Wanneer een werknemer schulden heeft, kunnen schuldeisers met een vonnis bij de werkgever aankloppen. De werkgever moet dan rechtstreeks geld inhouden op het loon van de werknemer en dit aan de schuldeisers doorstorten. Echter, het volledig nettoloon kan niet zomaar worden ingehouden. Hieronder leggen we het een en ander uit en ontdek je ook hoe je het beslag op bezoldigingen moet boeken.

Wat is het beslag op bezoldigingen?

Bij loonbeslag wordt er beslag gelegd op een deel van de bezoldigingen van het personeel, zoals het nettoloon en het vakantiegeld, om schuldeisers te betalen. Het beslag wordt bij de bron gelegd, namelijk bij de werkgever die het moet inhouden van de betalingen aan het personeelslid. Hiervoor is er een vonnis tot beslag op de bezoldigingen nodig.

Geen beslag op het volledig nettoloon

Er kan nooit beslag worden gelegd op het volledig nettoloon van het personeelslid. Deze beperkingen gelden echter niet voor beslag of overdracht door onderhoudsschulden, de loondelegatie of collectieve schuldenregelingen.

Het principe is dat het nettoloon vanaf 1.475 euro volledig beslagbaar is. Alles wat daaronder zit, komt slechts gedeeltelijk voor beslag in aanmerking. Daarbij gelden volgende grenzen (inkomstenjaar 2020):

Schijf netto-inkomsten Voor beslag vatbaar percentage
≤ € 1.138 0%
€ 1.138,01 t.e.m. € 1.222,00 20%
€ 1.222,01 t.e.m. € 1.349,00 30%
€ 1.349,01 t.e.m. 1.475 40%
> € 1.475 100%

Bovenstaande grensbedragen worden echter wel verhoogd met 70 euro per kind dat ten laste is van het personeelslid.

Boekhoudkundige verwerking van het beslag op bezoldigingen

Het beslag op bezoldigingen is ondergebracht onder de rubriek 45 Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten waarvan 455 Bezoldigingen een subrekening is. Dat is per slot van rekening logisch: hoewel de betaling rechtstreeks naar de schuldeisers gaat, gaat het wel degelijk om de betaling van de bezoldiging van de werknemer. Voor de duidelijkheid maken we hier wel gebruik van de rekening 455.5 Het beslag op bezoldigingen. Eventueel kan een verdere opsplitsing worden gebruikt om bijvoorbeeld ook een onderscheid te maken tussen het beslag op bezoldigingen van arbeiders, bedienden en directie.

Voorbeeld boekhoudkundige verwerking van het beslag op bezoldigingen

Er wordt beslag gelegd op het loon van de bediende Jan Hoefkens. Deze heeft één kind ten laste, is ongehuwd en heeft een brutoloon van 2.210 euro. Hiervan wordt 288,85 euro ingehouden voor de RSZ. De ingehouden bedrijfsvoorheffing bedraagt 198,04 euro. Zijn nettoloon is met andere woorden gelijk aan 1.723,11 euro. We berekenen het gedeelte van het nettoloon waarop beslag wordt gelegd. Houd er rekening mee dat de eerder aangehaalde schijven met 70 euro zijn verhoogd wegens het kind ten laste:

Schijf netto-inkomsten Voor beslag vatbaar percentage
≤ € 1.208 0% € 0,00
€ 1.208,01 t.e.m. € 1.292,00 20% € 16,798
€ 1.292,01 t.e.m. € 1.416,00 30% € 37,197
€ 1.416,01 t.e.m. 1.545 40% € 51,596
€ 1.545,01 t.e.m. € 1723,11 100% € 178,10
Totaal van beslag op bezoldigingen € 283,69

Bij de boeking van de loonstaat boeken we:

620.20 Bezoldigingen bedienden 2.210
453.0 Ingehouden BV 198,04
454 RSZ 288,85
455 Bezoldigingen 1.439,42
455.5 Beslag op bezoldigingen 283,69

Wanneer we nu het beslagen deel van de bezoldiging aan de schuldeiser betalen, boeken we:

455.5 Beslag op bezoldigingen 283,69
550.0 Kredietinstellingen: R/C 283,69