling. Ook dit niveau moet verplicht worden gevolgd. Voor elke hoofdrubriek heeft men op die manier subrubrieken voorzien. Voor de balansrekening 5. Geldbeleggingen en liquide middelen ziet dat er zo uit:

50 Eigen aandelen
51 Aandelen en geldbeleggingen andere dan vastrentende effecten
52 Vastrentende effecten
53 Termijndeposito’s
54 Te incasseren vervallen waarden
55 Kredietinstellingen
56 Postcheque en girodienst
57 Kassen
58 Interne overboekingen

Bij sommige subrubrieken houdt het bij het tweede cijfer op. Zo is er voor de MAR-rekening 15. Kapitaalsubsidies geen verdere onderverdeling voorzien. Dat is toegestaan. Maar bij een aantal andere subrubrieken heeft men wel een verdere opdeling van het MAR gemaakt en dit tot op drie of vier cijfers. Zo is er onder de subrekening 13. Reserves met MAR-subrekening 131. Onbeschikbare reserves een eerste onderverdeling gemaakt, maar volgt er vervolgens nog een tweede onderverdeling met subrekeningen 1310. Reserve voor eigen aandelen en 1311. Andere onbeschikbare reserves.

Verdere onderverdeling naar keuze

Binnen de krijtlijnen die door het MAR wordt opgelegd, mag een onderneming zelf een verdere onderverdeling maken. Hierdoor kan elke onderneming een boekhouding voeren die het best past bij zijn onderneming, zonder dat het in onduidelijkheid hoeft te resulteren. Dat is ook wat boekhoudprogramma’s vaak doen en het is meteen ook de reden waarom de gebruikte codes soms van elkaar verschillen. Daarover hoef je je niet druk te maken: zolang de basisregels van het MAR worden gevolgd, is dat perfect toegestaan.

Twee verschillende MAR’s

Sinds 2006 worden er twee verschillende versies van het MAR gebruikt. Een versie is er voor verenigingen en stichtingen zoals vzw’s en de andere versie is er voor boekhoudplichtige ondernemingen andere dan verenigingen en stichtingen. De twee versies zijn vrijwel identiek buiten het feit dat er voor verenigingen en stichtingen een aantal rekeningen werden toegevoegd (bv. voor lidgelden).