In principe moeten vennootschappen jaarlijks een vennootschapsbijdrage betalen. Het moet dan wel gaan om een vennootschap die onderworpen is aan de Belgische vennootschapsbelasting of aan de belasting van niet-verblijfhouders. In de praktijk zijn zij aangesloten bij een sociaal verzekeringsfonds die over de jaarlijkse vennootschapsbijdrage zal communiceren. In sommige gevallen kan je echter vrijgesteld zijn van de jaarlijkse vennootschapsbijdrage.

Wat is de jaarlijkse vennootschapsbijdrage?

De jaarlijkse vennootschapsbijdrage is een verplichte bijdrage voor vennootschappen. Het gaat om solidariteitsbijdragen voor het stelsel van de sociale zekerheid. Met deze solidariteitsbijdragen financiert men dus de sociale zekerheid. Denk bijvoorbeeld aan de betaling van de pensioenen of de uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid. Persoonlijk opent het echter geen rechten.

Tijdig betalen vennootschapsbijdrage is belangrijk

Hoewel je persoonlijk geen rechten ontleent aan de betaalde jaarlijkse vennootschapsbijdrage, kan jouw sociaal verzekeringsfonds jou daar wel over aanspreken. Werkende vennoten en mandatarissen zijn immers persoonlijk aansprakelijk voor de betaling van de jaarlijkse vennootschapsbijdrage. Dat is zelfs het geval indien het gaat om een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid zoals de bv (besloten vennootschap): indien de vennootschap de jaarlijkse vennootschapsbijdrage niet ophoest, belandt de factuur in de brievenbus van de mandatarissen en de werkende vennoten…

Hoeveel bedraagt de jaarlijkse vennootschapsbijdrage?

De jaarlijkse vennootschapsbijdrage voor 2019 moet betaald zijn voor 1 juli 2019. Het bedrag van de te betalen jaarlijkse vennootschapsbijdrage is hierbij afhankelijk van jouw balanstotaal (cijfers inkomstenjaar 2019):

  • Het balanstotaal van het voorlaatste afgesloten boekjaar (2017) bedraagt maximaal €700.247,09: €347,50;
  • Het balanstotaal van het voorlaatste afgesloten boekjaar (2017) is hoger dan €700.247,09: €868,-

Vrijstelling van de jaarlijkse vennootschapsbijdrage

In een aantal gevallen is de vennootschap vrijgesteld van de betaling van de jaarlijkse vennootschapsbijdrage. Dit is met name het geval bij de oprichting van de vennootschap, bij slapende vennootschappen en bij een vereffening, gerechtelijke reorganisatie of faillissement. Ook een kwijtschelding van de verhogingen behoort tot de mogelijkheden (zie onderaan dit artikel).

Vrijstelling jaarlijkse vennootschapsbijdrage voor slapende vennootschap

Ook wanneer jouw vennootschap een slapende vennootschap is, kan je een vrijstelling van de vennootschapsbijdrage genieten. Een vennootschap is slapend indien zij gedurende het volledige kalenderjaar geen activiteiten stelt.

Om een vrijstelling van de jaarlijkse vennootschapsbijdrage te genieten, moet je een attest 276C1 voorleggen. Dit attest wordt uitgereikt door de FOD Financiën (Controle directe belastingen vennootschappen). Uiteraard kan men het attest 276C1 pas bezorgen nadat het jaar verstreken is. In de praktijk zal je dus eerst de jaarlijkse vennootschapsbijdrage moeten betalen en nadien, wanneer het attest werd uitgereikt, de betaalde jaarlijkse vennootschapsbijdrage moeten terugvorderen.

Vrijstelling jaarlijkse vennootschapsbijdrage voor startende vennootschap

Startende vennootschappen moeten gedurende de eerste drie jaar vanaf het oprichtingsjaar geen vennootschapsbijdrage betalen. Dit geldt echter niet voor alle vennootschappen, want de wetgever heeft een aantal beperkingen voorzien:

  • De vrijstelling geldt enkel voor personenvennootschappen;
  • De vennootschap moet ingeschreven zijn in de KBO;
  • Alle mandatarissen en de meerderheid van de werkende vennoten die geen mandataris zijn, mogen maximaal drie jaar zelfstandig geweest zijn gedurende een periode van tien jaar voor de oprichting.

Voorbeeld: Ludovic richtte op 1 mei 2019 een bv op. Als enige zaakvoerder was hij nooit eerder zelfstandig geweest. Gedurende de eerste drie jaar moet hij met andere woorden de jaarlijkse vennootschapsbijdrage niet betalen. Maar in mei 2020 stapt zijn goede vriend Mark in de vennootschap. Mark is al vijf jaar zelfstandig. De bv verliest hierdoor de vrijstelling en moet vanaf 2020 de jaarlijkse vennootschapsbijdrage betalen.

Om de vrijstelling te genieten moet er een aanvraag worden ingediend bij het sociaal verzekeringsfonds. Het aanvraagformulier kan je downloaden via de website van de Nationale Hulpkas. Er moet daarbij een verklaring op eer worden ingevuld. Via jouw sociaal verzekeringsfonds kan je eveneens een aanvraagformulier verkrijgen.

Vrijstelling jaarlijkse vennootschapsbijdrage bij vereffening, gerechtelijke reorganisatie of faillissement

In het jaar waarin de vennootschap onderwerp uitmaakt van een WCO, in vereffening gaat of failliet wordt verklaard, kan je eveneens een vrijstelling verkrijgen. De opening van de vereffening, de gerechtelijke reorganisatie of het faillissement moet dan wel in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad zijn verschenen. Dit is immers het voor te leggen bewijsmiddel om de vrijstelling van de jaarlijkse vennootschapsbijdrage te bekomen.

In tegenstelling tot slapende vennootschappen is het hier aangeraden om de vennootschapsbijdrage niet te betalen, want een reeds betaalde vennootschapsbijdrage kan in dit geval niet worden teruggevorderd.

Sanctie bij niet betalen vennootschapsbijdrage

Indien je onrechtmatig de vennootschapsbijdrage niet betaalde, rekent men een maandelijkse wettelijke verhoging van 1% aan en dit op de niet betaalde sommen. Dat loopt met andere woorden al snel in de papieren. Indien je contact opneemt met jouw sociaal verzekeringsfonds en de hoofdsom meteen overmaakt, is het soms nog mogelijk om een kwijtschelding van de verhogingen te bekomen. In de loop van de maand juli zal je sowieso een betalingsherinnering ontvangen van jouw sociaal verzekeringsfonds.

Onderneem je na deze betalingsherinnering nog steeds geen actie? Dan zal men de procedure hoofdelijke aansprakelijkheid opstarten. Het sociaal verzekeringsfonds zal daarbij de verschillende mandatarissen en werkende vennoten aanspreken om via hun de betaling te verkrijgen. Zij zijn immers hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de vennootschapsbijdrage in de jaren dat ze in de vennootschap actief waren. Ook indien achteraf blijkt dat een vrijstelling onrechtmatig werd toegekend, bijvoorbeeld door een foutieve verklaring op eer, kunnen zij nog steeds worden aangesproken.

Kwijtschelding verhogingen laattijdige betaling jaarlijkse vennootschapsbijdrage

Indien jouw vennootschap laattijdig de jaarlijkse vennootschapsbijdrage betaalde, rekent men een maandelijkse verhoging van 1% aan. Echter kan je wel om een kwijtschelding van verhoging wegens laattijdige betaling van de jaarlijkse vennootschapsbijdrage verzoeken. Hieraan zijn twee voorwaarden verbonden:

  • De hoofdsommen moeten reeds overgemaakt zijn;
  • Je moet de aanvraag voldoende motiveren.

Vooral die tweede voorwaarde is niet onbelangrijk. Je zal immers moeten aantonen dat er sprake is van overmacht, financiële moeilijkheden of je zal andere redenen moeten aantonen. Denk bijvoorbeeld aan het aantonen van een ziekte van de bedrijfsleider, het niet langer beschikken over waardevolle activa of het bewijs van financiële moeilijkheden. In de praktijk heeft jouw dossier extra slagingskans indien een OCMW de aanvraag ondersteunt, dus klop daar zeker even aan. Wie niet vraagt…